Rondje om de aarde leverde Oranje Dames wereldtitel én erkenning op

In de laatste weken van 2021 blikken we terug op de moeder van alle successen in het Nederlandse hockey. Vijftig jaar geleden veroverde het Nederlands elftal in Nieuw-Zeeland de allereerste wereldtitel in het vrouwenhockey. De WK-deelname maakte deel uit van een unieke trip van twee maanden door vijf landen, destijds de langste reis die ooit door een groep Nederlandse sporters werd ondernomen. De wereldtitel betekende voor het vrouwenhockey in ons land een definitieve stap uit de anonimiteit.

‘Ik heb de hele zomer teruggedacht aan onze reis’, zegt Marjolijn Bakker, de sterke rechtsback in het Oranje van toen. ‘Door het EK en de Olympische Spelen was er zoveel aandacht voor hockey, dat bij mij automatisch de herinneringen aan de reis en aan het toernooi in Auckland naar boven kwamen. Ik heb de afgelopen periode regelmatig mijn plak- en dagboeken van vijftig jaar geleden doorgebladerd. Heerlijk!’

De reis werd in juli 1971 in de kranten bestempeld als ‘het grootste avontuur uit de geschiedenis van het dameshockey’. En zo voelde het ook zeker voor Smabers-Bakker en haar veertien teamgenoten, van wie Rietje Küper (29) en Anneke Staring (28) de oudsten waren en Frederiek Tange (19) en Margot Plate (19) de jongsten.

‘In totaal waren we 8,5 week van huis, echt ongekend’, zegt Bakker, de moeder van Hanneke, Lieke en Minke Smabers (Oranjes recordinternational met 312 caps). ‘We vonden dat geweldig, maar tegelijkertijd ook verschrikkelijk spannend. Het waren bijzondere landen die we bezochten, plekken waar je niet zo snel meer zou komen. En reizen per vliegtuig was helemaal niet zo normaal als het tegenwoordig is. En gevlógen dat we hebben. Voor mijn gevoel was het vliegtuig in, vliegtuig uit, haha.’

180 speelsters in voorselectie

De deelname aan het eerste wereldtoernooi van de IFWHA – de toenmalige International Federation of Women’s Hockey Associations – was een uiterst serieuze aangelegenheid voor de Nederlandse bond. De selectieprocedure begon al in september 1970. Trainer Charles de Bock selecteerde in overleg met de technische commissie van de KNHB dertig
speelsters per district, wat neerkwam op een totaal van 180 (!) hockeysters. Op de districtsdag in oktober werden uit die gigantische groep dertig speelsters uitgekozen, die de rest van het jaar vooral trainden op loop- en stickwerk onder leiding van De Bock en Hans van Hemert.

Trip door bijzondere landen

In januari 1971 bracht De Bock zijn trainingsgroep terug naar 24 speelsters, die tot mei doortrainden. Daarna vielen er nog eens vier af. Van de overgebleven twintig werden vijftien aangewezen om de reis naar Nieuw-Zeeland mee te maken. Geen rechtstreekse vlucht, maar eentje via Trinidad, Jamaica en Tahiti. In die landen zou Oranje als voorbereiding op het toernooi nog een flink aantal oefeninterlands spelen.

Eenmaal in het Nieuw-Zeelandse Auckland aangekomen zou de ploeg van De Bock nog zes wedstrijden tegen regioteams afwerken in de aanloop naar de eerste groepswedstrijd op het wereldtoernooi. Daarna zou het team na een paar wedstrijden in Zuid-Afrika weer naar Nederland terugkeren. Een enorme reis, mogelijk gemaakt door subsidies van onder meer de Nederlandse Sport Federatie (NSF).

Opvallend is dat trainer De Bock de reis aan zich voorbij laat gaan. Zijn taken worden acht weken lang overgenomen door oud-international Jo Jurrissen. De verklaring? Mannen werden destijds als ongewenst gezien in de volledig door vrouwen beheerste wereld van de strijd om de wereldtitel.

20 juli 1971: De Oranje Dames verzamelen zich op Schiphol, vlak voor vertrek naar Trinidad. Foto: Hockey Sport

Strenge regels

Al in de eerste oefenwedstrijden in Trinidad werd duidelijk dat de intensieve voorbereiding van Oranje zich uitbetaalde. De vele trainingen in het Wagener Stadion en de sportbegeleiding op Papendal wierpen zijn vruchten af. Door het sportdieet en de leefregels van dokter De Jongste, hoofd van de afdeling geneeskunde van de NSF, werden de internationals van Oranje conditioneel en mentaal sterker dan ooit.

De eetschema’s bevatten veel vers fruit en groente, niet al te veel aardappelen en een normale portie vlees. Verder was er een totaal alcoholverbod en mocht er niet te veel frisdrank gedronken worden. Overmatig snoepen was ongewenst, roken en ijs eten verboden. Bakker: ‘We moesten ons houden aan strenge regels en een strak schema, maar ik kan me niet herinneren dat iemand daar moeilijk over deed. Het kostte ons vrij weinig moeite. We waren fanatiek en hockey stond centraal. We hadden het er allemaal voor over.’

Primeur tegen Engeland

De voorbereiding op het wereldtoernooi in Auckland kende tijdens het verblijf in Trinidad en Jamaica twee hoogtepunten voor Oranje. Zo was er op 28 juli een primeur met enorme impact. Voor het eerst in de historie wonnen de Oranje Dames een interland tegen Engeland, op dat moment een grootmacht in het mondiale hockey. Vijftien eerdere pogingen hadden niet tot winst geleid, met liefst twaalf nederlagen in die reeks. Nu was het in een snikheet Kingston op Jamaica wel raak: doelpunten van Els Teppema en Margot Plate bleken de Britse dames uiteindelijk te machtig (2-1).

