Zaakwaarnemers: ‘Hockeyers moeten zichzelf veel meer profileren’

Players United is het bureau dat sinds twee en half jaar hockeyers als Maartje Paumen, Robbert Kemperman, Lidewij Welten en bondscoach Alyson Annan begeleidt. Hockey.nl interviewt oprichter Guido Albers en Marlies Ezechiels-Van Balen op hun kantoor in Aalsmeer over de opkomende rol van de zaakwaarnemer in het hockey.

Samen met de bekende oud-voetballer Rob Witschge richtte Guido Albers (uiterst links op de foto) richtte twaalf jaar geleden Players United op, dat voetballers als Wesley Sneijder, Graziano Pellè en Donny van de Beek begeleidt. Maar ook ex-internationals, analytici en trainers als Frank en Ronald de Boer, Giovanni van Bronckhorst en John van ’t Schip zijn aangesloten bij Players United. Albers en Ezechiels, die afkomstig is uit de reclamewereld, leerden elkaar kennen langs het veld bij hun hockeyende dochters.

Hoe zijn jullie ooit met hockey begonnen?

Albers: ‘Ik kwam bij Roda JC – Ajax Maartje Paumen tegen. Zij bleek een grote fan van Ajax. Daarom heb ik haar een keer meegenomen naar AC Milan – Ajax. Ik vertelde Maartje dat haar carrière nog zoveel langer duurt dan alleen haar actieve carrière en dat wij het als bureau leuk vonden om mee te denken. Dat vond zij wel interessant. Via Adidas ontmoetten we Robbert Kemperman. Die deed nog alles zelf. Dat werd onze tweede hockeyer in 2015. Sindsdien is het snel gegaan.’

Wat doen jullie precies voor spelers als Maartje en Robbert?

Ezechiels: ‘Het is lekker voor haar om bij een aanvraag te zeggen: bel Players United. Maartje was natuurlijk aanvoerder van Oranje. Zij krijgt zoveel aanvragen. Haar dopinggegevens moesten worden doorgegeven. Zij heeft een druk trainingsprogramma. Ze heeft te maken met veel contracten en commerciële aanvragen. En we hebben ook een juriste in huis.’

Albers: ‘Wij ontzorgen de spelers. Dat geeft rust. Wij bemoeien ons voornamelijk met de planning en kijken naar commerciële kansen. Wij houden social media bij, maar zorgen ook dat de sporter zich kan focussen op de wedstrijden. Wij vegen als er  een belangrijke periode aankomt hun agenda leeg.’

Ezechiels: ‘Ja zeggen is altijd leuk. Nee zeggen voor een sporter is best lastig, zonder arrogant over te komen. Nee zeggen geeft een reactie. Dan is het prettig om dat aan je management te laten.’

Albers: ‘Ik vind dit een goede zaak voor de hele hockeysport. We zien dat de sport in ontwikkeling is. Daar kunnen wij ook in meedenken. Stel dat een speler wordt gevraagd om een presentatie te geven bij een hockeyclub, maar niet weet wat voor verhaal ze moet vertellen. Dan kunnen wij ook helpen.’

Marlies Ezechiels en Maartje Paumen.

Hoe vaak hebben jullie contact met de spelers?

Ezechiels: ‘Wij hebben met elke hockeyer een appgroep. Guido, de speler en ik. Ik ben zo’n twintig tot dertig uur uur per week met de hockeyers bezig. Met sommige spelers heb ik dagelijks contact. Met anderen één of twee keer in de twee weken. Dat hangt ervan af. Met een speler werk ik samen in een agenda. Daar voer ik de schema’s van Oranje in, trainingen van de club en commerciële opdrachten. Zij werken er zelf ook in. Dus als sponsoren of commerciële partijen mij benaderen zie ik meteen wanneer iemand beschikbaar is.’

Albers: ‘En het mooie is: wij hebben hockey inhoudelijk nooit iets toe te voegen. Wij vragen nooit wie of wat er speelt. Wij geven ook geen mening over de wedstrijd. Dat heb ik geleerd van het voetbalmanagement. Je daarmee bemoeien werkt niet.’

Wat zijn de sponsoren die jullie de afgelopen maanden hebben geregeld voor jullie spelers?

Ezechiels: ‘Dat zijn er meerderen. Maar een mooi voorbeeld is Robbert Kemperman. Voor hem hebben we recent een contract met Red Bull gesloten. Daar zijn we een jaar mee bezig geweest.’

