De ziel van het Argentijnse hockey, volgens Alex Verga

Het sluwe, het gemene, het emotionele, de winnaarsmentaliteit en de oerdrift: het Argentijnse hockey staat in schril contrast met het relatief keurige Nederlandse hockey. De Nederlandse Argentijn Alex Verga, oud-international van Argentinië en de grote inspirator van de opkomst van Almere in het hockey, legt de ziel van het Argentijnse hockey bloot.  

Het werd veertig jaar geleden een veldslag, een oorlog op grassprieten, waar weinig kledingstukken niet ergens een vlekje bloed opvingen. Nederland verloor die WK-finale in 1978, net als in 1974 tegen Duitsland. Tegen de zagers van Argentinië had Nederland in een vijandig gezind stadion niet heel veel kans, hoewel voetballer Rob Rensenbrink op een 1-1 stand nog de paal raakte. Hij zei achteraf, tegen dagblad Trouw: ‘Dit heb ik eerder nooit meegemaakt. Bijna iedereen had een bloedneus. Die gasten sloegen je voortdurend op je bek.’

De Pro League-wedstrijden van de Nederlandse hockeyers en hockeysters worden zondag gespeeld op het olympische Cenard-complex, een paar honderd meter van het voetbalstadion van het River Plate-stadion, waar in 1978 de beroemde WK-finale plaatsvond tussen de Nederlandse en Argentijnse voetballers.

‘Spelen in Argentinië tegen Argentinië is een ervaring apart. Nergens is het fanatisme groter. Ik verwacht een vol stadion als Nederland zondag twee keer tegen Argentinië hockeyt’, vertelt Verga, die tussen 1979 en 1991 voor het Argentijnse nationale team uitkwam. ‘Ik heb er weleens met oud-hockeyinternationals uit Nederland over. Het Argentijnse publiek gaat niet klappen voor een mooie actie de tegenstander, zoals de Nederlanders dat in Den Haag in 2014 deden, als pure hockeyliefhebbers. In Argentinië is het veel meer een fanatiek voetbalpubliek.’

Alex Verga en Valentin Verga, na de promotie van Almere. Foto: Koen Suyk

‘De manier waarop je wint is totaal niet belangrijk in Argentinië’

De vader van international Valentin Verga (die in Buenos Aires ontbreekt vanwege zijn deelname aan de Maleisische competitie) emigreerde in de jaren negentig vanwege de politieke situatie in Argentinië naar Nederland, om zijn familie de beste kansen te geven in het leven. Zijn moeder en broer wonen nog in Argentinië. Hij weet precies waar het fanatisme van de Argentijnse hockeyers vandaan komt.

‘Net als Max Caldas (bondscoach Oranje en oud-international van Argentinië, red.) ben ik in Buenos Aires opgegroeid met zeven dagen per week sporten op omniclubs. Alles wat we deden was competitie. Potjes vijf tegen vijf. De winnaar bleef in het veld staan. Je moest gewoon winnen. Dan moest je gemeen zijn, en sluw. Dat zit in het bloed van de Argentijn. Dat is niet goed of slecht. De sluwheid van de Argentijn komt uit het voetbal. Want voetbal is geen sport in Argentinië, maar een religie. Alles is gevoel. Alles is passie. Met heel veel ballen spelen. De manier waarop je wint is totaal niet belangrijk. Het is niet beter of slechter dan de Nederlandse manier, maar gewoon anders.’

De sluwheid van de Argentijn komt uit het voetbal. Want voetbal is geen sport in Argentinië, maar een religie Alex Verga

Hij maakt een vergelijking met het Nederlandse hockey: ‘In Nederland is het een onderdeel van de cultuur om te piepen of te klagen. Veel te praten over de organisatie van het team. Het kenmerk van het Argentijnse hockey is passie en individueel talent. Natuurlijk praten ze in Argentinië ook over de tactiek en praten ze over fysiologie. Maar uiteindelijk kiezen wij niet voor de theorie. Als je naar de Olympische Spelen van Rio de Janeiro kijkt, zou je denken dat coach Carlos Retegui gek was geworden. Die heeft met ongeveer twaalf spelers het toernooi gespeeld. Zonder wisselschema. De theorie zegt dat het niet klopt. Maar Argentijnen volgen hun gevoel.’

