Venlo-aanvaller Douglas Nyerere beleeft zijn mooiste jaar

Dougie. Easy passing’, schalt er over het hoofdveld van Venlo tijdens de training van Heren 1. Aan de bal is Douglas Nyerere, de Keniaanse international van de Limburgers. Even speelt hij met de gedachte om de bal de diepte in te flatsen, maar besluit het simpel te houden. ‘Perfect’, krijgt de 24-jarige aanvaller te horen als hij tijdens het afsluitende partijspel de bal op maat afgeeft aan een teamgenoot die zich aanbiedt op het middenveld.

Sinds het begin van het seizoen maakt Nyerere deel uit van de selectie van de eersteklasser. Bij de club, die gaat fuseren met Tegelen en Blerick tot HC Delta Venlo, kijkt men al lang niet meer op van de komst van een buitenlandse speler. Venlo heeft vaker spelers van over de grens in de gelederen gehad: Duitsers, Portugezen en afgelopen seizoen nog zelfs een speler uit Bangladesh. En nu dus een Keniaan.

Ontdekt door Oliver Kurtz

De komst van Nyerere is met name te danken aan Venlo-coach Oliver Kurtz. De oud-international van Duitsland en winnaar van olympisch goud in 1992 ontdekte hem zo’n drie jaar geleden in Kenia. Kurtz was in dat land voor een liefdadigheidsproject bij de club waarvoor Nyerere toen speelde.

Coach Oliver Kurtz langs de lijn tijdens de training van Venlo. Foto: Orange Pictures/Perry vd Leuvert

‘Hij is een toffe sportman met een super mentaliteit’, omschrijft Kurtz zijn aanvaller. ‘Met die snelheid en hoe hij op die zandvlakten speelt. Dan zie je en herken je meteen de potentie die Douglas heeft. In die tijd werkte ik in Bangladesh en wilde hem voor mijn club laten spelen, maar dat lukte niet vanwege visumproblemen. Nu na een paar jaar is het wel gelukt.’

Hij zag het vanaf de eerste dag in mij zitten. Hij gelooft in mij. Douglas Nyerere over Venlo-coach Oliver Kurtz

‘Vanaf het eerste moment dat hij mij zag, zo heeft hij mij verteld, geloofde hij dat ik was voorbestemd om beter te worden’, vertelt Nyerere vol trots. ‘Hij zag het vanaf de eerste dag in mij zitten. Hij gelooft in mij.’

Snelheid is een belangrijk wapen van Nyerere. Op de training onderschept hij de bal door razendsnel voor zijn man te komen, die afwacht totdat de bal bij hem komt. In een tempo met sierlijke passen sprint Nyerere de cirkel in. Zijn pass komt net op de voet van zijn teamgenoot. ‘Snelheid is wat mij drijft. Ik moet nog beter worden in het controleren van de bal op snelheid. Als ik daarin slaag, zal ik dodelijk zijn. Zeker vanaf de rechterkant’, lacht Nyerere.

Kind van hockeyinternationals

Bij een volgende actie speelt hij zijn tegenstander uit op de rand van de cirkel door van hem weg te draaien en heeft daarna opnieuw oog voor de vrijstaande teamgenoot, die de kans afrondt. Wie Nyerere ziet spelen, zal niet denken dat hij pas zes jaar hockeyt. Hoewel hij kind is van twee hockeyinternationals komt hij pas na de middelbare school in aanraking met hockey.

‘Ik had er lange tijd geen interesse in. Ik speelde handbal en basketbal. Toen ik klaar was met highschool zei ik: laat ik eens hockey proberen. In het begin was ik heel slecht, maar ik pikte het snel op. Ik denk dat het in mijn bloed zit’, lacht Nyerere zijn tanden bloot.

Olympisch kwalificatietoernooi

Daarna gaat het snel met Nyerere. Begin dit jaar wordt hij opgeroepen voor het nationale team. In de zomer debuteert hij voor Kenia tijdens het olympische kwalificatietoernooi in het Zuid-Afrikaanse Stellenbosch. Een ticket naar Tokio zit er niet in. Kenia eindigt als vijfde en voorlaatste.

‘We speelden niet goed’, blikt Nyerere terug op het kwalificatietoernooi. ‘We verloren onze eerste vier wedstrijden en wonnen de laatste wedstrijd. Maar we zijn een nieuw team, met veel nieuwe spelers. We hadden maar twee oudere spelers. In de aanloop van het toernooi speelden we geen wedstrijden tegen sterke tegenstanders, maar slechts vriendschappelijke wedstrijden tegen lokale clubs. Dat was niet genoeg.’

Douglas Nyerere in actie tijdens de training van Venlo. Foto: Orange Pictures/Perry vd Leuvert

Kenia vierde van de wereld

Kenia is de huidige nummer 48 van wereld. De Afrikanen doen zeven keer mee aan de Olympische Spelen met als beste prestatie een zesde plaats in Tokio in 1964. Op het WK van 1971 in Barcelona valt de ploeg met een vierde plaats maar net buiten de medailles na het verlies in de troostfinale tegen India. In 1988 is Kenia voor het laatst aanwezig op een groot mondiaal toernooi. Op de Spelen van Seoul eindigt de ploeg als twaalfde en laatste, nadat het eerder in de groepsfase met 2-1 heeft verloren van Nederland.