Albers: ‘Red Bull heeft Maddie Hinch (keepster van Engelse nationale team, red.). En die krijgt heel veel exposure met Red Bull op haar helm. Dat had ons getriggerd. Want waar staat dat product nou voor? Je hebt een paar partijen nodig om de sport weer naar een hoger niveau te tillen en Red Bull is er een van.’

Is het moeilijk om nu nieuwe sponsors aan te trekken?

Albers: ‘Veel spelers hebben lopende contracten. Dus je kunt niet opeens met tien nieuwe dingen komen. Zoiets moet je opbouwen. Je ziet wel dat alle nieuwe contracten nu tot de Olympische Spelen van Tokio in 2020 lopen. Dat is de periode waar een sponsor voor gaat.’

De biografie van Maartje Paumen. Die heeft getekend bij Ambo|Anthos uitgevers. Hebben jullie je daar ook heel erg mee bezig gehouden?

Ezechiels: ‘De dag dat zij bekend maakte dat ze ging stoppen, hingen er al een aantal uitgeverijen aan de lijn. Die gesprekken hebben we toen verschoven naar januari en een aantal gesprekken gehad. Het gevoel bij Ambo|Anthos was heel goed. Maar zo’n biografie was voor mij persoonlijk ook nieuw.’

Maartje Paumen op de Olympische Spelen in Rio. Foto: Koen Suyk\

Wat is voor jullie het verschil tussen de voetbal- en hockeywereld?

Albers: ‘Eigenlijk puur de bedragen die erin omgaan. En er is geen collegialiteit in de voetbalwereld. In hockey zijn de bedragen veel lager en hebben we minder concurrenten. Het hele businessmodel is anders. Dat gaat ook nooit mega worden. Dat hoeft ook niet.’

Ezechiels: ‘Wij doen dit uit liefde voor de sport en om het hockey een stukje professioneler te maken.’

Albers ‘Wij zien dat hockeyclubs knetterhard moeten werken om tophockey financieel mogelijk te maken. Daar hebben wij respect voor. En met de juiste service kunnen wij als bureau een steentje bijdragen. Tot nu toe wordt gewaardeerd wat wij doen.’

Albers: ‘Het is mooi om met een sporter om te gaan in verschillende fasen. Hoe ga je om met een jonge sporter? Hoe ziet het eruit na de actieve carrière? Hoe ga je om met een Robbert Kemperman, die teleurgesteld terugkomt uit Rio? Die daardoor een heel ander commercieel model voor z’n kiezen kreeg dan dat hij goud had gewonnen? Met goud was er misschien meer commerciële interesse geweest. Daarom is het leuk dat we nu Red Bull hebben kunnen regelen.’

Ezechiels: ‘Tijdens de feestdagen kwam er opeens een aanvraag van Dabang Mumbai HC voor de Hockey India League voor Robbert binnen. Dat was even schakelen. Er moest met de club onderhandeld worden over het contract, Robbert moest naar het consulaat. Dan is het fijn dat ik hem kan helpen zodat hij last minute toch daar kon spelen.’

Robbert Kemperman scoort voor Dabang Mumbai de winnende goal.

Onderhandelen jullie veel over spelerssalarissen?

Albers: ‘Nee. Inmiddels weten we nu wel wat marktconform is. Verder weten de speelsters ook vaak onderling van elkaar hoe het zit. Sommige clubs vinden het fijn om het direct met de speelsters te spreken. Dan adviseren wij op de achtergrond. Vergeet niet dat de spelers in de top minimaal dertig uur per week heel serieus met hun sport bezig zijn en dat inkomen voor hun heel belangrijk is. De kosten voor vervoer en huisvesting moeten ook betaald worden.’

Moet de sport zichzelf dan nog beter promoten of de spelers?

Albers: ‘De spelers en de speelsters zelf moeten zichzelf beter promoten. Foto´s van de training en elke zondagochtend een matchday post plaatsen vinden ze nu nog lastig. Teveel borstklopperij. Ik snap het punt wel waarop ze zich nu bevinden. Dan denken ze: moet ik dit doen? Maar zij moeten ervoor zorgen dat het stadion elke week vol is, dat mensen ze volgen. Dat creëert marktwaarde en zorgt voor meer commerciële deals. Niet alleen voor het team, maar ook als individu. Dan kun je naar een professioneler niveau groeien en meer inkomen.

