De eerste grote dag van Pep en Pep: ‘Liefde is de basis’

In de eerste dagen van 2024 kijken we voor de allerlaatste keer terug op het bewogen hockeyjaar 2023. De verhalen die ons het meest zijn bijgebleven, publiceren we deze week nog een keer. Vandaag deel vijf: over het verliefde stelletje Laurien Leurink en Robbert van de Peppel, die in mei tegen elkaar speelden in de play-offs. 

Over zeven maanden mogen ze elkaar man en vrouw noemen. Maar eerst wacht voor SCHC-speelster Laurien Leurink en Hurley-coach Robbert van de Peppel een andere grote dag. Donderdag staat het liefdeskoppel tegenover elkaar in de halve finale van de play-offs in de Tulp Hoofdklasse. ‘Ik ga die ochtend écht geen koffie met je drinken.’

Het interview is nog geen twee minuten bezig als de toekomstige achternaam van het tophockeystel ter sprake komt. ‘Ik heet straks Van de Peppel’, zegt Leurink. ‘Ik heb al een shirtje met zijn naam erop. Dat heeft de teammanager van SCHC geregeld, toen we voor de eerste keer tegen elkaar speelden. Ik heb overwogen om ‘m aan te trekken.’

Ze schiet in de lach. ‘Maar ik was een beetje bang dat hij het irritant zou vinden. Want iedereen had het er al over, dat we tegen elkaar moesten. Met Van de Peppel op mijn rug zou ik dat nog extra benadrukken.’
Van de Peppel: ’Haha, dat heb je goed ingeschat. Ik was er wel een beetje klaar mee. Al snap ik ook wel dat het bijzonder is.’

En precies daarom spreken we het koppel aan de vooravond van de play-offs. Hun verhaal begint in het Duitse Leipzig.
‘Onze stad van de liefde’, lacht Van de Peppel. ‘We speelden daar allebei met het Nederlandse zaalteam. Dat was in 2012, als ik het goed heb.’
Leurink: ‘Het was voor ons allebei geen heel goed toernooi, we haalden allebei geen medaille.’
Van de Peppel: ‘Maar de afloop maakte veel goed. We gingen met beide teams wat eten en drinken in de stad. En toen raakten wij aan de praat. Ik vond je meteen wel interessant, ook al scheelden we veel in leeftijd. Man, hoe oud was jij? Zeventien, denk ik?’
Leurink: ‘Ik ben zeven jaar jonger dan jij. Dus dat was in het begin ook een reden om er geen werk van te maken. Het klikte, dat was het. En ja, je was oud. Dat ben je nog altijd.’

Van de Peppel: ‘We woonden in die tijd allebei in Utrecht. Ik speelde bij SCHC, Lau bij Kampong. Ze woonde in een groot verenigingshuis, ik iets kleiner met twee huisgenoten. We gingen bij elkaar op de thee, af en toe. Draaiden een beetje om elkaar heen.’
Leurink: ‘Tot we weer in Leipzig kwamen.’
Van de Peppel: ‘Nu was het op alle gebieden een succesvol zaaltoernooi. We wonnen allebei goud op het WK. En inmiddels was er geen ontkennen meer aan. We waren drie jaar verder en dus ook ouder. 20 en 27 klinkt toch anders dan 17 en 24, vind je niet? Daar, in de euforie en met een gouden plak om, werden we een stel. We hebben weinig geslapen, die avond.’

Van de Peppel op het gouden WK zaalhockey van 2015 in ‘stad van de liefde’ Leipzig. Foto: Koen Suyk

De enfant terrible en de echte student

Van de Peppel kende Leurink voor hun eerste ontmoeting amper. Andersom had zij al wel een beeld van haar nieuwe vlam. ‘Je was al wel een beetje een bekende naam in het hockey. Ik kende je reputatie.’
Van de Peppel: ‘Een beetje een boefje, dat was ik.’
Leurink: ‘Hoe zeg je dat ook alweer mooi? Oh ja, een enfant terrible. Iemand die het vaak ergens mee oneens was. Die heel erg een eigen mening heeft. Richting coaches, scheidsen, soms ook z’n eigen wedstrijd speelde zonder zijn tackleback te lopen…’
Van de Peppel: ‘Ik kwam voorin gewoon het best tot mijn recht. Zonder bal vond ik er niets van. En het klopt wel, ik ben niet iemand die de massa volgt. Geen meeloper. Soms kwam dat er wat verkeerd uit.’

