Bronzen EK 2010 zet zaalhockey in Nederland op de kaart

De lichten zijn gedoofd in het Topsportcentrum Almere. Het wordt stil in de zaal. Het duel in de halve finales van het EK tussen Nederland en Rusland staat op het punt van beginnen. Begeleid door de bundel licht van de spotlight komen de spelers een voor een de vloer op. De Oranje Heren worden toegejuicht door het publiek in de uitverkochte hal. Alle opofferingen om hier te staan, de dubbeltrainingen drie keer in de week, zijn voor even vergeten.

‘We kwamen à la basketballers op. Dat zag je in Duitsland, maar niet eerder in Nederland. Dat waren voor ons wel unieke momenten’, zegt Daan van der Wilk, de aanvoerder van het Nederlands zaalteam tijdens het EK in 2010, waaraan Oranje uiteindelijk een bronzen medaille overhoudt.

Keerpunt

Het Europees kampioenschap in eigen land betekent een keerpunt voor het zaalhockey in Nederland. ‘Het is een transitietoernooi geweest in de zin dat het zaalhockey in Nederland op de kaart is gezet. Er is meer kennis van zaalhockey in Nederland gekomen. De groep die in 2006 is gestart heeft de basis gelegd voor de winst van de wereldtitel in 2015.’

Daan van der Wilk omhelst teamgenoot na een overwinning op het EK 2010 in Almere. Foto: Frank Reelick

Met 2006 heeft Van der Wilk een belangrijk jaartal genoemd. Dat jaar degradeert de Nederlandse zaalploeg bij het EK in Eindhoven uit de A-poule zonder ook maar een wedstrijd te winnen. Het is voor de bond het signaal om het roer om te gooien.

Er waren ook niet heel veel clubs die het zaalhockey serieus namen. Daan van der Wilk, aanvoerder Oranje Heren Zaal tijdens EK 2010

Van der Wilk: ‘Het zaalhockey was ondergeschikt aan het veldhockey. In de winterperiode gingen de veldinternationals op stage, waardoor zij niet beschikbaar waren voor het zaalhockey. Er waren ook niet heel veel clubs die het zaalhockey serieus namen. Na de degradatie van Nederland had de KNHB iets van: er moet wel iets gaan gebeuren. We kunnen wel blijven aanmodderen met het zaalhockey, maar dan pendelen we steeds tussen de A- en B-poule.’

De eerste stap is het aanstellen van een nieuwe bondscoach. In haar zoektocht komt de bond uit bij de Duitser Robin Rösch. Het is geen verrassing dat er wordt gekeken bij de oosterburen. Duitsland is het mekka van het zaalhockey. In de wintermaanden verhuizen de internationals traditioneel van het veld naar de zaal. Er wordt dan ook niet raar opgekeken als Christopher Zeller, Moritz Fürste of Christopher Ruhr bij een zaalwedstrijd aan de afslag staat. De sport is immens populair in Duitsland en de tribunes zitten vol bij competitiewedstrijden. Het nationale herenteam is in de periode tussen 1974 en 2006 onafgebroken Europees kampioen en in 2003 wordt daaraan de wereldtitel gevoegd. Kortom, de meeste zaalkennis zit in Duitsland.

Daan Meurer in actie tijdens de strijd om het brons tegen Spanje op het EK 2010. Foto: Frank Reelick

Rösch geen onbekende

De dan 35-jarige Rösch is geen onbekende voor de Nederlandse hockeywereld. Hij was coach bij de heren van Eindhoven en de dames van Venlo en Den Bosch. Rösch krijgt de opdracht om het Nederlands zaalteam uit het dal te trekken.

Van der Wilk: ‘Robin is een peoplemanager. Je kon grappen over én met hem maken. Er zullen weinig mensen zijn die hem niet mogen. Dat is wel een kwaliteit van hem. Er was wederzijds heel veel respect. Hij kon een goede balans vinden tussen gezelligheid, plezier hebben in trainingen en afspraken nakomen.’

Hij heeft ons technisch en tactisch heel veel geleerd. Daan van der Wilk over bondscoach Robin Rösch

‘Een van de eerste dingen die Robin tegen ons zei, was dat we de balken zo min mogelijk moesten gebruiken’, gaat Van der Wilk verder. ‘Wij dachten tot dat moment: we kunnen die bal zo hard mogelijk tegen de balk aan gooien en dan kan ie naar voren. Hij heeft ons technisch en tactisch heel veel geleerd. We hadden natuurlijk een gigantische achterstand op het gebied van kennis van zaalhockey. Wij waren eigenlijk veldhockeyers in de zaal.’

‘Als Robin zei: We gaan met z’n allen naar links, ging iedereen blind naar links. Iedereen had blind vertrouwen in Robin en we zagen dat we steeds beter werden. We kregen er vertrouwen in.’

