‘Het is meer van hetzelfde, dan gaat de lol er gauw vanaf’
Voor veel jongens en meiden uit de A-jeugd dreigt de laatste fase van hun hockeyloopbaan als junior te eindigen in mineur. Geen uitdaging van competitiehockey, geen toffe teamactiviteiten en een mogelijk afscheid in stilte van de geliefde club uit hun jeugd. In een serie verhalen kijken we hoe spelers en coaches van de oudste jeugdteams omgaan met de hockeybeperkingen van deze tijd. Vandaag Thomas Foppen, trainer/coach van De Mezen MA1 uit het Gelderse Harderwijk.
De hoofdfoto bij dit verhaal staat onbedoeld symbool voor het hockey in de A-jeugd. De corona-ellende hangt als een donkere wolk boven de oudste jeugd van de 323 hockeyclubs die Nederland rijk is. Uiteraard hebben álle junioren momenteel last van de maatregelen die het onmogelijk maken hun favoriete sport op vertrouwde wijze te beoefenen. Voor de oudste tieners heeft het leed echter een extra dimensie. De jaren die een spetterend slotstuk van hun hockeyjeugd zouden moeten zijn, trekken nu als een groeiende anticlimax aan hen voorbij.
‘Met een A-team is alles gericht op het spelen van wedstrijden’, zegt Thomas Foppen, die begin dit seizoen met MA1 als tweede eindigde in de voorcompetitie van de Tweede Klasse. ‘Het toewerken naar de zaterdag, de wedstrijdspanning die zich opbouwt, het knokken om de punten… Daar doen die meiden het voor. Dat dat nu al maanden niet kan is een groot gemis.’
Laddercompetitie
Net als veel andere hockeyclubs startte De Mezen na de herfstvakantie, bij het ingaan van de tweede lockdown, een interne clubcompetitie op. Zo konden de jeugdteams zich in elk geval nog verheugen op het spelen van wedstrijden, toch de essentie van de sport.
Foppen: ‘Wij hebben in oktober en november een laddercompetitie gespeeld met andere teams binnen De Mezen. Dat zijn niet zomaar wat losse wedstrijdjes, maar een competitie waarbij het resultaat telde. Won je een wedstrijd, dan steeg je een treetje op de ladder. Bij verlies kon je door andere teams weer worden ingehaald. Tussendoor konden teams elkaar uitdagen tot een onderlinge wedstrijd. Als je zo’n potje dan won, dan nam je op de ranglijst de plek over van het team dat je had verslagen.’
MA1 kroonde zich tot trotse winnaar van de laddercompetitie, waarin ze één keer werden uitgedaagd (door MC1) en één keer zelf een team (JB1) konden verleiden tot een krachtmeting. De meiden van Foppen namen het achtereenvolgens op tegen JC1, MC1, JB1, MB2, MB1 en in de finale tegen JA1. De reeks onderlinge wedstrijden resulteerden stuk voor stuk in overwinningen.
‘Het is beter dan niks, zo’n competitie’, zegt Foppen zonder negatief te willen zijn over het initiatief van de club. ‘Het gaf ons een goed gevoel, maar het was op een gegeven moment toch telkens méér van hetzelfde. Dan gaat de lol er gauw vanaf. Binnen De Mezen zijn er maar drie andere Meisjes A-teams. Die vormen geen sportieve uitdaging voor ons, zo eerlijk moet je zijn.’
Dit bericht bekijken op Instagram
Trainingen uitdagend maken
Het valt voor jeugdspelers niet mee om hun energie hoofdzakelijk uit trainingen te halen. Het spelen van wedstrijden is een onlosmakelijk onderdeel van hun hockeybeleving. De huidige situatie in het jeugdhockey voelt voor hen als een smartphone zonder social media apps. Toch merkt Foppen niet dat de motivatie van zijn speelsters te lijden heeft onder de huidige beperkingen.
‘Sinds januari zijn we weer aan het trainen en de opkomst is goed, zoals vanouds’, zegt de coach. ‘Hier speelt het sociale aspect natuurlijk een grote rol. De meiden zijn blij dat ze elkaar dan weer even zien. Voor de sfeer en de gezelligheid in het team zijn die trainingen heel belangrijk, zeker nu andere teamactiviteiten als etentjes niet mogelijk zijn. Het is aan mij om die trainingen ook uitdagend te maken. Het heeft weinig zin om veel shuttles te lopen. Dat motiveert de meiden niet.’
Positief afsluiten
Dat de tweedejaars speelsters in het team van Foppen mogelijk bezig zijn aan de laatste maanden van hun jeugdloopbaan bij De Mezen, zorgt nog niet voor sluimerende somberheid. De meiden die voor komend schooljaar een studie dichtbij huis kiezen, hebben altijd nog de kans om via Dames 1 bij de club aangehaakt te blijven. Maar de kans bestaat uiteraard ook dat een aantal speelsters de club deze zomer wél in mineur verlaat.
‘Stel je gaat volgend jaar studeren in Maastricht, dan zul je als hockeyster niet voor een vervolg in Dames 1 van De Mezen kiezen’, zegt Foppen, die ook coach is van het eerste damesteam. ‘Dan zorgen deze twee coronajaren wel voor een heel bizarre afsluiting van je jeugdperiode bij de club. Da’s best sneu. Ik zou graag zien dat we vanaf april weer competitiewedstrijden tegen teams in de regio mogen spelen, of een mini-competitie tegen andere clubs. Desnoods gaan we door tot in de zomer. Dan kunnen we dit gebroken seizoen in elk geval nog positief afsluiten.’
1 Reactie
JanHeinvdWaals
Herkenbaar.