Het land, dat bijna vijftig miljoen inwoners heeft, telt slechts een paar honderd hockeyers. Er wordt voornamelijk gespeeld op gras en zand. ‘We hadden een waterveld in het land. Dat veld is helemaal versleten. De bal stuitert nauwelijks. Recent is er een tweede waterveld gekomen. Een tweedehands, maar het is nieuwer dan de oude. Dus dat is een verbetering’, zegt Nyerere.

Niveau omhoog tillen

Wil Kenia weer meedoen aan de mondiale toernooien dan moeten niet alleen de faciliteiten worden verbeterd, maar zal het niveau van het hockey ook omhoog moeten. Dan is het noodzakelijk dat talentvolle Keniaanse spelers het spoor van Nyerere gaan volgen. ‘Er zijn nu twee spelers in Duitsland en er speelt er een in Italië. Als deze trend doorzet en meer spelers in Europa spelen dan kunnen we de volgende keer een beter team samenstellen’, zegt Nyerere.

Kurtz voegt eraan toe: ‘Jaren geleden gingen veel Belgische spelers naar Nederland. De Belgische competitie is hierdoor de afgelopen jaren sterker geworden en de nationale ploeg is wereldkampioen. Waarom halen India en Pakistan niet meer uit hun kwaliteit? Die moeten ook twintig spelers hier vier jaar laten spelen. In mijn optiek missen die landen een lange, zware competitie.’

Keniaans international Douglas Nyerere in een onderonsje tijdens de training van Venlo. Foto: Orange Pictures/Perry vd Leuvert

Je moet veel nadenken in de cirkel. Douglas Nyerere over het spel in Nederland

Nyerere zit momenteel bij Venlo middenin zijn leerproces. ‘Het spel is hier heel anders. Je moet veel nadenken in de cirkel. Het is tactischer. Het draait niet alleen om scoren. Je moet meer doen dan dat alleen. Ik had drie wedstrijden niet gescoord en voelde mij daar slecht onder. Ik had gevoel dat ik de volgende wedstrijd moest scoren. De coach vertelde mij dat ik niet hoefde te scoren zolang we maar winnen. Hij zei: je komt hier om te leren. Als je de volgende wedstrijd maar beter speelt dan je vorige.’

Een onderdeel van dat leerproces is het omgaan met de ondergrond. ‘De bal stuitert veel. Ik moest twee, drie weken wennen aan de wijze waarop de bal stuiterde en hoe ik de bal moest stoppen. Soms waren mijn ploeggenoten boos op mij: waarom kan je de bal niet aannemen? Ik antwoordde: sorry, ik moet wennen aan het veld. Maar nu gaat het goed.’

Venlo is een kleine gemeenschap. Iedereen kent elkaar. De mensen komen graag bij elkaar en doen dingen samen. Douglas Nyerere over zijn 'nieuwe' thuis

Niet alleen in het veld, maar ook daarbuiten voelt Nyerere zich inmiddels thuis. ‘Het enige wat ik over Nederland wist was Amsterdam met zijn grachten. Ik heb het naar mijn zin en ik vind de mensen leuk. Ze zijn heel erg aardig. Venlo is een kleine gemeenschap. Iedereen kent elkaar. De mensen komen graag bij elkaar en doen dingen samen. Er gebeuren veel leuke dingen zoals de kermis.’

Maar in het verkeer blijft het af en toe oppassen. ‘Ik houd van fietsen, maar in Nederland rijdt iedereen rechts. Dat is wel een dingetje. It’s messing with my brain.. Een keer ging ik fietsen en onbewust ging ik links fietsen. Iedereen keek mij aan: wat doet die gozer? Oh ja, dacht ik, ik moet naar rechts.’

Even terug naar huis

Over twee weken keert Nyerere terug naar Kenia, omdat zijn visum van negentig dagen is verlopen. ‘Dat komt wel goed uit, want ik houd niet van de kou’, lacht Nyerere. ‘Onlangs regende het en was het kouder dan tien graden. Ik bevroor bijna. Ik speelde heel erg slecht, want ik kon mijn stick van de kou niet vasthouden. Het wordt kouder en kouder dus ik ben wel blij dat ik naar huis kan. Ik mis mijn familie en vrienden.’

In maart keert hij terug naar Venlo. ‘Ik wil goed spelen, de coach blij maken en kampioen worden met Venlo. Het is voor mij al een fantastisch jaar. Ik ben international geworden en geselecteerd voor het olympische kwalificatietoernooi in Zuid-Afrika. Daarna ben ik naar Europa gegaan. Soms knijp ik mijzelf in mijn arm. Het lijkt wel of ik droom.’


Wat vind jij? Praat mee...