Het verhaal over de allereerste hockeywedstrijd in Brazilië

Nog 3 dagen en dan beginnen de Olympische Spelen in Brazilië, niet bepaald een hockeyland. In aflevering 5 (slot) van Sambahockey: Herman Jonge Poerink, de Nederlander die de allereerste hockeywedstrijd in Brazilië organiseerde.

‘Ik was vrijgezel’, blikt de inmiddels 87-jarige Herman Jonge Poerink (links achteraan op de foto) terug op één van de grootste avonturen in zijn leven. ‘In Brazilië lopen natuurlijk veel mooie vrouwen rond, maar om me nou helemaal onder te dompelen in die Braziliaanse cultuur…Dat zag ik nou ook weer niet zitten. Ik wilde gewoon hockeyen. Dát was mijn passie. Maar ja, hockey? Daar hadden ze in Brazilië nog nooit van gehoord.’

Een baan in São Paulo

Het is 1952 als Jonge Poerink op 22-jarige leeftijd een baan in São Paulo in Brazilië krijgt. Hij heeft zijn opleiding aan de textielschool net afgerond en wil iets van de wereld zien. Zijn reis naar Brazilië betekent wel dat hij afscheid moet nemen van DKS, dé hockeyclub uit het oosten van Nederland, waar hij enkele jaren in Heren 1 heeft gespeeld.

Eenmaal in São Paulo ontmoet Jonge Poerink 2 andere Nederlanders: Jan de Voest, een oud-studiegenoot, en Harry Kuipers, een oud-eersteklasser bij EMHC in Eindhoven. Met z’n 3-en zijn ze vastberaden om een hockeywedstrijd te organiseren. Volgens Jonge Poerink, de initiatiefnemer, is dat de allereerste wedstrijd in Brazilië ooit. 1 van de 1e dingen die ze doen is het importeren van sticks, ballen en legguards uit Nederland.

Geen veld

‘We hadden alleen geen veld’, vertelt Jonge Poerink. ‘Daarom werden we lid van een Engelse sportvereniging, waar voetbal, rugby en cricket werd gespeeld. We mochten van hun velden gebruik maken.’

Op zaterdag 19 juli 1952 breekt het memorabele moment dan eindelijk aan. Op een voetbalveld zijn met wit lint de lijnen voor het hockeyveld uitgezet. Een groep Nederlanders, die met Jonge Poerink in contact zijn gekomen, gaat het opnemen tegen een groep Duitsers en Oostenrijkers, die in hun vaderland al eens geveldhockeyd hebben.

’50 of 60 man op de tribune’

‘Er was alleen 1 probleem. We hadden allerlei mensen uitgenodigd, ik denk dat er zo’n 50 of 60 man op het kleine tribunetje zaten. De consul, de directeur van Philips, dat soort mensen. Philips had de doelen ook geleverd. Maar wat denk je? De tegenstander kwam niet opdagen! Nou, toen zijn we ze gaan halen. Je denkt toch niet dat we alles voor niks hadden geregeld?’

Het werd een mooie wedstrijd, aldus Jonge Poerink. Zó mooi dat er daarna een kleine, lokale hockeycompetitie kon worden opgericht. ‘De uitslag weet ik niet meer. Al durf ik wel te zeggen dat wij gewonnen hebben.’

Lees ook


Wat vind jij? Praat mee...