‘Het gaat niet om homoseksualiteit, maar om diversiteit’

Vandaag, 17 mei, is de landelijke viering van IDAHOT; de Internationale Dag tegen Homofobie, Bifobie en Transfobie. Op deze dag vragen organisaties internationaal aandacht voor het verschijnsel homohaat en de onwenselijkheid daarvan.  In Nederland worden in de week van 17 mei tal van activiteiten georganiseerd met als thema ‘Jezelf kunnen zijn, dat wil jij toch ook?’. Ter ere van deze dag en ter ondersteuning van dit doel, licht Hockey.nl het interview uit dat wij vorig jaar oktober hadden met Pepijn Keppel.

Pepijn Keppel zat in Nederlands B en A, trainde mee met Bloemendaal Heren 1, en speelt tegenwoordig weer bij zijn oude club Xenios in Heren 1. In zijn huidige team heerst een fijne, open sfeer, maar dat heeft Keppel niet zijn gehele hockeycarrière ervaren. Op hockeyclub hdm heeft hij , in samenwerking met de John Blankenstein Foundation, gesproken op een informatieavond over homoacceptatie. Is homoacceptatie een issue in het hockey?

Weinig hockeyers uit de kast

‘We moeten er geen groter probleem van maken dan het is’, stelt Keppel allereerst. ‘Maar aan de andere kant: ga maar eens bij verenigingen kijken hoeveel mensen er openlijk homo zijn. Bij Bloemendaal kan ik niemand noemen, bij Xenios naast mezelf maar één iemand.’ Volgens schattingen is ongeveer 1 op de 10 mensen homoseksueel of lesbisch. Keppel: ‘Daar kun je je dus wel zorgen over maken. Want hoe komt het dat er zo weinig hockeyers uit de kast zijn? Dan zullen ze zich toch niet veilig genoeg voelen om er openlijk voor uit te komen.’

Zelf noemt hij het schelden met ‘homo’ als voorbeeld. ‘Dat gebeurt heel veel. Vooral toen ik nog in de kast zat vond ik dat erg vervelend. Vooral als het op de persoon is, bijvoorbeeld ‘o, wat doe je nou gay’.

Schijntolerantie

Er is veel schijntolerantie binnen de hockeysport, denkt Keppel. ‘Er wordt wel gezegd dat het helemaal oké is, maar aan de andere kant is er geen ruimte om erover te praten.’ Een aantal factoren maakt het lastiger om uit de kast te komen in de hockeysport, denkt de Xenios-speler. ‘Binnen het hockey is er, op sommige clubs meer dan op andere, heel erg een standaard beeld. Een hockeyer is een student, die graag biertjes drinkt. En later ga je voor het huisje-boompje-beestje, grote auto en een hond.’ Het kan lastig zijn om af te wijken van die standaard. ‘Daarom gaat het ook zeker niet alleen om homoseksualiteit, maar om diversiteit in het algemeen. Ook andere minderheidsgroepen moeten zich thuis voelen.’

Macho-cultuur

Daarnaast is hockey een teamsport en kom je dicht bij elkaar, legt Keppel uit. ‘Je geeft elkaar een knuffel als je scoort, je doucht samen. Dat kan het lastiger maken om uit de kast te komen. Ook is er, met name bij de mannen, wel een macho-cultuur. Dat is misschien één van de redenen waarom veel lesbische hockeysters wel uit de kast zijn, maar er nog altijd weinig openlijk homoseksuele hockeyers te vinden zijn.’

Vertrouwenspersoon

Dat viel ook Jasper Molkenboer, speler bij AthenA, op. ‘HC AthenA kent meer dan 1000 leden, maar ik ben de enige openlijk homoseksuele mannelijke speler’, vertelt hij in een interview aan NOC*NSF. Dat roept vragen bij hem op, en daar wil hij het gesprek over op gang brengen. Molkenboer is gevraagd om binnen de club de rol van Vertrouwens Contactpersoon, met speciale aandacht voor homoseksualiteit, op zich te nemen. ‘Ik heb gelukkig nooit meegemaakt dat mijn homoseksualiteit niet geaccepteerd werd binnen mijn team. Dat gun ik elke hockeyer binnen onze club.’

Open klimaat creëren

Molkenboer is een voorloper op dit gebied, en ook Keppel wil dat zijn. ‘Ik heb wel het idee dat ik iets kan bewerkstelligen hiermee, en wil naast hdm samen met de John Blankenstein Foundation ook bij andere clubs langsgaan.’ Zelf brengt hij het team dat hij coacht, Bloemendaal JC1, in ieder geval bij dat iedereen wordt geaccepteerd, ‘ongeacht achtergrond, seksuele voorkeur, of wat dan ook’. Waarschijnlijk gaat het vaak al goed, stelt Keppel, maar coaches moeten er wel over nadenken, en een open klimaat creëren in hun team. ‘Topprestaties kunnen ook alleen ontstaan in een veilig klimaat, waarin iedereen zich geaccepteerd voelt.’


Wat vind jij? Praat mee...