‘Stoppen met hokjes, of ze aan de bi-kant beter toegankelijk maken’

Homoseksualiteit in het hockey. Bij de dames is het over het algemeen redelijk geaccepteerd, bij de heren lijkt het een ander verhaal. Bijna geen hockeyer voelt zich veilig genoeg om uit de kast te komen op zijn club. Dat terwijl hockeyclubs roepen dat homo’s meer dan welkom zijn en dat er geen enkel probleem mee is. Hoe zit dat? Hockey.nl zoekt het uit in de serie ‘Hockeyhomo’s’. 

We twijfelden aanvankelijk over de naam van deze serie. ‘Hockeyhomo’s’. Was dat niet té? Nee, dachten we: we willen juist die doelgroep belichten, omdat juist homo’s nog vaak niet uit de kast komen in de hockeysport. Naarmate de serie vordert blijkt dat ‘hockeyhomo’s’ toch te weinig omvattend is. Er is namelijk nog een grote groep, die volgens onderzoek nóg minder vaak open is over hun geaardheid: biseksuelen. Van twee van hen kregen we een mail: een mannelijke bondsscheidsrechter en een vrouwelijke hockeyster, die nog niet open is over haar geaardheid binnen haar team.

‘We moeten stoppen met de verbijzondering van homoseksualiteit: stoppen met al die hokjes, of ze aan de bi-kant beter toegankelijk maken’, stelt de bondsscheidsrechter. ‘Kan iemand mij namelijk uitleggen hoe vaak je als man seks moet hebben met een man om het stempel ‘bi’ te krijgen? En wanneer wordt dat ‘homo’? Of is twijfel over je eigen geaardheid al voldoende? En hoe zorgen we ervoor dat mensen die in dat onzekere midden uitkomen daar niet uit alle macht over willen zwijgen?’

Biseksuelen meest onzeker

Hij heeft een punt, blijkt ook uit onderzoek van het Mulier Instituut. Zowel biseksuele mannen als vrouwen zijn in de sport veel minder open over hun eigen seksuele voorkeur dan homoseksuele en lesbische vrouwen, blijkt uit onderzoek. Deze groep blijkt, desgevraagd, het meest onzeker over de reacties van medesporters bij een coming out.

Onderzoeker Agnes Elling heeft wel een idee waardoor dat komt. Ze zei er eerder over: ‘Biseksuelen identificeren zich ook meer met hetero’s en hun sportgedrag vertoont ook meer overeenkomsten met hetero’s. Zo beoefenen mannelijke biseksuelen vaker een teamsport dan homo-mannen, waardoor ze zich dus ook mogelijk vaker in homo-negatieve contexten bevinden. Homo’s en lesbiennes hadden in die situatie waarschijnlijk al eerder een veiligere sportomgeving gezocht of waren al afgehaakt.’

‘Focus op iedereen die afwijkt van de hetero-norm’

Volgens de bondsscheidsrechter moet de focus daarom niet zozeer op homo’s alleen liggen, maar op iedereen die afwijkt van de hetero-norm. ‘Er zijn namelijk niet 16 miljoen hetero’s, 100.000 homo’s en 100.000 lesbiennes; onder de 16 miljoen zitten net-niet-hetero’s die nu wel onder die vlag varen. Ik heb geen idee van de omvang van die groep, maar ze zijn er. En ze zijn stil, omdat ze volledig aan de norm willen voldoen. Kortom, het veilige reservaat dat er is voor degenen die durven uitkomen voor het afwijken van de heteronorm is het kleine hokje ‘homo’s. Dus als er iets moet gebeuren, dan is dat het creëren van een extra of een groter hok.’

Naast de bondsscheidsrechter kregen we ook een mail van een hockeyster. ‘Wat ben ik aangenaam verrast met deze serie op hockey.nl!’, schrijft ze. ‘Ik ben zelf een Dames 1-speelster en identificeer mezelf als biseksueel, maar ik ben maar gedeeltelijk uit de kast bij mijn team. Ik weet niet of u echt per sé alleen contact wilt hebben met homoseksuele mannen, maar ik kan zeker wel zeggen dat het in de praktijk bij de vrouwen niet ook altijd super gaat. Ik was zelfs op zoek naar een netwerk of wat dan ook, met mensen die net zoals ik door dit proces gaan.’

‘Hoop dat acceptatie en inclusie écht een motto wordt bij clubs’

Het is moeilijk om uit de kast te komen, vindt ze. ‘Simpel gezegd omdat het moment en de nuance vinden niet makkelijk is. Wanneer moet je het tegen je damesteam zeggen? Terwijl je met ze in de kleedkamer staat? Tijdens een feestje nadat je al weken met verschillende dames de gezamenlijke douches hebt gedeeld?’

‘Ik koos er zelf voor om stil te blijven toen ik nog in de jeugd zat, voornamelijk omdat die meiden nog totaal niet volwassen genoeg waren om er goed op te reageren. En in mijn geval is dit een aardig gevoelig onderwerp. Maar deze serie geeft me hoop, hoop genoeg dat clubs en spelers hier bewuster mee kunnen omgaan en dat acceptatie en inclusie echt een motto wordt bij clubs.’

De coming-out 2.0

De persoonlijke ervaring van de bondsscheidsrechter is dat het in de volwassenensport van het hockey geen probleem is als je niet-hetero bent. ‘Je kunt er zijn wie je bent en zoals je bent, maar als je overdreven arrogant, fanatiek, lui, of ja, gay bent, zul je dat te horen krijgen. Als je opvalt kun je aandacht en grappen verwachten.’

Onlangs adviseerde hij een biseksuele collega-scheidsrechter over hoe hij kan omgaan met zijn seksuele gerichtheid binnen het hockey. ‘Van meet af aan heb ik hem geadviseerd om het publiekelijk bekend raken ervan zo organisch mogelijk te laten verlopen: nooit liegen, noch mee te koop lopen. Het credo: zorg dat het niet bijzonder wordt. Hoewel ook dit de – hopelijk ooit niet meer – nodige regie vraagt, is dit wel de manier. De coming-out 2.0.’

‘Dat het werkt bleek onlangs, toen iemand een grapje maakte, refererend aan de biseksualiteit van de collega. Veel belangrijker dan het grapje zelf was de toevoeging erachteraan, waarbij gepoogd werd te doen alsof het geheim ‘eindelijk was geopenbaard’  – maar dat was onzin. Er was geen geheim geweest en er had ook geen ‘jongens, ik moet jullie iets vertellen’-momentje plaatsgevonden. Alsof het gezelschap dat doorhad werd er ook niet gereageerd op degene die probeerde te stoken.’


Wat vind jij? Praat mee...