Hockeysport in Nederland 130 jaar geleden ‘geboren’ op Museumplein

Het is vandaag precies 130 jaar geleden dat een twaalftal spelers op het terrein achter het Rijksmuseum, het huidige Museumplein, de hockeybal aan het rollen bracht voor de eerste gerapporteerde hockeywedstrijd in Nederland. Hiermee werd de basis gelegd voor de sport die we nu beoefenen.

Op de gehavende grasmat van het Museumplein speelt een groep mannen een partijtje American Football op een door pionnen afgezet veldje. De kou, het flauwe zonnetje en het coronavirus zorgen ervoor dat het plein er deze februari-ochtend rustig bij ligt. Op hier en daar een hardloper na, zijn de mannen de enige sporters. Anderen lopen richting de huidige trekpleisters van het Museumplein: de musea. Tegenwoordig herinnert niets meer aan de rol die deze plek heeft gespeeld in de sportgeschiedenis van Nederland.

Het is eind negentiende eeuw als verschillende sporten vanuit Groot-Brittannië in ons land worden geïntroduceerd. Het terrein achter het Rijksmuseum, dat in 1885 wordt geopend, blijkt vanwege de ruimte uitermate geschikt voor sportbeoefening. Er worden paardenrennen georganiseerd en in 1886 vindt de eerste atletiekwedstrijd plaats. Zeven jaar later wint schaatser Jaap Eden, de eerste Nederlandse sportheld, de wereldtitel allround.

Het Rijksmuseum. Foto: hockey.nl

Pim Mulier

Een jaar eerder rolt op het terrein de hockeybal voor het eerst. Mede dankzij Pim Mulier, Nederlands bekendste sportpionier, is de sport in 1891 geïntroduceerd. In eerste instantie gaat het niet om het hockey zoals wij dat kennen, maar wordt de variant op het ijs, bandy geheten, in Nederland beoefend.

In die pioniersfase van de sport spelen twee vrienden van Mulier, Cornelis Dudok de Wit en Antoon Abspoel, een belangrijke en doorslaggevende rol. Het tweetal is bekend in de Nederlandse sportwereld, die in ontwikkeling is. Dudok de Wit organiseert in zijn villa Slangenvecht in Breukelen sportfeesten. Hij houdt zelf van zwemmen en met name van wandelen. Die laatste sport levert hem de bijnaam Kees de Tippelaar op. In 1865 loopt Dudok de Wit als eerste westerling dwars door Java. Abspoel doet aan gymnastiek en wielrennen en specialiseert zich daarna in krachtsporten. Tegen de eeuwwisseling gaat hij aan de slag als sportjournalist bij De Telegraaf en later het Algemeen Handelsblad. Collega Jan Feith omschrijft Abspoel als een ‘goedaardige reus’, die ‘de tors van een klassieke worstelaar’ bezit.

Het duo heeft plannen om een club op te richten. Het wordt uiteindelijk een combinatie van een hockey- en bandyclub. Dudok de Wit en Abspoel merken dat voor bandy oefenen op gras zijn vruchten afwerpt op het ijs en omdat de winters in Nederland steeds warmer worden en daardoor natuurijs steeds minder voorkomt, besluiten ze de mogelijkheid om hockey te beoefenen ook in de statuten van de nieuwe club op te nemen.

Aankondiging van de eerste onderlinge wedstrijd op het Museumplein. Er staat 1891, maar dat moet 1892 zijn. Uit Nederlandsche Sport van 6 februari 1892.

Oprichting Amsterdam

Op 28 januari 1892 komen 25 man bij elkaar in het American Hotel in Amsterdam voor de oprichtingsvergadering van de Amsterdamsche Hockey Club. Het is daarmee de eerste hockeyclub op het Europese vasteland. De naam wordt in de loop van het jaar veranderd in Amsterdamsche Hockey & Bandy Club, kortweg AH&BC of Amsterdam. Initiatiefnemers Dudok de Wit en Abspoel zijn de eerste voorzitter en secretaris-penningmeester.

Tien dagen later, op zondag 7 februari, komen twaalf spelers, onder wie Dudok de Wit en Abspoel, op het Museumplein bij elkaar om onderling een partijtje hockey te spelen. Amsterdam heeft als nieuwbakken club nog geen eigen accommodatie, dus rolt de bal vanaf 10.00 uur op het voetbalveld.

Naast Dudok de Wit en Abspoel staan er nog tien anderen op het veld. Zonder overdrijving kunnen zij worden aangemerkt als de founding fathers van het hockey in Nederland.

Dat het hockeyspel ook op het land een hoogst aangenaam en ambitieus spel is. Nederlandsche Sport over de eerste onderlinge wedstrijd op het Museumplen 130 jaar geleden

Hoe de onderlinge wedstrijd verloopt, weten we niet. Er is geen wedstrijdverslag. Wat we wel weten, is dat het veld niet echt geschikt was voor hockey en het op die zevende februari met een temperatuur van nog geen drie graden flink koud was. Het blad Nederlandsche Sport besteedt er in de uitgave van 13 februari twee alinea’s aan en heeft het abusievelijk over 7 januari in plaats van 7 februari. Het tijdschrift concludeert: ‘dat het hockeyspel ook op het land een hoogst aangenaam en ambitieus spel is.’

Het verslag over de eerste onderlinge wedstrijd in 1892 op het Museumplein. Uit Nederlandsche Sport van 13 februari 1892

De eerste stap is gezet, maar de volgende stappen zijn aarzelend. Pas twee jaar later volgt de eerste wedstrijd tussen twee clubs. Op tweede kerstdag spelen Amsterdam en Haarlem tegen elkaar. In 1898 volgt de oprichting van de hockeybond, maar de sport neemt dertig jaar daarna pas echt een vlucht na het zilver van de Oranje Heren op de Olympische Spelen van Amsterdam.

Lees ook:


Wat vind jij? Praat mee...