Talent Lab Pinoké ‘prototype’ opleiding tot topsporter

Lucas Judge heeft 2 jaar geleden bij Pinoké het Talent Lab opgericht. Het doel van dit lab is om hockeytalenten op te leiden zodat ze beter voorbereid zijn op het leven als topsporter. Het lijkt Judge goed voor het Nederlandse hockey als er meer Talent Labs worden opgericht.

Tussen 2008 en 2010 speelde de Australische Nederlander Lucas Judge 17 interlands voor Nederland en was hij speler van Oranje Zwart en Pinoké. Op dit moment is hij assistent-coach van Laren Dames 1 en trainer bij het Opleidingsteam Meisjes B, een nieuwe initiatief van de KNHB (vanaf dit seizoen). De combinatie van zijn Australische roots en zijn tijd in Nederland geven Judge een unieke blik op topsportcultuur.

Pilot

Het talentontwikkelingsprogramma Talent Lab begon in het seizoen 2014/2015 met een pilot. Judge: ‘We hebben toen 25 jongens uitgenodigd tussen de 15 en 21 jaar, waarbij spelers uit de B1, A1 en Heren 1 in één groep bij elkaar kwamen. Het idee was om spelers uit de verschillende leeftijdscategorieën al vroeg kennis met elkaar te laten maken. Dit jaar is er ook een Talent Lab voor meisjes. In totaal hebben 18 jongens en 17 meiden een uitnodiging ontvangen’.

Mentaliteit, kracht en voeding

Judge laat de jongens en meiden op verschillende manieren kennismaken met de basisprincipes van een leven als topsporter. Daar nodigt hij soms bekende gezichten voor uit. ‘Tijdens het eerste seizoen hield Max Caldas een inspirerend verhaal over tophockey. Ook kwamen 3 ex-internationals en oud-spelers van Pinoké Heren 1 – Jesse Mahieu, Timme Hoyng en Jeroen Koops ­–  hun ervaringen delen. En hebben Andreu Enrich, Jonathon Froeschle en ik een praatje gehouden over hockey in Spanje, Duitsland en Australië en de verschillen met Nederland. Op deze manier worden de topsporters in spé zich al vroeg bewust van belangrijke vraagstukken als ‘hoe ga je om met tegenslag en blessures?’, ‘wat moet ik doen om de top te bereiken?’, en ‘wat wordt er van een topsporter verwacht?’

Naast de bijeenkomsten zijn er ook informatieavonden over het belang van voeding en krachttraining en wordt er aandacht besteed aan een heel belangrijk onderdeel van de topsport: de mentale ontwikkeling en weerbaarheid van de sporter. Juist hiervoor is in reguliere jeugdtrainingen nauwelijks aandacht.

Online lesprogramma

Dit seizoen heeft Judge besloten om meer aandacht te besteden aan mentale training. Hiervoor is hij gaan samenwerken met Prestum.nl. Zij hebben onlangs een online mentale trainingsmodule heeft ontwikkeld, specifiek toegespitst op hockey. De jonge talenten doorlopen een aantal stappen aan de hand van opdrachten. Judge: ‘In 7 modules komen onder meer bewustwording, omgaan met tegenslag en doelen stellen aan bod. De resultaten worden met de teamcoaches besproken. Het in de praktijk toepassen van wat er in de mentale training wordt behandeld, is niet eenvoudig. Juist de coaches spelen hierin een belangrijke rol.’

Naast de mentale training en het uitnodigen van gastsprekers wil Judge dit seizoen ook fysieke tests aan het Talent Lab toevoegen om de jonge spelers zo goed mogelijk voor te bereiden op de overstap naar de senioren.

Volgens Judge is een talentontwikkelingsprogramma een goed idee voor iedere club in Nederland, maar zeker voor een club als Pinoké: ‘Het is een grote club. Er lopen hier veel talenten rond. Om de volgende stap te maken met het eerste heren- en damesteam is het van belang dat er nu wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van talentvolle jeugd. Judge: ‘Je doet het in de eerste plaats voor de ontwikkeling van de jonge spelers zelf, maar het doel is natuurlijk ook om ze op te leiden voor de eerste teams. Zo is het een win-winsituatie voor club en speler ’

Voorbeeld

Met deze specifieke aanpak hoopt Judge een bijdrage te kunnen leveren aan het verdere professionaliseren van de jeugdopleidingen in Nederland. Dat begint al bij hoe de teamcoaches en technische opleiding zich tot elkaar verhouden. Nu zijn dat vaak nog 2 aparte dingen. Judge noemt als voorbeeld dat een coach het ene jaar aan een ambitieus plan kan beginnen met het ene team, om vervolgens het seizoen erop bij een ander team of zelfs een andere club aan de slag te gaan. Vaak gaat dit ten koste van het structureel opleiden van jonge spelers.

Verschil Australië en Nederland

Het opleiden van talent gaat hier anders dan in Australië, het geboorteland van Judge. De coördinatie voor opleiding van talent vindt daar plaats vanuit de provincies. Elke provincie heeft een Academy of Sport. Spelers vanaf 16 jaar worden geselecteerd voor deze Academy en profiteren van allerlei topsportfaciliteiten als sportartsen, voedingsprogramma’s, krachttrainingen en studiebegeleiding.

Daarnaast gaat het opleiden van topsporters in Australië gepaard met het volgen van een studie. Dit is een essentiële ‘missing link’ in Nederland. Judge ziet hier ook mogelijkheden: ‘Ik kan me voorstellen dat op termijn een brede topsportopleiding (zoals het Talent Lab) perspectief biedt voor clubs om samen te gaan werken met onderwijsinstellingen en bedrijven om de combinatie topsport/studie/werk makkelijker te maken.’

Clubcultuur

Dat neemt niet weg dat Judge veel waardering heeft voor de clubcultuur hier in Nederland. ‘Het is natuurlijk heel bijzonder, al die hockeyclubs, de geschiedenis, die traditie. Toen ik naar Nederland kwam keek ik echt mijn ogen uit. Clubs doen hier al zo veel. Ze zijn echt het kloppende hart van de sport. Maar ze kunnen meer doen op het gebied van talentontwikkeling, en dat hoeft niet veel geld te kosten.’.

Keihard werken versus toeval

Tot slot is Judge van mening dat we in Nederland het bereiken van de top te vaak aan het toeval overlaten. ‘Er wordt teveel geleund op natuurlijke talent. Simpelweg omdat er zoveel goede hockeyers zijn. Jonge talenten moeten niet vergeten dat de top bereiken heel hard werken is’.

Op dit moment werkt Judge, naast zijn coachingsactiviteiten, voor de Wageningen Universiteit. Per 1 januari  2016 gaat hij minder werken zodat hij zich meer kan gaan richten op zijn werk als coach en zijn ambities om het topsportklimaat in Nederland te verbeteren.


Wat vind jij? Praat mee...