‘Jeugdinternationals worden nu vooral mentaal getest’

Voor veel jongens en meiden uit de A-jeugd dreigt de laatste fase van hun hockeyloopbaan als junior te eindigen in mineur. Geen uitdaging van competitiehockey, geen toffe teamactiviteiten en een mogelijk afscheid in stilte van de geliefde club uit hun jeugd. In een serie verhalen kijken we hoe de oudste jeugdteams omgaan met de hockeybeperkingen van deze tijd. Vandaag aandacht voor de situatie rond de jeugdinternationals, belicht door prestatiemanager Joost van Geel en Claire Hendriks, teammanager van Nederlands Jongens U18.

Als prestatiemanager van de KNHB is Joost van Geel doorgaans vooral bezig met de programma’s om de aansluiting van spelers en speelsters van Jong Oranje naar het grote Oranje zo soepel mogelijk te laten verlopen. Hij staat in nauw contact met jeugdbondscoaches, Oranje-bondscoaches Max Caldas en Alyson Annan en diverse fysieke en mentale specialisten die werkzaam zijn rond de teams.

Zeker nu ook het hockey van de meeste nationale jeugdploegen – Jong Oranje uitgezonderd – volledig op zijn gat ligt, is er automatisch meer ruimte en aandacht gekomen voor thema’s als fysieke ontwikkeling van de jeugdinternationals (denk aan voeding en slapen) en dan vooral op een zelfregulerende manier. In het wegvallen van structuur en het gebrekkige perspectief op sportief gebied zit hem voor deze ambitieuze, hockeyende tieners momenteel de grootste pijn in deze coronatijd.

Kun je uitleggen wat dat inhoudt, dat zelfregulerend vermogen?
Joost van Geel: ‘Het heeft alles te maken met de vraag: hoe ga ik om met deze situatie en wat wil ik daaruit leren? Wat moet ik als individu doen en laten om toch te bereiken wat ik wil bereiken, ondanks de huidige beperkingen in het hockey? Wat voor perspectief kan ik voor mezelf creëren? Wat voor hulp heb ik daarbij nodig? Zelfregulatie is voor ons altíjd een aandachtspunt, maar het is logisch dat we daar juist in deze periode meer tijd aan besteden. Daarom zetten we nu bijvoorbeeld ook meer in op thema’s als voeding en slapen.’

Hoe reageren de jeugdinternationals op die extra voorlichting?
‘Niemand is natuurlijk ooit gaan hockeyen met het idee om meer over slapen te weten te komen. Maar in deze tijd is het nuttig die voorlichting te intensiveren. De internationals leren in zo’n programma wat slaap met ze doet en hoe ze kunnen zorgen voor bijvoorbeeld een goede slaaphygiëne. Het gaat over het creëren van rust in je slaapkamer en de rol die een iPad of smartphone daarbij speelt, dat soort zaken. Het moet natuurlijk geen veredelde bezigheidstherapie worden. Het kan ze helpen om een bepaalde mindset te ontwikkelen als topsporter.’

Joost van Geel, prestatiemanager van de KNHB. Foto: Koen Suyk

De jeugdselecties hebben al maanden geen competitief toernooi meer gespeeld. Wat is het effect van deze coronaperiode zonder internationale krachtmetingen?
‘Da’s moeilijk te zeggen. Op dit moment hebben we een beperkt idee wat de coronacrisis fysiek en mentaal met de jeugdinternationals doet. Maar wij zijn niet de enige die er last van hebben, het geldt natuurlijk voor alle landen. Het EK U21 in Valencia van juli 2019 was het laatste grote jeugdtoernooi. Da’s alweer een hele poos geleden. Je merkt aan alles dat de honger naar het spelen van wedstrijden enorm groot is. Je weet als speler wel dat je uiteindelijk weer een keer aan spelen toekomt, maar het perspectief op korte termijn ontbreekt volledig. Dat maakt het zo lastig voor ze.

Het wordt interessant om te zien hoe spelers en speelsters deze periode hebben verwerkt als we straks weer regelmatig wedstrijden en toernooien spelen. Het kan echt alle kanten op. Aan ons de taak om dat goed te volgen en erover met ze in gesprek te blijven.’

Heb je enig idee wanneer er weer internationale wedstrijden gespeeld kunnen worden?
‘We zijn met de collega’s in Duitsland, België, Ierland en Engeland in gesprek geweest over een vijflandentoernooi met Pasen, maar dat bleek niet haalbaar. Nu zitten we met de Belgen en Duitsers om tafel om te kijken of we deze zomer tot een aantal onderlinge interlands kunnen komen. Ik ben daar best positief over. Ik moet de coaches rond de nationale jeugdselecties een groot compliment geven. Ze zijn bijzonder creatief en proberen het beste van deze situatie te maken, met activiteiten op én naast het veld. Iedereen wordt in deze periode getest op zijn mentale kwaliteiten en zelfregulerend vermogen. Dat levert sowieso waardevolle informatie op en kan voor de nabije toekomst ook een positief effect hebben.’

 


Wat vind jij? Praat mee...