Regelwijziging pakt succesvol uit voor Oranje Dames Zaal

Er verschijnt een glimlach op het gezicht van Karin den Ouden als ze naar de lijst met namen van de selectie van de Oranje Dames Zaal kijkt. ‘Ja. Oh ja. Jaaa’, klinkt het als teken van herkenning uit de mond van de aanvoerster van het team, dat in 2014 in Praag voor de eerste keer de Europese zaaltitel verovert. ‘Ik zat laatst nog foto’s terug te kijken en dacht: oei, oei, oei. Dit is wel eventjes geleden.’

Den Ouden heeft in 2015 afscheid genomen van het tophockey. Na zeven seizoenen Den Bosch vindt ze het mooi geweest. Met de Bossche formatie wint Den Ouden vijf landstitels en in 2013 verovert ze met Den Bosch als eerste Nederlandse ploeg de Europa Cup Zaal. Tussen 2010 en haar afscheid vijf jaar later is Den Ouden een vaste waarde in het Nederlandse zaalteam. Met Oranje speelt ze drie EK’s en twee WK’s. Het EK in 2014 is haar laatste Europese titeltoernooi.

5-tegen-5

‘Ik herinner me dat het een experimenteel toernooi was’, begint Den Ouden haar verhaal over dat EK. De internationale hockeyfederatie voert in het najaar van 2013 een regelwijziging door waardoor het zaalhockey niet met zes maar met vijf spelers wordt gespeeld. De FIH wil met 5-tegen-5 het zaalhockey attractiever maken. Met een speler minder op de vloer komt er meer ruimte om acties te maken en openingen te vinden zo is de gedachte achter de regelwijziging. Het EK is het eerste internationale toernooi waarbij de nieuwe reglementen gelden.

‘We hebben ons best gedaan om er iets van te maken en zagen als een van de weinige landen een voordeel in 5-tegen-5’, zegt Den Ouden. ‘Bij 6-tegen-6 was de structuur duidelijk en nu hadden we de kans om iets nieuws te bedenken. Creativiteit is toch wel iets waar de Nederlandse teams meer in uitblinken dan de Oost-Europese tegenstanders of de Duitsers in dit geval.’

Clubcompetitie wel aangepast

Den Ouden: ‘De Duitsers bleven in hun competitie 6-tegen-6 spelen. In Nederland hebben wij de clubcompetitie wel aangepast naar 5-tegen-5. Maar dat gold alleen voor de senioren. De jeugd speelde wel weer 6-tegen-6. We speelden met Oranje vaak oefenwedstrijden tegen Jongens A, maar zij speelden dus geen 5-tegen-5. Het was dan ook even zoeken naar de juiste tegenstanders.’

Bondscoach Marieke Dijkstra houdt een teambespreking in de aanloop naar het EK 2014 in Praag. Foto: Koen Suyk

Voor het Europees kampioenschap in de Tsjechische hoofdstad behoort Nederland tot de favorieten, hoewel de ploeg op WK’s succesvoller is dan op Europese titeltoernooien. Op het WK in 2007 wordt de wereldtitel behaald en vier jaar later zijn de Oranje Dames verliezend finalist. Het Europees kampioenschap in 2008 eindigt met brons, maar op de EK-edities van 2010 en 2012 grijpt Nederland met een vierde plek net naast het eremetaal.

Er zat heel veel positiviteit, kracht en energie in deze groep. Karin den Ouden aanvoerder Oranje Dames Zaal over de EK-selectie

‘We voelden dat we als groep redelijk veel ritme kregen in dat 5-tegen-5’, zegt Den Ouden over de aanloop naar het toernooi. ‘Het draaide lekker en het viel goed in elkaar. We hadden een relatief nieuwe groep met jonkies zoals Laurien Leurink. Maar we hadden nog genoeg ervaring met onder meer Vera Vorstenbosch, Kiki Collot d’Escury en Adinda Boeren. De meesten hadden al een paar toernooien gespeeld. Er zat heel veel positiviteit, kracht en energie in deze groep.’

Oranje staat onder leiding van Marieke Dijkstra. Jarenlang is zij een van de dragende en bepalende krachten van het team. ‘Het was eigenlijk een heel logische overstap. Als speler was Marieke al coach. Langs de lijn is ze dezelfde persoon als in het veld. Het zal voor haar moeilijker geweest zijn dan voor ons’, zegt Den Ouden.

Bondscoach traint mee

‘Dat jaar deed ze ook regelmatig mee op de training. Ook zij moest wennen aan 5-tegen-5. Waar liggen de ruimtes? Welke nieuwe dingen moeten we proberen? Ze deed altijd goed haar huiswerk en dacht na wat we het beste konden doen tegen een tegenstander.’

Bondscoach Marieke Dijkstra won zowel als speelster als bondscoach de wereldtitel in de zaal. Foto: Koen Suyk

De Oranje Dames beginnen het EK in Praag met een 7-0 zege op Engeland. Den Ouden zet de ploeg al na vijf minuten op het spoor van de overwinning. De Oranje-verdediger blijkt haar aanvallende instincten nog niet te hebben verloren.

