‘Homoacceptatie is ondergeschoven kindje: je dénkt dat het al oké is’

In de serie ‘Hockeyhomo’s’ belichten we het thema homoseksualiteit in de hockeysport en de vraag waarom er zo weinig hockeyende homo’s uit de kast zijn. Bij hdm hebben een campagne en gesprekken voor meer bewustzijn gezorgd. Er wordt nu bijvoorbeeld gelet op het taalgebruik. ‘Schelden met ‘homo’ of ‘gay’ is zo ingeburgerd. Als iemand ‘homo!’ over het veld roept, ga je niet zeggen: ‘Eh, ja, wat je net zei, dat ben ik dus’.’

Hdm wilde met een campagne voor sportiviteit en respect aandacht besteden aan taalgebruik op de club. Om leden erop te wijzen dat ze niemand moeten kwetsen door wat ze zeggen. ‘Homo’ bleek het meest gebruikte scheldwoord op het veld, dus daar kwam hdm op uit.

‘Eerst denk je: homoacceptatie, dat zit toch al helemaal goed. Dat vindt iedereen toch al prima. Maar niemand van ons, uit de sportiviteit-en-respectcommissie, bleek homo’s op de club te kennen’, vertelt Arjan Offerhaus. Ook een rondvraag in andere commissies, over de gehele breedte van de club, leverde nul komma nul op. ‘Ja, misschien eentje, maar die was al gestopt. Dat leek ons ook geen goed teken. Dat was wel even een goede bewustwording. Want blijkbaar komen ze dus niet uit de kast of worden ze überhaupt geen lid van de club.’

Gesprekken met de jeugd

Hdm kwam in gesprek met de Blankensteijn Foundation en ontving Pepijn Keppel op de club. Hij speelt bij Xenios en is zelf wel open over zijn geaardheid. ‘We hebben gesprekken gehad met Pepijn en hij heeft ook met onze A-jeugd en B-jeugd gesproken. Dat heeft wel impact gehad.’ Samen spraken de teams af dat ze voortaan letten op hun taalgebruik. ‘Schelden met ‘homo’ of ‘gay’ is zo ingeburgerd’, merkt Offenhaus. Dat maakt het uit de kast komen niet gemakkelijker. ‘Als iemand heel hard ‘homo!’ over het veld roept, ga je niet zeggen: ‘Eh, ja, wat je net zei, dat ben ik dus’.’

Effect?

Volgens Offerhaus hebben de gesprekken zeker zin gehad. Daarnaast worden er elk jaar oefenwedstrijden met andere clubs gehouden met als thema ‘Let op wat je zegt, kwets anderen niet’.  Of er ook al jongens of mannen uit de kast zijn gekomen, dat denkt ze echter niet. ‘Zo ver is het nog niet. Dat kan misschien nog wel even duren. Aan de andere kant: niemand die net uit de kast is hoeft mij daarover te bellen, bij wijze van spreken. Je hoeft sowieso niet uit de kast te komen als je dat niet wil, maar je moet het wel durven áls je het wil. Je veilig genoeg voelen daarvoor.’

Hdm is in gesprek met meerdere clubs over het thema en komt steeds hetzelfde tegen. ‘Voorzitters van andere clubs hebben het over diversiteit, dat sporten voor iedereen is. Als je vraagt naar homoseksualiteit zeggen ze allemaal dat dat helemaal oké is.’ Maar kennen ze homo’s op hun club? Dan blijft het stil. ‘Homoacceptatie is een ondergeschoven kindje, omdat iedereen dénkt dat het al goed zit.’

Hijs de regenboogvlag

Door meer clubs daarvan bewust te maken hoopt hdm dat het onderwerp meer gaat leven. ‘Ik denk dat bijvoorbeeld ook het hijsen van de regenboogvlag op een club al wat kan doen. Dat kost niet veel moeite, maar daarmee verbreek je het stilzwijgen en draag je als club wel een statement uit. Misschien kan de KNHB zelfs wel een regenboogvlag ontwikkelen, met twee sticks erop ofzo.’