Leurink: ‘Ik kan me nog een kaart herinneren toen je met Den Bosch speelde bij Kampong…’
Van de Peppel: ‘Ik maakte een onnodige overtreding. Daardoor miste ik mijn laatste wedstrijd bij Den Bosch, achteraf ook mijn laatste in de Hoofdklasse. Maar volgens mij scoorde ik wel, tegen David Harte.’
Leurink: ‘Toen je terugkwam naar Laren ben je echt veel volwassener geworden. Dat moet ik echt zeggen. Dat praten en die kaarten was verleden tijd. Heeft al die kritiek van mij toch geholpen.’

Van de Peppel: ‘Ik heb jou ook geholpen, toch? In jouw carrière?’
Leurink: ‘Absoluut. Ik zat in een druk studentenhuis, met zeventien meiden. Ik heb het daar fantastisch gehad, maar ik vond het ook fijn om bij jou de rust op te zoeken. Zeker vlak voor belangrijke wedstrijden. Je gaf me structuur en vertrouwen. Dat was ook nodig toen ik bij Oranje kwam. Daarvoor zat ik vol in het studentenleven. Door jou ben ik meer gaan nadenken over de sport, wat ik allemaal kon bereiken. Werd ik steeds meer een topsporter.’
Van de Peppel: ‘Zie je, we halen het beste in elkaar naar boven.’

Leurink in de kwartfinale van de Spelen van Rio, tegen Argentinië. Foto: Koen Suyk

Familiedrama’s rondom de Olympische Spelen

Van de Peppel speelde bij middenmoters in de Hoofdklasse, zoals Laren, SCHC en Den Bosch. Leurinks carrière ging als een speer, nadat ze eind 2015 aansloot bij Oranje. Een half jaar later stond ze op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro.

Leurink: ‘Een toernooi dat mij altijd een dubbel gevoel zal geven. En dan doel ik niet op de verloren finale. Twee dagen voor de Spelen overleed Pep zijn moeder.’
Van de Peppel: ‘Compleet onverwacht, veel te jong. Ik vind het nog steeds lastig om het erover te hebben. Dat gebeurde op vrijdag, de donderdag daarop zat ik in Rio. Dat was allemaal al geregeld. Die week was een rollercoaster.’
Leurink: ‘Ik vond het heel erg dat ik er niet voor je kon zijn. Ik was nog best jong en had in mijn leven nog weinig tegenslagen meegemaakt. Ik had zo graag meer tijd voor je gehad in die periode. Even een middag samen, een training skippen. Maar we zaten met het Nederlands team ook in de sneltrein die maar doorging.’
Van de Peppel: ‘Het is goed, hoor. Ik begreep het.’

Ook tijdens Spelen van Tokio die daarna kwamen, kreeg het stel te maken met een familiedrama.
Leurink: ‘Misschien weet je wel dat mijn zus Marije ongeneeslijk ziek is. Haar eerste operatie was vlak voor het begin van het toernooi. Het leek wel alsof er een vloek hing over de Spelen. Wat dat betreft is het maar goed dat ik gestopt ben als international.’
Van de Peppel: ‘Zo hebben we op jonge leeftijd al veel leed meegemaakt. Er zijn veel mensen in onze naaste omgeving overleden in de afgelopen jaren. Dat vormt ook je relatie. Je hebt een diepere band met elkaar. Ook dat kunnen we samen aan.’

Leurink: ‘De ziekte van mijn zus heeft meegespeeld in mijn beslissing te stoppen bij Oranje. Ik wil m’n tijd niet alleen maar stoppen in trainen en wedstrijden spelen. Ik wil meer tijd bij Marije, de rest van de familie en mijn vriendinnen besteden. Het WK, vorig zomer, was een mooi laatste hoogtepunt.’
Van de Peppel: ‘Ik sta volledig achter je keuze. Bovendien: je had in het Nederlands elftal ook alles meegemaakt en gewonnen, toch? Het was het juiste moment.’

Leurink: ‘Het is mooi dat ik in Oranje altijd Pep ben genoemd. Ik speelde in het team met Laura Nunnink en Lauren Stam. Drie ‘Lau’s’ was wat onhandig. Dus ben ik vernoemd naar mijn vriend. Zelfs in het wisselschema werd ik zo genoemd.’
Van de Peppel: ‘Bij SCHC word je nog steeds zo genoemd. Daar kom je nooit meer vanaf.’