Robert Tigges juicht na een doelpunt in de strijd om het brons tegen Spanje tijdens het EK 2010. Foto: Frank Reelick

Grote doel: WK in 2011

De spelersgroep heeft zich ten doel gesteld om naar het WK Zaal in 2011 te gaan. Hiervoor moet de ploeg zich bij de beste zes zien te scharen bij het EK in 2010. Maar om dat Europees kampioenschap te spelen, moet de ploeg eerst in 2008 zien te promoveren uit de B-poule. Oranje gaat hard aan de slag om die eerste stap te maken.

‘Wij trainden drie keer in de week in Almere’, zegt Van der Wilk. ‘Van 08.00 tot 10.00 ‘s ochtends en vervolgens van 11.00 tot 13.00 uur. Op die manier konden de werkenden terug naar kantoor om zodoende nog een halve dag te kunnen werken. Robin kwam drie keer per week vanuit Mönchengladbach rijden. Hij zat om vier ’s nachts in de auto. Wij zagen wat voor opofferingen hij maakte als coach en hij zag de opofferingen die wij maakten. Hierdoor ontstond er echt een team.’

Er waren nauwelijks financiële vergoedingen. Daan van der Wilk, aanvoerder van de Oranje Heren Zaal

Van der Wilk: ‘Wij gingen bijvoorbeeld naar Mönchengladbach om een wedstrijd te spelen. 2,5 uur heen in de auto en 2,5 uur terug. We hadden geen budgetten om daar te kunnen slapen. Ja, voor een keertje maar niet vier, vijf keer. Er waren nauwelijks financiële vergoedingen.

Met de samenstelling van de selectie wordt een duidelijke keuze gemaakt. Veldinternationals komen niet meer in aanmerking voor Oranje Zaal. ‘We waren niet de beste hockeyers, maar op dat moment wel de betere zaalhockeyers van Nederland. Je had met de broertjes Hertzberger jongens uit Rotterdam. Kristiaan Timman hockeyde bij Amsterdam en had bij het Nederlands elftal gezeten. Ikzelf speelde bij Pinoké en kwam van HGC. Paul Maas kwam uit Eindhoven en Bob Veldhof helemaal uit België.’

Feest in Topsportcentrum Almere na een zege van de Oranje Heren Zaal tijdens het EK 2010. Foto: Frank Reelick

Unieke groep

‘Het was een unieke groep met allerlei persoonlijkheden, maar we streefden wel hetzelfde doel na. Iedereen had z’n rol binnen het team. Ingwer Wiese was een balvirtuoos. Die kon alles met de bal op de vierkante centimeter. Robin zei tegen hem: dat moet je gewoon heel goed doen en als je in de cirkel bent, moet je een corner halen. Met Daan Meurer en Robert Tigges hadden we een goede strafcorner. Zij moesten de bal erin pushen. Iedereen wist ook wat ie moest doen.’

Het EK voor B-landen in Kopenhagen verloopt succesvol. Oranje eindigt als eerste en promoveert samen met Denemarken naar het hoogste niveau. ‘We hadden er hard voor getraind, maar wonnen vrij gemakkelijk. We stonden tegen teams als Wit-Rusland en Portugal. Die landen hadden evenveel of meer zaalervaring, maar wij waren technisch veel beter’, zegt Van der Wilk.

Tweede stap op weg naar WK

De eerste horde is genomen. De tweede stap om het WK in 2011 te halen moet worden genomen in eigen land. Het EK in 2010 wordt in Almere georganiseerd. Op dat toernooi kan Oranje zich verzekeren van een WK-ticket als de ploeg bij de eerste zes landen eindigt.

‘Het was super gaaf om op een EK te staan waar familie, goede vrienden en vriendinnen op de tribune zaten. In die periode nam het zaalhockey zoveel tijd in van je dagelijks leven en nu konden we zeggen: kom naar Almere en zie met eigen ogen wat zaalhockey is.’

Voorafgaand aan het toernooi is de verwachting dat Oranje om lijfsbehoud zou moeten knokken. In de poulefase treft Nederland naast Tsjechië de zaalgrootmachten Oostenrijk en Duitsland.

We verloren de eerste wedstrijd met 6-2 van Oostenrijk. Dat was wel even slikken. Daan van der Wilk over het openingsduel van het EK in 2010

‘We wisten eigenlijk niet zo goed waar we stonden. We verloren de eerste wedstrijd met 6-2 van Oostenrijk. Dat was wel even slikken. Het was duidelijk. Oké, er is nog een groot verschil tussen de Europese top en waar wij staan’, zegt Van der Wilk.

