De statistieken van dit veldhockeyjaar spreken niet in het voordeel van de heren van Hattem. Met nul punten uit elf wedstrijden staat het Gelderse team stijf onderaan in de Overgangsklasse A. Ook het doelsaldo is niet om over naar huis te schrijven, met maar 10 doelpunten voor en al 46 tegen. Maar in de zaal, waarin Hattem deze winter in de Hoofdklasse uitkomt, wil de ploeg hoge ogen gooien. ‘Voor het zaalhockey komt iedereen terug.’
Hidde Heddema (34) is zaalaanvoerder van de promovendus. Hij is een van de weinige spelers die zowel op het veld als in de zaal voor Hattem uitkomt. ‘Droevig dat het veldseizoen zo loopt tot nu toe’, verzucht hij. ‘Het is een kwestie van personele problemen. Er is geen grote studentenstad in de buurt, dus jongens van buitenaf komen hier niet zo snel naartoe, terwijl de jeugd vaak vertrekt.’ Heddema was eigenlijk niet van plan om dit jaar in actie te komen, maar na een noodkreet vanuit zijn oude club pakte hij toch zijn stick weer uit de kast. Zijn aanwezigheid en die van buitenlanders zoals twee Maleisische talenten mag vooralsnog niet baten.
Traditie
Voor het zaalseizoen heeft Hattem daarentegen hoop. En gelet op de spelerslijst, waarop namen pronken als Floris Middendorp (Jong Oranje en Amsterdam), Lucas Middendorp (Klein Zwitserland), Karst Timmer (HGC) en Niek Collot d’Escury (oud-speler van Amsterdam), is die hoop niet eens ongegrond. Van de veldselectie zijn maar drie namen overgebleven. Waar tovert de club die klinkende namen ineens vandaan?
‘Zaalhockey bij Hattem is traditie’, opent Fokke Jan Middendorp, die samen Rogier van der Meer aan het roer van de Gelderse zaalploeg staat. Hij heeft recht van spreken: in 1990 was hij aanvoerder van het team dat de landstitel in de zaal won. De zesde in de geschiedenis van de club. Daarmee is Hattem nog altijd na Oranje-Zwart en Amsterdam de meest succesvolle Nederlandse club in de zaal. ‘Waar wij op het veld misschien nog altijd Klein Duimpje zijn, is dat in de zaal anders. Dan komen er spelers terug die ooit vertrokken om op een hoger niveau op het veld te spelen. Floris, Karst en Lucas zijn daar voorbeelden van.’
Middendorp, die naam komt meer dan eens terug. Dat is geen toeval. ‘Hattem is een echte familieclub. Fokke Jan is de oom van zowel Floris als Lucas. Mijn broertje Thijs speelt ook in het team’, vertelt Heddema lachend. ‘Voor elke speler die ooit vertrok, is het een warm bad om bij de club terug te komen. We kennen elkaar door en door.’
De kers op de taart
En zo strijken er jaarlijks meerdere toppers in het stadje onder de rook van Zwolle neer. Deze aantrekkingskracht leidde twee seizoenen tot promotie naar de Hoofdklasse. Met een gelukje weliswaar, nu de nacompetitie twee seizoenen geleden niet doorging, maar toch… Nu zij de hoogste competitie hebben bereikt, wil de ploeg van Middendorp en Van der Meer er ook alles uithalen wat erin zit. Sterker nog, de Gelderlanders zijn van plan om mee te doen om de bovenste plekken.
‘De basis van dit team is hetzelfde als twee jaar geleden. Floris sluit aan als hij terug is van het WK in India. Karst is helaas nog geblesseerd, dus hij komt zeer waarschijnlijk niet in actie dit seizoen. Dat is jammer, want hij is bepalend voor ons’, betreurt coach Middendorp – gehuld in een speciaal voor dit zaalseizoen bedrukt teamvest. ‘We hebben nu onze hoop gevestigd op Floris’, vult Heddema aan. ‘We hebben een sterk team en hij is als het ware de kers op de taart.’
Derde keeper
Tijdens het Starttoernooi van afgelopen zaterdag was het nog even inkomen voor Hattem. Tilburg is de eerste tegenstander. De ene na de andere treffer belandt in het doel van de promovendus. Een 0-4 achterstand bij rust doet vermoeden dat de wedstrijd in een dikke nederlaag voor Hattem zal eindigen, maar in de tweede helft krijgt de ploeg het ritme beter te pakken en mag het zelfs zijn eerste doelpunt noteren. De 1-5 nederlaag biedt gezien de ruststand perspectief. ‘Het was even wennen aan de snelheid. Bovendien speelden we met een grote selectie en veel jeugd, uit voorzorg. Met corona weet je niet wat er gaat gebeuren. In principe brengen we de selectie terug naar zo’n tien man en hebben we enkele jeugdspelers in elk geval een voorproefje kunnen geven van het niveau in de Hoofdklasse’, aldus Middendorp.
Tussen de jonkies liep ook een opvallende verschijning: een kalende man in een keeperspak, die net weggelopen leek te zijn uit een potje hockey met Veteranen B. Je zou bijna denken dat hij uit nood is opgetrommeld, maar niets is vooralsnog minder waar. ‘We hebben een tweede en een derde keeper’, licht Middendorp toe. ‘Arnoud Beumer is onze keeperstrainer en derde doelman. Het is natuurlijk niet de bedoeling om hem te laten spelen, maar als de nood aan de man is, heeft hij ook even aan het spel kunnen ruiken. En bovendien; hij mag dan wel vijftig jaar zijn, maar leeftijd zegt niets hè.’
Strijdplan
Hattem laat dus niets aan het toeval over, al zit het hen niet steeds mee. Als overgangsklasser mag de ploeg immers niet na vijf uur ’s middags trainen, in tegenstelling tot de op het veld in de Hoofdklasse uitkomende teams. ‘Daar was ik aanvankelijk erg boos over,’ benoemt Middendorp. ‘Ik dacht dat de KNHB dit onderscheid had gemaakt, maar daar had ik mij in vergist. De meeste jongens wonen in de Randstad, dus daar trainen we vaak. Het betekent vroeg opstaan, maar dat is even niet anders.’
Voor Hattem is het te hopen dat hun troef, Floris Middendorp, zo snel mogelijk aanhaakt. Maar verder kan het niet snel genoeg zondag zijn. Op de eerste speeldag treft Hattem twee tegenstanders van formaat: HDM en SCHC. Spelers, maar ook clubdier en coach Middendorp kan niet wachten. ‘We weten hoeveel moeite het ons heeft gekost om hier te komen. Op het veld mogen we er dan wel niet goed voorstaan, maar iedereen weet dat Hattem kan zaalhockeyen. Niemand gaat ons onderschatten.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.