De Argentijnen worden voor het eerst in de historie olympisch kampioen. Foto: Koen Suyk

‘Vroeger was hockey een elitesport, dat is niet meer zo’

De Argentijnse mannen werden in 2016 voor het eerst in de historie olympisch kampioen, op een manier die niemand voor mogelijk had gehouden. Voor één keer konden zij uit de schaduw van de populaire Argentijnse vrouwen – Las Leonas – stappen. Het Argentijnse hockey heeft een enorme vlucht genomen de laatste twintig jaar met de goede prestaties van de vrouwen (wereldkampioen, Champions Trophy) en de mannen. Het staat in schril contrast met de tijd toen Verga zelf nog hockeyde in Buenos Aires.

‘Toen ik nog actief speelde, was hockey iets meer een elitesport in Buenos Aires. Dan zat ik in de bus met een hockeystick, en dan vroegen andere kinderen zich af: wat doe die gozer daar met die stick? Maar hockey is allang geen elitesport meer in Argentinië.’

Wel is het hockey in Argentinië – ondanks de successen van de mannen – nog altijd meer een vrouwensport dan een mannensport. Het mannenhockey moet zwaar concurreren met het ‘heilige’ voetbal, rugby en basketbal. Boegbeeld van het hockey is de inmiddels gestopte Luciana Aymar, misschien wel de beste dribbelaar ooit in het vrouwenhockey, acht keer verkozen tot beste speelster van de wereld. Van haar is op Netflix de documentaire ‘Lucha. Jugando con lo impossible’ (Lucha. Playing the Impossible) te zien.

Luciana Aymar, misschien wel de beste dribbelaar ooit in het vrouwenhockey. Foto: Filippo Fiorini

Las Leonas zijn een begrip, een product geworden

Verga: ‘Eigenlijk al sinds het brons van de Olympische Spelen van Sydney in 2000 zijn Las Leonas een product geworden. Het is niet normaal hoe populair ze zijn. Net zo populair als de Argentijnse rugbyers, de ‘Poema’s’. Veel van die meiden kunnen niet eens rustig in een restaurant zitten, zonder dat ze aangeklampt worden. Wij kennen dat niet in Nederland. Natuurlijk is er een boost gekomen voor de mannen, toen ze derde werden op het WK en de olympische titel pakten. Maar de heren bivakkeren nog altijd in de schaduw van de vrouwen, qua populariteit.’

De generatie die in Rio kampioen werd, is nu langzaam te oud aan het worden. De olympisch kampioen stelde teleur op het WK in India, met de uitschakeling in de kwartfinales tegen Engeland. ‘Bij de mannen wordt de opvolging van deze generatie wel een probleem. In Rio kwamen de beste twee Argentijnse generaties ooit bij elkaar. Die in 2001 zilver won op het Jeugd-WK in Hobart, dat ik zelf nog coachte en in 2005 het WK won in Rotterdam. Nu zijn er niet zoveel spelers meer over. Bij de vrouwen is er zoveel talent en zijn er zoveel speelsters. Daar is het makkelijker voor Argentinië.’

 


2 Reacties

  1. vostammer

    En in Belgie, India en Pakistan is hockey weer een jongenssport....

  2. asjemenou

    Ik ben benieuwd wat NL teams zondag doen. Mag aannemen dat mannenteam inmiddels door Alex en Max ook (tegen) gif hebben. Dus niet alleen mooi hockey kunnen spelen. Lijkt mij ook dat beide bondscoaches nu hun sterkste team de wei in sturen. Een serieuze krachtmeting dus. Ik eet in ieder geval Argentijnse steak zondag🥩


Wat vind jij? Praat mee...