Van Ass jongleert met de tijd en is te spreken over decentrale trainingen

Voor het eerst trainde het Nederlands elftal de afgelopen maanden decentraal. Een plukje internationals was elke week te vinden in Amsterdam, Rotterdam, Eindhoven of Utrecht. EK-aanvoerder Seve van Ass (25) vindt het wel wat, met het oog op de Hockey Pro League die in 2019 begint. Hij werkt sinds de zomer ook part-time, naast het hockeyen.

Op vrijdagen moet Seve van Ass zich af en toe raar hebben gevoeld de afgelopen maanden, als hij met teamgenoot Thijs van Dam (Rotterdam) en met Tristan Algera (HGC) decentraal aan het trainen was op Rotterdam. ‘We moesten wel onze draai vinden in het begin. We hadden het nog nooit eerder gedaan. Het was een soort test. Het thema was de aanname, met verschillende hulpmiddelen zoals een balk, zodat de bal elke keer op een andere manier naar je stuitert. Daarna afronden op goal. Ik denk alleen dat met drie man trainen wel weinig is, vijf of zes man is top’, zegt Van Ass, die net als de spelers in Utrecht en Eindhoven zag dat de groep die in Amsterdam decentraal trainde, stukken groter was dan in andere steden. Want de meeste internationals wonen in de hoofdstad.

ARNHEM – Max Caldas tijdens de oefenwedstrijd hockey Nederland-Ierland, ter voorbereiding van de Hockey World League finaleronde, die volgende week in India begint. Foto: Koen Suyk

Even meer tijd voor studie en werk

De begeleiding bedacht deze manier van trainen na een zware zomer, waarin de tweede competitiehelft naadloos overging op de halve finaleronde van de Hockey World League in Londen. Na een week rust volgde de voorbereiding op het EK. Na het prolongeren van de Europese titel hadden de meeste internationals een week vrij en moesten ze zich daarna weer melden bij de clubs. Daarom was decentraal trainen een manier voor de internationals om in sommige periodes meer bij de club te zijn en een kans om iets meer te doen naast het hockey, zoals studie en werk.

Van Ass legt uit dat het concept vooral een test is voor de komende jaren. ‘Het programma wordt de komende jaren alleen maar méér, méér, méér. En zwaarder. Met het WK in India en daarna de Hockey Pro League (de nieuwe landencompetitie van de FIH met negen nationale teams die tussen januari en juni 2019 twee keer tegen elkaar spelen, red.). Dat wordt heel intensief. Dan kun je het niet maken om tijdens een ingekorte competitie ook nog eens een uitgebreid beroep te doen op de internationals. Met die gedachte kijken we naar de toekomst en dan kijken we hoe we dat het beste kunnen invullen met Oranje. Met als idee om wel fit te zijn en ons topniveau te halen, maar ook gretig te blijven.’

Thijs van Dam met een backhand, in de oefenwedstrijd tegen Ierland op Upward deze week. Foto: Koen Suyk

De eerste werkdag van de Europees kampioen

De handige middenvelder zat misschien even op een roze wolk na het behalen van de Europese titel in het Wagener Stadion, waar hij de aanvoerdersband droeg, maar werd snel met beide benen op de grond gezet. Een paar weken later had hij zijn eerste werkdag bij zakelijk dienstverlener Deloitte in Amsterdam. Met alleen een laptop in de tas, stond hij opeens op de onderste trede van de maatschappelijke ladder. Van Ass noemt het verfrissend: ‘De eerste dag werd ik aan het werk gezet en werd me gezegd maar te kijken hoe ver ik kwam. In het begin wist ik niet wat ik moest doen. Ik vind het ook wel humor hebben. Het heeft zijn charme. Je kunt jezelf heel wat gaan vinden, omdat je een balletje goed heen en weer kan halen, maar ook dat moet je in een groter perspectief blijven zien. Dat je goed bent in hockey wil niet zeggen dat je ook hoog instapt in iets anders.’

Na een zwaar jaar waarin hij ook nog moest herstellen van een hamstringblessure die hem verhinderde de HWL3 in Londen te spelen, werkte hij de afgelopen weken al meer dan dertig uur, terwijl hij op een contract zit van twintig uur. Samen met de trainingen bij Rotterdam en de decentrale training met Oranje een behoorlijke belasting. Iets wat voor Van Ass wat te veel van het goede was. Maar dit was na het belangrijke EK juist een periode om te experimenteren. Hij is het schoolvoorbeeld van iemand die topsport en studie goed kon combineren en ondanks alle hockeyverplichtingen in de zomer al snel klaar was met zijn studie Accounting & Financial Management.

Seve van Ass, met op de achtergrond Billy Bakker, in de oefenwedstrijd tegen Ierland op Upward. Foto: Koen Suyk

‘Bij topsport hoort nou eenmaal veel rust’

‘Vroeg opstaan, veel reizen, dan trainen bij Rotterdam. Dat was intensief. Het is wat anders tot tien uur ’s ochtends in je bed liggen, ontbijten, een middagdutje doen en dan gaan trainen. Want bij topsport hoort nou eenmaal veel rust. Over het algemeen ging het goed de afgelopen maanden, maar ik moet niet te veel achter elkaar hebben, zo eerlijk moet ik wel zijn. Dit was voor mij ook een test: hoeveel kan ik aan? Wanneer voel ik me goed en wanneer niet? Want ik wil wel blijven werken naast het hockey.’

Niet dat hockey niet op één staat. Hij benadrukt nog maar eens dat hockey zijn eerste prioriteit heeft. ‘Net als bij iedereen bij Oranje.’ Maar Van Ass is iemand die meer nodig heeft. ‘Tophockey is zo intensief. Door andere prikkels kun je er juist de lol ervan blijven inzien. Door je ritme van alleen maar hockey te doorbreken besef je juist hoe bijzonder en hoe leuk het is wat wij doen. Ik geloof er heilig in om altijd iets naast het hockey te hebben. Tenzij ik merk dat het hockey eronder gaat lijden. Ik probeer de limiet op te zoeken.’ De komende maanden worden de werkuren alweer flink teruggeschroefd, door de HWL Final in India van 1 tot 10 december en een uitgebreide trainingsstage in Australië.


Wat vind jij? Praat mee...