Hockey Sport repte in zijn verslag over ‘een machtige stimulans voor de komende strijd om het wereldkampioenschap’. Ook de kranten in Jamaica komen superlatieven tekort om het spel van Oranje te beschrijven: ‘fris en kundig hockey met een sublieme stickvoering’.

Het andere hoogtepunt? Dat was een uitstapje naar het paradijselijke Tobago, op één van de rustdagen in Trinidad. ‘Ik weet nog dat we voor dag en dauw moesten opstaan om wéér het vliegtuig in te gaan’, zegt Bakker. ‘Daar werden we soms wel een beetje cynisch en simpel van, maar deze trip was echt fantastisch. We kwamen aan op een prachtig strand met palmbomen. We hebben daar een boottocht gemaakt, gezwommen en gesnorkeld. Een geweldige dag.’

Met dank aan Engeland

Op 21 juli, een maand na het vertrek vanaf Schiphol, gaat voor Oranje in Auckland dan eindelijk het wereldtoernooi van start. Het is even gedaan met het slapen in verschillende gastgezinnen, de vele busreisjes, borrels op ambassades, high-tea’s met hoogwaardigheidsbekleders en andere verplichte nummers. Nu staat eindelijk het hockey centraal. Oranje begint met een 2-0 zege op Ierland, speelt vervolgens gelijk tegen de Verenigde Staten (2-2) en verslaat daarna ook Fiji (1-0) en Australië (3-0). Terwijl de grasvelden door de aanhoudende regen in Auckland steeds slechter worden, groeit bij Oranje het geloof in een gouden climax.

Nederland komt in de laatste twee wedstrijden tegen Engeland (1-1) en Duitsland (0-0) niet tot winst. Om de wereldtitel te veroveren is de ploeg van Jo Jurrissen afhankelijk van Engeland, dat een ruime zege op Duitsland nodig heeft om nog over Oranje heen te gaan op de ranglijst. De Engelse vrouwen verliezen echter met 2-0, waarna de historische triomf van het Nederlands elftal een feit is. Oranje speelt daarna nog drie interlands in en tegen Zuid-Afrika en keert op 18 september weer terug op Nederlandse bodem na veertien officiële interlands en meer dan vijftigduizend kilometers aan vliegafstand.

‘Ik heb bij Oranje maar 32 interlands gespeeld in een periode van vier jaar’, concludeert Bakker, ‘maar aan bijna elke interland kleeft wel een bijzonder verhaal. Dat is me natuurlijk heel veel waard. Van deze reis blijft ook de massale ontvangst op Schiphol me bij. Die was werkelijk overweldigend. Later dat jaar zijn we ook nog uitgeroepen tot Sportploeg van het Jaar.’

Vier foto’s uit het plakboek van Marjolijn Bakker. Linksboven ondergaat de groep een pittige conditietraining op de zandheuvels van Papendal.

Junkies op de Dam

Bakker heeft ook bijzondere herinneringen aan de National Night tijdens de strijd om de wereldtitel. Elk deelnemend land werd geacht een act op te voeren. Nieuw-Zeeland en Ierland trapten af, waarna het de beurt was aan de Oranje-meiden. ‘We sliepen met alle teams in het Ardmore College, een kostschool in Auckland. Tijdens die bonte avond hebben we een sketch gedaan waarbij Marianne Gremmen het Nationaal Monument op de Dam uitbeeldde. Een paar meiden waren verkleed als junkies, die rond het monument hingen en lagen. De overige meiden kwamen zingend en zwaaiend met sticks het podium op, waarna er een verbroederingsgesprek tot stand kwam tussen de twee groepen. Hilarisch toch? Haha, je had die gezichten bij de andere teams moeten zien!’

Herinneringen blijven levend

Dit jaar viert de eerste wereldtitel van de Oranje Dames haar vijftigste verjaardag, een jubileum wat de herinneringen bijna automatisch deed opborrelen. Maar Bakker zal voorlopig nog wel vaker herinnerd worden aan deze onvergetelijke reis door vijf landen. Vooral als ze langs het hockeyveld staat om naar het team van haar kleinzoon Xavi te kijken, de oudste zoon van haar dochter Minke.

‘Xavi hockeyt bij Laren JD3 in hetzelfde team als de kleinzoon van mijn voormalige ploeggenote Irene van Mansius-Menke. Toevallig hè? Om het compleet te maken: ook de kleinzoon van de partner van José Poelmans, met wie ik destijds ook samenspeelde in Oranje, speelt in dat team. Is dat nou niet bijzonder?’

Links Xavi, de kleinzoon van Marjolijn Bakker, in het midden Pieter, de kleinzoon van Irene van Mansius-Menke en rechts de kleinzoon van de partner van José Poelmans (Caspian). Foto: Minke Smabers

De gouden selectie van Oranje


2 Reacties

  1. bartherklots

    Hoe was het prestatieklimaat toen?

  2. loes-leurs-seelen

    Marjolein, wat heb je deze bijzondere reis mooi beschreven. Ook ik denk vaak aan deze geweldige en indrukwekkende reis terug. Dit jaar heb ik zelfs een prachtig hockey fotoboek met tekst gemaakt. Zo blijven de mooie herinneringen! Bedankt!


Wat vind jij? Praat mee...