Odes en anekdotes 150 caps Verga: ‘Hij leeft altijd op ’t randje’

Valentin Verga (27) speelde tegen Spanje op het EK een heerlijke 150ste interland. Oranje won met 7-1 en hij scoorde twee keer. De middenvelder staat bekend om zijn fluwelen techniek. Buiten het veld heeft de in Argentinië geboren Nederlander het hart op de tong. Zijn vader en (oud) teamgenoten delen hun gevoel of mooiste anekdote over ‘Vali’.

Alex en Valentin Verga vieren feest na de promotie van Almere naar de Hoofdklasse. Foto: Koen Suyk

Vader Alex Verga emigreerde met de familie naar Nederland, toen Valentin zes jaar oud was. Ze keerden terug, maar gingen weer naar Nederland toen Valentin twaalf was. Alex Verga is de oud-coach van onder andere Almere, HGC en Amsterdam. Nu is hij assistent bij Jong Oranje.

‘Weet je wat apart is: ik ben zelf met Argentinië tot 149 interlands gekomen. 150 is heel bijzonder. Ik ben supertrots. Dit is ongelofelijk. Je krijgt kinderen en dan vind je jouw kinderen de beste van de wereld. Het was al zo bijzonder dat Valentin de Olympische Spelen in Londen (2012) speelde. Toen heb ik ook een tatoeage laten zetten op mijn linkerarm, met de olympische ringen. Want ik heb in 1988 zelf de Olympische Spelen van Seoul gespeeld.’

‘Valentin was een jaar of twaalf. We waren in Argentinië en speelden een toernooi. En toen zei hij: ik wil keepen. Dus die coach komt radeloos naar me toe en vraagt me wat ik moet doen. Ik zei: laat maar keepen. Ze verloren met 6-1. Daarna was Valentin er klaar mee. Dat is typisch Valentin. Zijn eerste en laatste wedstrijd als keeper. Hij leeft altijd on the edge. Als hij wil gaan surfen, gaat-ie het meteen proberen. Wij als ouders staan achter onze kinderen. Wij proberen iets, maar wel altijd met een goede intentie. Hij heeft het hart op de tong. Hij zegt het hoe het is. Dat heb ik ook. Ik kan het lichamelijk al niet aan om niet eerlijk te zijn. Ik probeer te zeggen wat ik moet zeggen. Ik ga niet de andere kant op kijken. Dat heeft Valentin ook. Een rechtvaardigheidsgevoel. Ook naar onszelf. Als we iets fout doen, geven we dat meteen toe.’

Valentin Verga, Floris Evers, Klaas Vermeulen en Billy Bakker met de zilveren olympische medaille van Londen. Foto: Koen Suyk.

Floris Evers – aanvoerder bij de Olympische Spelen van Londen. 229 interlands. Oud-teamgenoot bij Oranje en Amsterdam.

‘Dit wordt een ode aan Valentin. Want hij is niet alleen een oude teamgenoot, maar ook echt een vriend. We hebben te gekke dingen met elkaar gedaan, op en buiten het veld. Technisch is hij ondergewaardeerd en mag hij meer credits krijgen. Technisch is hij de beste speler van het Nederlands elftal. Hij is zo handig. Het is altijd genieten om naar hem te kijken. Vroeger was hij misschien wat te frivool. Nu is hij echt volwassen. Hij leest echt een wedstrijd en combineert het liefst. Hij is de ultieme teamspeler.’

‘Ik vind zijn persoonlijkheid heel mooi. Hij heeft Argentijns bloed. Valentin kan je in een minuut uitschelden en daarna checken of je nog wel vrienden bent. Dat primaire, dat rauwe, dat is mooi. Eigenlijk wil hij met iedereen een mooie tijd hebben. Toen we eens een Champions Trophy hadden zijn we daarna met Jeroen Hertzberger tien dagen naar de Gili-eilanden geweest in Indonesië. Dan is hij briljant grappig en een sfeermaker. Maar je raakt met hem wel de kern. Het gaat echt ergens over. Je hebt oprechte gesprekken en hij laat je zien waar zijn kwetsbaarheden zitten.’

‘Hij loopt ook altijd bij de top 3 tijdens een serieuze looptraining. Vroeger ging hij nog weleens stappen, maar ook dan liep hij daarna vooraan. Nu is hij echt een trainingsbeest. Maar hij zeikt nooit. Hij kan zichzelf pijn doen. Dat siert hem. Hij behoort nu tot een van de steunpilaren van het team. Hij is echt een vedette aan het worden.’