‘Tsjechië was daarna het sleutelduel. We wonnen met 5-4. De volgende dag was het uitverkocht in Almere. Het was helemaal oranje. We liepen de zaal binnen en stonden te kijken: wow, wij gaan hier straks spelen. Dat is toch wel gaaf. Wij wonnen met 1-0 van Duitsland door een doelpunt van Robbert van de Peppel. Hierdoor plaatsten we ons voor de halve finales en dat betekende ook dat we ons hadden gekwalificeerd voor het WK het jaar daarop.’

Robert Tiggens aan de bal in het duel tegen Oostenrijk tijdens het EK 2010 in Almere. Foto: Frank Reelick

Geluk

‘We hadden wel het geluk dat Duitsland met een onder 23 team kwam’, gaat Van der Wilk verder. ‘Er zaten talentvolle jongens in de selectie, maar de topinternationals deden niet mee. Dat is de reden waarom we brons hebben gehaald op het EK. We hadden niet van Duitsland gewonnen als alle Duitse veldinternationals hadden meegedaan. Dan hadden om degradatie moeten spelen.’

In de halve eindstrijd wacht later op de avond titelverdediger Rusland. ‘Het spelen van die halve finale was voor ons iets fantastisch. We verloren met 6-3 van de Russen. Dat was terecht. Het veldspel van ons was goed, maar die Russen verdedigden als leeuwen. De eerste vier keer dat ze in onze cirkel kwamen was het een goal. Daar werd de effectiviteit wel bewezen. Daarin kwamen wij nog ervaring tekort.’

Bronzen afsluiting

Het EK dat al een succes was vanwege kwalificatie voor het WK wordt uiteindelijk afgesloten met een prijs. In de strijd om het brons wordt Spanje met 5-2 verslagen. ‘Op dat moment was het voor ons het hoogste wat we in onze hockeycarrière hadden bereikt. Na afloop zijn we met het hele team nog Amsterdam ingegaan. Daar hebben we wel een mooi feestje gevierd.’

(Bovenste rij v.l.n.r.) Frank Wijbenga (video-operator), Bas van der Pol (fysiotherapeut), Robin Rösch (coach), Daan Meurer, Don Prins, Paul Maas, Robert Tigges, Kristiaan Timman, Maurits Hertzberger, Bob Veldhof, Bob Boerma (manager), Florian Keller (assistent-coach, Patrick Bakker (analist). (Onderste rij v.l.n.r.) Willem Hertzberger, Daan van der Wilk, Ingwer Wiese, Robbert van de Peppel, Vincent van de Peppel. Foto: Frank Reelick

Na het EK zet Van der Wilk een punt achter zijn internationale zaalcarrière. ‘Ik vond het mooi geweest. Ik heb nog een jaar in de Hoofdklasse Zaal gespeeld en ben daarna bij Huizen op een lager niveau gaan spelen. Het EK was hartstikke mooi. De prestaties waren goed en ik denk dat het een promotie voor het zaalhockey in Nederland was. In de afgelopen tien jaar is het niveau van het zaalhockey gigantisch omhoog gegaan. De groep die in 2006 is gestart heeft de basis gelegd voor wat er in 2015 is bereikt’.

Wereldtitel

In 2015 behaalt het Nederlands zaalteam in Leipzig de wereldtitel door zaalbolwerken als Duitsland en Oostenrijk te verslaan. Van der Wilk maakt het hoogtepunt in de Nederlandse zaalhistorie bij de heren mee als manager van de ploeg. ‘Het is leuk om het vanaf de andere kant te bekijken. Ik kende een aantal jongens heel goed en kon lezen en schrijven met Robin. Het was hard werken, maar het ging hartstikke goed.’

Het zijn prachtige momenten in het hockeyleven van Van der Wilk. ‘Het was top. Sommige jongens zie en spreek ik regelmatig. Als je weer met z’n allen bij elkaar bent, is het weer ouderwets. Je hebt leuke dingen met elkaar meegemaakt en die moet je koesteren.’

De kansen liggen er zeker, maar het zal een lastige opgave worden. Daan van der Wilk over de kansen van Oranje Heren Zaal op het EK in Berlijn

Komende vrijdag begint in Berlijn het EK. Oranje is er weer bij, nadat de ploeg in 2016 degradeerde en twee jaar later weer promoveerde naar het hoogste Europese niveau. ‘Ze zullen heel hard moeten werken om de halve finales te halen en als ze die halen is dat hartstikke knap. Ik gun die gasten dat ze heel hoog gaan eindigen. De kansen liggen er zeker, maar het zal een lastige opgave worden.’

Uitslagen EK Zaal 2010

Oostenrijk – Nederland 6-2
Tsjechië – Nederland 4-5
Duitsland – Nederland 0-1
Halve finale: Rusland – Nederland 6-3
Om het brons: Nederland – Spanje 5-2


Wat vind jij? Praat mee...