Pep & Pep samen bij de honderdste interland van Leurink. Foto: Robbert van de Peppel

Openstaande appjes en ongeduldigheid

Ze zijn elkaars maatjes, maar kunnen het ook grondig oneens zijn.
Leurink: ‘De basis is liefde. Maar we zijn best goed in ruzie maken.’
Van de Peppel: ‘Dat duurt nooit lang. Dan vlammen we er vol op en is het weer over. Dat gaan we op ons huwelijk zeker te horen krijgen. We gaan allebei geen discussie uit de weg.’

Leurink: ‘Zeker toen we net samenwoonden, ergerde ik mij aan zijn slordigheid. Ik ben best georganiseerd. Netjes, misschien zelfs. Kon me al druk maken als hij een papiertje niet opruimde.’
Van de Peppel: ‘Ik vind dan dat ze daar geen punt van moet maken.  Doe relaxed, het komt later wel. Ook op het veld hebben we al een keer onenigheid gehad, haha.’
Leurink: ‘Hij was boos, omdat ik mijn hand opstak richting de scheidsrechter. Ik vond dat wij een vrije bal moesten hebben.’
Van de Peppel: ‘Altijd die internationals die meer ballen meekrijgen dan de rest. Om hun naam. Ja, toen ergerde ik mij wel.’

Leurink: ‘Je bent soms ook ongeduldig.’
Van de Peppel: ‘Waarmee dan?’
Leurink: ‘Ha, nou met alles. Zoals net ook, zaten we op het eten te wachten dat hier bezorgd wordt. Zo’n verspakket, weet je wel? Vindt hij het irritant dat ze te laat zijn.’
Van de Peppel: ‘Ik wil tak-tak-tak. Snel afhandelen en door. Krijg ik een berichtje binnen, dan probeer ik die meteen te beantwoorden. Jij hebt wel honderd appjes openstaan.’
Leurink: ‘Daar ben je inderdaad wat sneller in.’
Van de Peppel: ‘Het gebeurt vaak dat mensen mij appen voor een vraag aan Lau. Ze krijgen via mij dan eerder antwoord.’

Leurink was Van de Peppels assistent in 2018 bij Meisjes A1 van Laren. Ook op de bank ging het er soms verhit aan toe. Foto: Robbert van de Peppel

De confrontatie

Pep en Pep staan donderdag dus voor de derde keer tegenover elkaar. In de competitie won topfavoriet Stichtse twee keer van Hurley. Het gaat hoe dan ook een bewogen dag worden.

Van de Peppel: ‘Ik vind het lastiger, volgens mij. Ik gun het Lau heel erg. SCHC is nog nooit kampioen geworden en ze leven al jaren naar die eerste titel toe. Ik weet hoe diep het zit. Maar ik wil natuurlijk ook het beste voor mijn meiden. Het is geniaal dat we hier zijn gekomen en we hopen dat we kunnen stunten.’

Leurink: ‘Hurley is voor mij ‘gewoon’ een volgend obstakel op weg naar ons doel: de titel. Ik heb dit jaar wel enorm zitten juichen voor Hurley. In de wedstrijden dat ze niet tegen ons moesten, heb ik enorm meegeleefd. Ik ben megatrots op hem. Zo knap dat ze tegen alle verwachtingen in zo ver gekomen zijn. Maar na dit weekend is het wel klaar.’

Van de Peppel: ‘We hebben serieus besproken of we wel bij elkaar moesten slapen. Uiteindelijk vonden we allebei dat iedereen voor de play-offs het lekkerste slaapt in zijn eigen bed. Maar ik ga ’s ochtends echt niet even gezellig een koffietje met je doen. No way.’
Leurink: ‘Ik ben gewoon thuis, dus ik ben benieuwd waar je dan heengaat.’
Van de Peppel: ‘Ik zie je dan wel op het veld. Bij alles wat rood-blauw is, wil ik donderdag uit de buurt blijven.’


3 Reacties

  1. norbertnederlof

    Enfant terrible.. hebben we er veel te weinig van. Dit zijn de spelers die hockey zo mooi maken. Geweldig verhaal, heel veel geluk voor beiden!

  2. robdux

    Eindelijk eens niet van die woke figuren in hockeyland. Maar blijven we nou steeds herhalingen van artikeltjes krijgen?

  3. philchapel

    Wat een fantástisch interview! Beste Robbert, wat boeiend om dit allemaal te lezen. Ik wens jullie beiden veel succes (en tja…er kan er maar eentje die wedstrijd winnen) en vooral Geluk toe !!


Wat vind jij? Praat mee...