Linies opgeschoven

‘Ik stond in de zaal altijd voorin, maar dit was het eerste jaar dat ik achterin speelde. Marieke stond zelf heel lang achterin. Het was een beetje zoeken. Wie gaat wat doen? Bij Den Bosch stond ik op het veld ook altijd achterin. Ik vond het niet zo heel erg. Met wat meer ruimte op het veld hadden we ook wat meer snelheid achterin nodig. Dat was wel een van mijn sterkste punten.’

Later op de dag wordt Duitsland met 9-5 verslagen en is Oranje al verzekerd van een plek in de halve finales. ‘Die negenklapper was wel bijzonder. Het was de eerste keer dat we in een eindtoernooi van Duitsland wonnen. Zij hadden wel een aantal toppers, maar speelden niet met hun allersterkste selectie’, zegt Den Ouden.

Te makkelijk doelpunten tegen

De volgende dag wordt de laatste poulewedstrijd met 4-2 verloren van Tsjechië, de ploeg die een dag eerder nog door de Duitsers is opgerold (10-0). ‘We waren nog iets te euforisch na de winst op Duitsland. Toen hebben we nog wel een gesprekje met elkaar gevoerd. We kregen heel makkelijk de doelpunten tegen.’

De Ouden: ‘Er vielen geen harde woorden. Het was een kort gesprek. Je kijkt even waar het tactisch mis is gegaan. Ja, de puntjes op de i zetten. Een beetje chagrijnen kan ook wel weer goed zijn om weer de kracht voorwaarts te krijgen. Het was ook wel een goede wake-upcall.’

(Staand v.l.n.r.) Larissa van der Grijn (fysiotherapeut), Hillegonde van Dalsen (manager), Kiki Collot d’Escury, Vera Vorstenbosch, Laurien Leurink, Pien van Nes, Marieke Dijkstra (bondscoach), Jisse Waasdorp (assistent-bondscoach) en Ewout Schroder (video). (Zittend v.l.n.r.) Adinda Boeren, Lieke van Wijk, Mila Muyselaar, Karin den Ouden, Denise Admiraal, Donja Zwinkels, Lieke Hulsen en Alexandra Heerbaart. Foto: Ben Haeck

Dipwedstrijd

‘Je hebt altijd ergens in een toernooi een dipwedstrijd. En die wedstrijd zit meestal op het moment dat je het een klein beetje laat vieren. Ik denk dat wij al bezig waren met de halve finale die we ’s middags moesten spelen.’

In de halve finales is Polen de tegenstander. Nederland komt snel op voorsprong via Laurien Leurink, maar Polen gaat met een 2-1 voorsprong de rust in. Die stand blijft heel lang op het bord staan. Een minuut voor tijd dwingt Leurink met haar tweede doelpunt shoot-outs af, waarin Nederland koelbloediger is dan de Poolse dames.

Adinda Boeren held tijdens shoot-outs

‘Shoot-outs in de halve finale. Dat wil je niet. Dat is iets ergs. Gelukkig hadden we met Adinda daarin een hele goede keeper’, zegt Den Ouden. ‘Je hele toernooi valt of staat of je die finale haalt of niet. Opeens hangt dat af van drie ballen. Dat maakt het achteraf heel leuk, maar op dat moment is het super spannend.’

Den Ouden: ‘Het zou een teleurstelling zijn geweest als we om de derde en vierde plaats hadden moeten spelen. Je wordt eerste in de poule en wint van Duitsland. Als je er dan uitvliegt dan ga je heel verdrietig naar huis. Dat was al een keer gebeurd in een toernooi daarvoor, maar dit keer viel het de goede kant op.’

Weer Duitsland

In de finale is Duitsland opnieuw de tegenstander en ook dit keer trekt Oranje aan het langste eind. Pien van Nes, Donja Zwinkels en Vera Vorstenbosch bezorgen Nederland de eerste Europese zaaltitel bij de dames.

‘Het gebeurt bijna nooit dat je twee keer van Duitsland wint in een toernooi. Van de finale weet ik niet meer zo heel veel van behalve we dat we heel degelijk speelden en het zelfvertrouwen hadden dat we konden winnen van de Duitsers. Op de beker stond heel vaak Duitsland ingegraveerd. En nu stonden wij er tussen. Dat was wel heel bijzonder.’

5-tegen-5 afgevoerd

Een jaar na de winst van de Europese titel wordt in Leipzig ook de wereldtitel veroverd. Na dat WK voert de FIH opnieuw een reglementswijziging door. 5-tegen-5 wordt weer afgevoerd en het zaalhockey wordt weer 6-tegen-6. Het blijkt in de praktijk dat het spel met vijf spelers te defensief werd.

‘Veel teams durfden eigenlijk niet meer aan te vallen en gingen op hun eigen cirkel staan. Daar werd het spel natuurlijk niet attractiever van. De tactische mogelijkheden van 6-tegen-6 zijn gewoon groter. Dat snapte ik ook. We hebben goed gebruikgemaakt van de tijdelijke regelwijziging. Het kan geen toeval zijn dat die regel daarna ongedaan is gemaakt’, knipoogt Den Ouden tot besluit.

Uitslagen EK Zaal 2014

Nederland – Engeland 7-0
Nederland – Duitsland 9-5
Tsjechië – Nederland 4-2
Halve finale: Nederland – Polen 2-2 Nederland w.n.s. (1-0)
Finale: Duitsland – Nederland 0-3


Wat vind jij? Praat mee...