Valentin Verga en Mirco Pruyser in de kwartfinale van de HWL3 in Londen tegen China. Foto: Frank Uijlenbroek

Spits Mirco Pruyser – teamgenoot bij Oranje en Amsterdam. 55 interlands – 30 goals.

‘Toen hij net in Nederland kwam, speelde hij op Almere een familietoernooi. En Vali mocht meespelen. Hij wilde altijd de beste zijn en dacht dat de wedstrijd om hem draaide. Dat het belangrijk was. Dat hij moest vlammen. Dus voor de eerste wedstrijd is hij in z’n eentje naar de kleedkamer gegaan en is hij met zo’n rozenkrans ketting om gaan bidden, zodat hij zo goed mogelijk zou hockeyen. Terwijl hij normaal niet zo gelovig is. Toen kwam zijn vader de kleedkamer binnen. “Wat ben jij in godsnaam aan het doen?” vroeg Alex. “Doe normaal man, we zijn gewoon een familiepotje aan het spelen.” Valentin voelde zich betrapt. Toen de wedstrijd eenmaal begon was Vali continu aan de bal en ging hij uitbundig juichen als hij had gescoord. Terwijl het om een familiepotje ging.’

‘Dit verhaal zegt denk ik heel veel over Valentin. Hij vertelt dit verhaal zelf met trots. Zijn zelfspot is hoog. Hij zet zichzelf graag voor lul. Valentin wil altijd en overal de beste zijn. Die mist nooit een training of een potje. Iemand die je kunt optrommelen als Heren 5 van Amsterdam nog iemand nodig heeft om mee te ballen.’

Valentin Verga en Billy Bakker op de HWL in India. Foto: Koen Suyk

Middenvelder Billy Bakker – teamgenoot bij Oranje en Amsterdam. 156 interlands – 52 goals.

‘In 2011 waren we met het Nederlands elftal in Australië, in Perth. En zoals altijd gingen we daar toepen met elkaar. Als je verloor moest je iets lulligs doen. En Vali verloor. Die moest in een zaal in een hotel met zo’n honderd Australiërs speechen. Voor onbekende mensen. Hij heeft normaal natuurlijk een grote mond. Maar nu zag ik hem struggelen. Vali moest honderd man onderbreken en dan gaan speechen. Hij liep twee, drie keer half die zaal en ging toch weer terug.

‘Het bleek dus dat het een diner was voor een man die afscheid nam bij een bedrijf. Dus die man zat aan de kop van de tafel. Toen is Vali achter die man gaan staan, heeft die mensen onderbroken en een minuut lang een fantastisch verhaal verteld in het Engels. Wij hebben ons kapot gelachen. Ik heb als vriend en teamgenoot wel duizenden verhalen over hem. Maar dit is de eerste die me te binnen schiet.’

Marten Eikelboom in actie voor Oranje. Foto: KNHB/Jeroen van Bergen

Oud-international Marten Eikelboom. 177 interlands. Oud-speler van Hattem en Amsterdam.

‘Toen hij naar Amsterdam kwam was ik verantwoordelijk voor tophockey en vroeg zijn vader Alex zich af of hij het niveau bij Amsterdam wel ooit aan zou kunnen, ook omdat hij zo’n ongeleid projectiel was. Alex twijfelde daar echt aan! Ik geloof dat hij een jaar later al in het Nederlands elftal zat. Dat ongeleide projectiel is hij altijd wel gebleven.’

‘Er was een periode bij Amsterdam dat er geen week voorbij ging zonder dat er in de wandelgangen een sterk verhaal gonsde over Valentin. Toch is dat ook zijn grote kracht, die onvoorspelbaarheid, dat zie je ook in zijn spel. Een oersterke speler met een fluwelen techniek, dat is best een bijzondere combinatie. Een speler waarvoor je naar het stadion komt. Het is een ‘enfant terrible’ met een gouden hart. Hij is namelijk een hele lieve jongen en een echt hockeydier. Het liefst trainde hij bijvoorbeeld een week na de Olympische Spelen alweer mee met Amsterdam. Dan had hij weer zin om te hockeyen!’

Valentin Verga aan de bal in z’n 150ste interland. Foto: Frank Uijlenbroek

 

 


Wat vind jij? Praat mee...