Ezechiels: ‘Je moet ermee beginnen om jezelf neer te zetten als topsporter en te laten zien dat dat je leven en je drive is. Mensen bedenken dat niet uit zichzelf. Je moet dat creëren want iedereen wil een inkijkje in dat professionele leven van een sporter krijgen. Zien wat een topsporter eet, wat ze beweegt, welke pieken en dalen ze meemaken. Dat moet je ze geven.’

Een ‘gameday’ foto van Lidewij Welten, die ook aangesloten is bij Players United.

Is de beeldvorming van hockey wel goed?

Albers: ‘Hockey staat voor gezelligheid en een biertje. Dat moet ook blijven. Maar de topteams in de Hoofdklasse en de internationals doen aan topsport. En daarvoor is die beeldvorming belangrijk. Het verschil is wel dat als er bij hockey een keer een biertje wordt gedronken door hoofdklassespelers, dat vaak nog zichtbaar is. Bij voetbal gebeurt dat allemaal achter gesloten deuren. Ik weet inmiddels dat een professionele hockeyer een dagtaak heeft aan zijn topsport, maar dat niet iedereen dat op de juiste waarde inschat. Wat mij ook elke maandag tegenvalt: als je de Telegraaf of het AD openslaat, lees je over alle sporten een uitgebreid verslag, behalve over hockey.’

Maar hoe groot is de potentie van hockey?

Albers: ‘De potentie is heel groot. Kijk naar de Rabo Super Series. Die waren geweldig. De toeschouwersaantallen bij de heren Hoofdklasse zijn ook goed. Bij de dames kan het nog beter. Van de top 5 speelsters in het Nederlands Elftal zijn de meesten nu gestopt, dus is het tijd om nieuwe idolen te maken. Het EK in eigen land in augustus gaat daar zeker bij helpen. Hopelijk wordt dat net zo’n feest als het WK in 2014 in Den Haag.

Naomi van As moet nogal wat handtekeningen uitdelen, na de Rabo Super Serie tegen Spanje, in 2016. Foto: Koen Suyk

Is het nou de charme van hockey dat sommige dingen nog niet zo professioneel zijn als in de voetbalwereld. Of moet dat toch anders?

Albers: ‘Dat hoor ik ook wel terug. Natuurlijk is dat een charme en moeten sommige dingen behouden blijven. Maar in je activaties om de wedstrijd heen kun je zoveel meer doen. En een aantal taken kunnen echt wel professioneler al ligt er binnen de clubs al veel druk op de vrijwilligers. Daar kunnen de clubs echt niet zonder. Maar ik merk binnen de topclubs dat ze openstaan voor nieuwe ideeën.’

Moeten we de Hoofdklasse niet gewoon op zaterdagavond spelen?

Albers: ‘Grappig dat je dat zegt. Ik was laatst op een vrijdagavond bij Kampong-Laren (vrouwen, red.) en dat stond helemaal vol. Misschien moet je wedstrijden inderdaad op andere dagen spelen of op andere tijden. Ik zag een gemêleerd publiek dat normaal op zondag niet kan kijken of dan zelf moet hockeyen.’

Hoe ziet jullie verdienmodel eruit?

Albers: ‘Op commissiebasis op commerciële activiteiten. Wij hebben ook spelers waar wij potentie in zien en die nu niets opleveren. Maar die later misschien in het Nederlands Elftal spelen. Dan ziet het model er weer anders uit.’

De salarissen blijven in het hockey relatief laag?

Albers: ‘Ja, er zijn maar een handvol clubs waar er serieus betaald wordt. Er zijn clubs waar je als speler de maximale vrijwilligersvergoeding krijgt (1500 euro, red.) waarover je geen loonbelasting hoeft te betalen. Maar bij de topclubs liggen de bedragen wel hoger. Per club is er een ander verdienmodel. Maar wij zullen nooit overvragen. Dat hoeft ook helemaal niet. Het moet wat ons betreft een partnership zijn voor een lange termijn. Ik vind het zelf goed als een club tijdens de carrière van een speler meedenkt over het maatschappelijk leven na de carrière en helpt met onderzoeken van mogelijkheden bij sponsors. Daarmee help je de sport. Een goed voorbeeld is iemand bij ons die een contract heeft getekend bij een hockeymerk. Wij hebben daarin verwerkt dat diegene ook af en toe op professionele basis foto’s gaat maken voor dat merk. Daar heeft onze speler wat aan, want daarmee wordt ook aan de toekomst na de hockeycarrière gewerkt.’


Wat vind jij? Praat mee...