‘Ook partners bepalen de kleur van de medaille’

Journalist Edwin Alblas volgt de Oranje Heren op weg naar Rio. Op hockey.nl schrijft hij maandelijks een column over zijn ervaringen bij en met de nationale ploeg. Vandaag de 6e. Donderdag startte de laatste fase van de Oranje-voorbereiding op Rio. Partners en familie waren door Caldas uitgenodigd op Papendal.

‘Vandaag zijn de mannen van Oranjehockey begonnen aan hun laatste stuk richting Rio. Dat gebeurde in het gezelschap van hun partners op Papendal, de plek waar de internationals dit seizoen al heel wat uurtjes hebben doorgebracht. De vriendinnen en echtgenotes werden door bondscoach Caldas een ochtend meegenomen in het verhaal dat steeds spannender wordt.

Na het ochtendprogramma namen de hockeyers afscheid van hun geliefden. Er schuilde wel wat symboliek in. Alsof dit al het moment was waarop de mannen naar het front vertrokken en de achterblijvers wisten: ik ben mijn vent nu voor een paar maanden kwijt…

Een bijzondere reis

Dat is natuurlijk niet helemaal de werkelijkheid, want de hockeyers gaan nog niet in quarantaine en slapen tot aan vertrek naar Rio nog regelmatig thuis. Maar mocht het nog niet tot de kringen rondom de spelers zijn doorgedrongen, dan droeg deze ochtend zeker bij aan het laatste stukje ontbrekende besef: de weken van de waarheid zijn aangebroken. Of zoals Caldas het mooi omschrijft: een bijzondere reis.

Als geen ander heeft de bondscoach oog voor de omgeving van de internationals. Niet zonder reden betrekt hij het thuisfront bij de missie. Dat doet hij niet alleen om de achterblijvers te informeren over waar de hockeyers nou eigenlijk mee bezig zijn, maar vooral omdat hij vindt dat ze onderdeel zijn van ‘deze bijzondere reis’. Steun en begrip bij de partners en familie bepalen ook voor een deel de kleur van de medaille.

De voorbije weken waaierden de internationals uit naar de diverse vakantieoorden. Met familie, vriendin of met elkaar. Behalve het zwembroekje zat er ook een serieus trainingsschema in de koffer. Daarop had de medische staf ook een serieuze boodschap annex waarschuwing geschreven. ‘Als een atleet twee weken lang op zestig procent van zijn vermogen traint, duurt het daarna tien dagen om zonder onnodig hoog risico op blessures weer terug te komen naar de maximale trainingsmodus.’ Kortom: wie twee weken lang niet van zijn strandstoel af is geweest, heeft een serieus probleem.

De 22 overgebleven internationals zullen er niet overheen hebben gelezen. De schijn ophouden is er ook niet bij. Vandaag werd bij de hockeyers na binnenkomst op Papendal direct het vetpercentage afgenomen en het gewicht gemeten. Wie zijn huiswerk in het vakantieparadijs heeft veronachtzaamd, valt onherroepelijk door de mand.

Brinkman

Van die 22 spelers zullen er nog 4 afvallen. De selectie van 18 spelers komt steeds dichterbij. Caldas dunde de selectie onlangs al iets uit. Bij die afvallers viel ook de naam van Thierry Brinkman op. Vorig jaar zomer huurde Brinkman nog een personal trainer in die hem mentaal en fysiek onder handen nam. Dat loonde. Hij mocht mee naar het EK in Londen.

Brinkman is niet de enige die het afgelopen jaar alles aan de kant schoof om zijn droom uit te kunnen laten komen. Na de zomer van 2014 begon hij een studie rechten aan de universiteit van Utrecht. In het eerste jaar behaalde 52,5 van de 60 studiepunten. In het tweede jaar, het jaar voor Rio, niet meer dan vijftien. Ironisch genoeg sprokkelde hij die studiepunten bij elkaar toen hij eerder dit jaar al voor even van het lijstje van Caldas verdween en de stage naar Zuid-Amerika misliep.

Brinkman probeerde regelmatig op Papendal in een verloren uurtje de studieboeken erbij te pakken, maar had er vaak niet de puf voor. En de hele vrije zaterdag in de bibliotheek studeren, leek hem ook geen ideale voorbereiding op de wedstrijd met Bloemendaal op zondag. 

Studeren en international zijn, gaan in een Olympisch jaar moeilijk samen. Net als de combinatie met werken trouwens. Het programma dat moet worden gedraaid wordt veeleisender en laat steeds minder ruimte voor andere bezigheden. Want als ze niet trainen, moeten ze rusten.

Sinds enige tijd maakt de hockeybond meer werk van de maatschappelijke begeleiding van internationals, die gemiddeld veel langer over een studie doen dan hun vrienden of moeite hebben om een loopbaan tijdens dan wel na het hockey op te starten.

Brinkman heeft geen haast met zijn studie. Als hij voor zijn dertigste het papiertje haalt, is hem dat vroeg genoeg. Voor de Olympische Spelen stelt hij ondanks het missen van Rio de deadline wel iets scherper natuurlijk. In durf op beide targets van Brinkman wel mijn geld te zetten.’

Edwin Alblas heeft de hockeyploeg een jaar lang van dichtbij gevolgd. Op 28 juni verschijnt zijn boek ‘De Enige weg naar Rio’, een uniek kijkje achter de schermen van het bepalende jaar voorafgaand aan de Olympische Spelen. 


Wat vind jij? Praat mee...