Indiase Bollywood-held Harjeet Singh kon sprookje niet waarmaken bij HGC

De in India beroemde hockeyer Harjeet ‘Tuli’ Singh (24) keert niet terug bij HGC. Hij beleefde in tegenstelling tot landgenoot Devindar Walmiki een moeizaam seizoen in Wassenaar. 

De komst van Harjeet ‘Tuli’ Singh naar Wassenaar was in 2019 een interessante transfer. De voormalig aanvoerder van Jong India, had zijn eigen Bollywood-film ‘Harjeeta’, viel uit de gratie bij het Indiase nationale team, en ging bij HGC in Wassenaar hockeyen in de Hoofdklasse. Een kans op een tweede hockeyleven.

Het verhaal wekte de interesse van de media en het publiek, maar uiteindelijk is het seizoen van middenvelder Harjeet ‘Tuli’ Singh bij HGC niet geworden wat beide partijen ervan verwachtten. Het sprookje van de jongen die in armoede opgroeide in de Indiase regio Punjab, en als aanvoerder van zijn land met 1,3 miljard inwoners het team in 2016 naar de wereldtitel leidde, heeft in Nederland geen succesvol vervolg gekregen.

‘Harjeet is de koning van zijn dorp in India’

De realiteit op de zondagen in Wassenaar was ronduit grauw. Vaak hield Harjeet de reservebank warm. Hij aardde niet in Nederland. Het lijkt een beetje op het verhaal van Sardar Singh, de beroemde Indiase hockeyer die in 2013 bij Bloemendaal ging hockeyen, maar geen indruk kon maken en na een half seizoen al vertrok. Het verschil is dat Harjeet Singh met zijn vijftig interlands voor India een belofte is en Sardar Singh al een gevestigde naam was als internationale topspeler. Harjeet Singh werd na het uitkomen van de film ‘Harjeeta’ nooit meer geselecteerd voor het nationale team. De reden is onbekend.

‘Het is niet alleen een cultuurverschil, dat het niet gelukt is. De ene Indiër is de ander niet. Devindar is meer een kosmopoliet dan Harjeet’, probeert HGC-coach Paul van Ass – voormalig bondscoach van India – te duiden wat het verschil is tussen Harjeet en Devindar.

‘Tuli’ kon zijn faam niet waarmaken. Van Ass vond het moeilijk om te zien, maar het blijft topsport. ‘Harjeet is de koning van zijn dorp in India. Die Bollywood-film Harjeeta heeft zijn familie een huis opgeleverd. Maar hij is misschien iets te veel blijven hangen in dat droomprins sprookje. Het echte kwartje is in Nederland niet echt gevallen’, weet Van Ass.

‘Harjeet is normaal best een vrolijke knul, maar de verhuizing naar Nederland was een beetje te veel voor hem. Hij maakte geen gelukkige, blije indruk, terwijl hij met al die buitenlandse jongens van het team woonde. Hij moest natuurlijk ook presteren. Ik kon geen uitzondering voor hem maken. Ik blijf er bij dat hij de skills en het spelinzicht heeft om het wél te maken. Hij heeft een mooie basistechniek en kan ballen goed neerleggen met fijne steekpassjes. Maar hij is van toptalent nog niet geëvolueerd naar topspeler.’

Harjeet Singh (HGC) tijdens de hoofdklasse competitiewedstrijd mannen, Bloemendaal-HGC (4-0). Foto: Koen Suyk

Harjeet kan Van Ass altijd weer bellen, als hij er wel klaar voor is

Ergens voelt Van Ass zich wellicht schuldig dat het niet is gelukt met Harjeet, de ster die hij zelf naar Wassenaar haalde. Omdat de communicatie met Harjeet moeizaam verliep, kwam een Nederlandse vrouw met Indiase roots elke week naar HGC om de communicatie te verbeteren. Het leverde uiteindelijk te weinig op.

‘Ik kon hem niet bereiken. Dat heeft niet alleen met taal te maken. Het is ook het karakter van Harjeet, hij komt uit een andere cultuur dan Devindar. Harjeet heeft overigens nooit gemopperd. Ik twijfelde wat we moesten doen. Ergens wilde ik het aan Harjeet laten, of hij nog een seizoen wilde doorgaan. Wij hadden hem tenslotte gehaald uit India. Maar uiteindelijk heb ik de knoop doorgehakt. Dat het beter was dat hij terug zou keren.’

Door de lockdown kon Harjeet lang niet terug naar zijn familie in India. Daardoor bleef hij meetrainen met HGC. Juist in die zomerperiode zag Van Ass opeens glimpjes van de Harjeet die hij wel wilde zien. ‘Hij begon zich echt te bewijzen en zag meer het licht. Toen we onlangs afscheid namen, heb ik tegen hem gezegd dat de overstap ook veel voor hem was. Hij weet nu wat er verwacht wordt in de Nederlandse competitie. Als hij voelt dat hij de knop kan omzetten en kan presteren in de Hoofdklasse, mag hij me altijd weer bellen.’

