Column Rob Reckers: Kamperend verloren tijd inhalen

Al stuntelend met tentstokken zie ik naast me het onheil al ontstaan. Kamperen is me niet met de paplepel ingegoten. Ik ben echter snel genoeg van begrip om te realiseren dat zes drinkende jongeren niet veel goeds gaat betekenen voor mijn eerste nachtrust onder een zeiltje van slechts enkele millimeters dik.

Als onze tent klaar is, valt me al snel op dat iedereen zijn tent onder een boom in de schaduw heeft staan. Wij hebben net die ene plek in de volle zon gevonden. Alle tenten staan daarbij met de opening naar het oosten gericht. Onze tent staat met de opening naar het noorden romantisch uitkijkend over de zee. Precies zo dat de wind er NIET doorheen waait….

Superman en Thomas de Trein

Ondanks deze onfortuinlijke kleinigheden hebben we niets te klagen. We zitten op een schitterend tropisch eiland voor de kust van Australië. Het is dertig graden, we zitten vijf meter van zee en hebben een heerlijk weekend voor de boeg. Als de zon onder gaat, besluiten we om de kinderen in hun Superman-slaapzakjes te ritsen en op het Thomas de Trein-luchtbed weg te leggen. De hoogste tijd om van de zeldzame uurtjes rust te genieten.

Met een heerlijk koud biertje in de hand aanschouw ik de jongelui naast ons die in rap tempo aftakelen door een overdaad aan alcohol. Ik kan het ze niet kwalijk nemen. Als ik zo oud was geweest had ik hetzelfde gedaan. De overdaad aan tijd doet me echter realiseren dat ik ook zo oud ben geweest. Dit soort weekenden bestonden toen alleen uit wedstrijden spelen, trainingskampen en toernooien. Helaas was ik vrijwel altijd de afhaker bij deze feestelijke uitjes. Ik drink dan maar snel mijn drankje op in de hoop dat ik daarmee nog wat van de verloren tijd kan inhalen. Dit ritme zal zich nog enkele malen herhalen voordat ik de slaap zal kunnen vinden.

Menselijke oven

Ondanks dat we tijdig op ons luchtbed neerdalen, laat de muziek van de buren ons pas rond één uur ‘s nachts met rust. De Australische zon is helaas onverbiddelijk en laat zijn eerste stralen om vijf uur in de ochtend zien. Binnen enkele minuten is onze tent omgedoopt in een menselijke oven en proberen de kinderen uit alle macht met hun vingers mijn oogleden open te vouwen.

Naarstig ben ik op zoek naar vocht om mijn droge mond te spoelen. Met kloppend hoofd stuur ik de kinderen de tent uit. Ze krijgen carte blanche om lawaai te maken en vooral de buren te ontwaken. De revanche voelt zoet. Stijf als een plank vouw ik me steunend en kreunend de tent uit. Tot mijn verbazing zie ik de jongelui op het strand vrolijk spelen met de kinderen. Een van hen vraagt vriendelijk of we niet te veel last van ze hebben gehad vannacht. Ik lieg dat het wel meeviel.

Mijn gedachten schieten terug naar alle inspanningen en verplichtingen die horen bij een sportcarrière. Met plezier heb ik het altijd op kunnen brengen. Spijt dat ik dit soort weekenden met vrienden heb moeten laten schieten heb ik niet. Maar ik vind het zeker gerechtvaardigd om de tweede nacht nog beter mijn best doen om die verloren tijd in te halen. Nu is er tenslotte geen reden meer om het niet te doen.


Wat vind jij? Praat mee...