Bjorn Kellerman geniet op Papendal van nieuwe rol als mentor

Deze week waaide er een frisse wind op sportcentrum Papendal, met veel jonge spelers in de 32-koppige selectie van het Nederlands Elftal. Bjorn Kellerman (26) was vorig jaar als nieuwkomer een van de laatste spelers die afviel voor de Olympische Spelen, maar is in de nieuwe groep opeens een routinier. En dat bevalt hem goed.

Een voor een proberen de spelers van Oranje dinsdagmiddag in een fitnesszaal op Papendal – onder luid gejoel – op een hoge kast te springen. De kunst is eerst diep door de knieën te gaan, een paar meter de zwaartekracht te bedwingen, om dan ook nog met de voeten goed te landen. Van de spelers die het aandurven, is het alleen keeper Sam van der Ven van HGC die over springveren in z’n benen blijkt te beschikken.

‘Hij staat!’ – de legendarische opmerking van turncommentator Hans van Zetten bij de gouden olympische medaille van Epke Zonderland – is vandaag alleen op hem van toepassing, als Van der Ven de winnaar blijkt van een lolletje in de gymzaal. Het is een baldadig sfeertje op Papendal met een jonge groep honden. Een sfeertje dat nog het beste is te vergelijken met de gymles vroeger, waarin je eindelijk mocht apenkooien. Deze week is de eerste keer dat Oranje weer verzamelt op Papendal.

Tristan Algera (HGC) is hier het middelpunt in een onderonsje van Oranje, voordat de testen beginnen op Papendal. Foto: John Voermans

Serieuze werk richting HWL en EK Hockey

Deze keer trainde de grote groep nog zonder de wat meer ervaren internationals die de Hockey India League speelden en die er ook tijdens de trainingsstage in Zuid-Afrika in januari niet bij waren. Grote namen als Sander Baart, Seve van Ass, Sander de Wijn en Billy Bakker.

Na dit dolletje is het dinsdagmiddag tijd voor het serieuze werk voor de selectie van het Nederlands Elftal, dat zich de komende zes weken op maandag en dinsdag op Papendal voorbereidt op de Hockey World League in Londen. Daarna gloort het Europees Kampioenschap in Amsterdam op de agenda. Er wordt getest. Felle sprintjes. Realtime zijn de tijden af te lezen. De spelers verzamelen zich na hun sprint allemaal rondom het beeldscherm met tijden om te zien hoe ze het er vanaf hadden gebracht. De dag eindigt met shuttles. Daarna mogen de internationals naar huis, in de wetenschap dat ze de komende weken op Papendal keihard moeten bewijzen dat ze klaar zijn voor het grote werk. Want misschien spelen twee verschillende selecties de HWL en het EK, toch wil iedereen er in augustus bij zijn voor eigen publiek als het Wagener Stadion helemaal is vernieuwd.

In deze jonge groep met veel spelers die het jeugd WK in India speelden, is Kellerman met zijn 26 jaar zowat een oudgediende. De handige aanvaller van Kampong viel als een van de laatste spelers af voor de Olympische Spelen van Rio de Janeiro. Hij ging toen vijf weken met zijn vriendin naar Peru. Daar kon de teleurstelling worden verwerkt: ‘Wat er is gebeurd, ligt achter me. Daar heb ik geen last meer van.’

Bjorn Kellerman loopt voorop, met naast hem Glenn Schuurman. Foto: John Voermans

Een mentor voor Jip Janssen en Thijs van Dam

Vorig jaar was hij een van de verrassende nieuwkomers bij Oranje. Een van die spelers die na Jong Oranje een tijdje niet werd geselecteerd, maar zich bij zijn clubs Rotterdam en Kampong verder ontwikkelde. En nu is hij behalve een volwaardig selectielid opeens een mentor voor de jonkies. ‘Ik vind het leuk met die jonge jongens. Ik probeer ze een beetje te helpen. Dat is een rol die ik heel leuk vind,’ zegt Kellerman, in de zaal waar hij net shuttles heeft gelopen. ‘Jip Janssen van Kampong is een goed voorbeeld. Die wil hogerop, dus die help ik. Ik vertel hem wat het verschil is tussen spelen in Jong Oranje en Oranje. Want ik heb het zelf meegemaakt. Hij kan altijd bij mij terecht. Hetzelfde geldt voor Thijs van Dam, die ik nog goed ken van mijn tijd bij Rotterdam. Die rol pak ik op, samen met jongens als Mirco Pruyser en Valentin Verga. Dat deden we ook al op de trainingsstage in Zuid-Afrika.’

De situatie op Papendal nu is niet te vergelijken met vorig jaar, toen Rio het eindstation was van een voorbereiding van jaren. Nu zijn er weer nieuwe kansen voor iedereen die is geselecteerd. Veel oudere spelers zijn gestopt, anderen worden niet meer geselecteerd. ‘Het is leuk om met elkaar weer op Papendal te beginnen. Dit is een fijne omgeving. Het ademt topsport en dat is goed. Twee dagen in plaats van drie dagen is ook prettig. We beschikken nu over een grote dynamische groep. Maar vergis je niet. Er is niet minder spanning dan vorig jaar. We zijn nu zes weken bij elkaar. Iedereen is ermee bezig om straks de HWL te spelen. Spanning is er altijd. Dit is wél het Nederlands Elftal.’

Sprinten voor Glenn Schuurman (l), Bjorn Kellerman en Bob de Voogd. Foto: John Voermans

‘Als ik straks dertig ben kan ik nog veertig jaar werken’

Kellerman speelde nog geen EK, WK of Olympische Spelen met Oranje. Hij debuteerde pas op 25-jarige leeftijd in het Nederlands Elftal. Net als Mirco Pruyser bewandelde hij niet de standaard route op weg naar Oranje. Ook Kellerman – die leerde hockeyen in Zeewolde – speelde in het Nederlands zaalteam. Voor hem moeten de mooiste jaren in het oranje shirt nog komen. Hij kreeg vorig jaar de kans van Caldas en heeft die gepakt, vertelt hij. Er werd hem afgelopen jaar een fulltime baan aangeboden bij Bol.com, maar als online campaign manager wil hij als twintiger liever topsporter zijn, want ‘achter een bureau zitten kan altijd nog.’

‘Het was totaal niet aan de orde voor mij. Dus de keuze was voor mij niet moeilijk. Nu werk ik flexibel. Het geeft me mentaal wel rust als ik naast het hockey ook werk. Maar als ik straks dertig ben kan ik nog veertig jaar fulltime werken. Straks is het EK in eigen land en daar wil ik gewoon bij zijn.’


Wat vind jij? Praat mee...