Den Haag, Hoofdklasse, Heren, oefenwedstrijd KZ-HGC. Devindar Walmiki (HGC) en Tim Drummond (HCKZ). Foto: Willem Vernes

Devindar hoopt nog op Tokio

Het verhaal van Devindar Walmiki (28), die samen met Harjeet naar HGC kwam, is weer anders dan dat van zijn landgenoot. De verdediger uit Mumbai speelde al een seizoen in Duitsland, voordat hij naar HGC ging. Hij maakte vanaf zijn entree indruk als rechtsachter van HGC. Van Ass: ‘Devindar is een hele goede speler, een man met een missie. Met zoveel power.’ Devindar valt niet alleen op met zijn lange donkere haren. Hij is een gelouterde speler die de Olympische Spelen van Rio hockeyde.

Sindsdien werd hij niet meer geselecteerd, en selectie voor de Olympische Spelen van Tokio is heel ver weg. Van Ass denkt dat de Indiër zeker goed genoeg is voor het nationale team, maar weet dat selectie soms ondoorgrondelijk is. Zo merkte hij zelf in 2015.

‘Als bondscoach van India zocht ik nog naar een andere keeper, die net zo goed was als onze eerste keeper. Ik had gehoord van een jongen in een regio uit het zuiden. Maar ik hoorde altijd ‘Nee, nee, nee’, als het over hem ging. Ik mocht die jongen niet selecteren. Je moet het doen met het materiaal, dat je krijgt. Daar zit een filter tussen. Devindar komt uit Mumbai. In India is het vaak Punjab (de bekendste hockeyregio van India, tegen Pakistan aan, red.) tegen Mumbai. Van Punjab komen de Singhs en de Tulli’s.’

Den Haag, Hoofdklasse, Heren, Seizoen 2020-2021, 06-08-2020, KZ – HGC, Oefenwedstrijd, voorbereiding, coach Paul van Ass (HGC)
(c) Willem Vernes Fotografie

Manpreet en Mandeep Singh zouden niet misstaan in de Hoofdklasse

In het verleden hockeyden de Indiërs Dilip Tirkey en Gagan Ajit Singh twee seizoenen bij Klein Zwitserland, van 2005 tot 2007. In hun laatste seizoen degradeerden ze met KZ uit de Hoofdklasse. Ook strafcornerspecialist Sandeep Singh speelde in die tijd voor Eindhoven. Maar echt dik bezaaid is de Hoofdklasse nooit met Indiase spelers, zoals er in het verleden wel Pakistaanse grootheden als Shahbaz Ahmed (Oranje Zwart) en Waseem Ahmed (Rotterdam) voor langere tijd in Nederland waren. Devindar Walmiki is een van de weinige Indiase hockeyers die een tweede seizoen in de Hoofdklasse gaat spelen.

Na de Olympische Spelen van Tokio denkt Van Ass dat er best meer Indiërs succesvol naar Nederland kunnen komen, zoals Walmiki dat doet. Er lopen genoeg topspelers rond, die in de Hoofdklasse het verschil kunnen maken. ‘Die aanvaller Mandeep Singh, die heeft echt een winnaarsmentaliteit. En Manpreet Singh (verkozen tot beste speler van de wereld 2019, red.), die zou je er in de Nederlandse competitie goed bij kunnen hebben.’


5 Reacties

  1. Eelco Houwink

    Bewonderenswaardig en knap hoe van Ass toch altijd weer die brug blijft slaan tussen culturen, met alle risico’s van dien voor deze spelers - maar ook voor hemzelf. Dat vergt een lange adem, goede kontakten en geduld - en die heeft hij dus allemaal

  2. sven-v

    Mooi verwoord. Mensen zijn geen robots die het kunstje altijd en overal kunnen laten zien, er bestaat echt zoiets als goed in je vel zitten. Iets waar van Ass ook probeert werk van te maken. Hij is erg mensgericht. Ik ben groot fan van de frivoliteit en gebruik. Van intuïtie van het Indiase (en Pakiastaane) hockey. Wat mij betreft mag India het goud pakken in Tokio.

    1. Eelco Houwink

      Nou, ik ben dus ook fan van die frivoliteit (met een klein beetje heimwee naar vroeger...) Die overigens in hun eigen collectief beter voor de dag komt dan met een of enkele spelers in de Westerse, vastere systemen (en vandaar dus de genoemde risico’s) Die Westerse systemen zijn in de grote toernooien toch ook wel echt overheersend de laatste jaren. Maar je weet het nooit, niets is permanent in de sport (vraag maar aan Barça...). Wellicht binnenkort een omslag ...?

  3. aussiepie

    Eenlingen in een team die direct uit India komen hebben veel persoonlijke aanpassingsproblemen wat niet alleen met taal te maken heeft maar vooral cultuur.In australia heb ik vele "sterren" meestal Sikhs in teams gehad maar geen een heeft het "gemaakt".Daarentegen had ik ook een Aussie Sikh team enkele jaren en daarin liep het als een trein.

  4. Eelco Houwink

    Nou dat is ook mijn ervaring, als speler. Ze maken andere/meer acties, hebben andere afspeel momenten, afwijkende ideeën over wanneer je een bal moet spelen, posities en veldbezetting die wellicht bij hun looplijnen horen maar voor ons vreemd aandoen enz. enz. Kan dus ook tot veel irritatie leiden. Tenzij de meerderheid van het team ook zo denkt en doet, Eerlijk gezegd snap ik ook niet wat je als westers denkende coach in die landen te zoeken hebt. En ben dus blij dat ik dat niet ben


Wat vind jij? Praat mee...