Hockey-rage: toepen met als inzet een kaal geschoren hoofd

In voorbereiding op het tweede deel van de competitie trainen en spelen veel Nederlandse hockeyclubs deze dagen in zonniger oorden. Hockey.nl reist in het kielzog van enkele clubs naar Barcelona. Vandaag deel 4 (slot) van bikkelen in Barca: toepen.

Loop je als gast rustig door het trappenhuis van Hotel Atiram Arenasin, komt er ineens een jongen in zijn onderbroek voorbijrennen. Of je hoort plots een keiharde schreeuw uit een hotelkamer gevolgd door een bulderende lach van een groep gasten. De oorzaak in beide gevallen: een potje Toepen.

Oud-Hollands kaartspel

Toepen is een oud-Hollands kaartspel dat momenteel een absolute rage is onder hockeyers. Bij de mannen dan wel te verstaan. Vrouwelijke toepers, zijn er ongetwijfeld, maar wij hebben ze hier bij de teams in Barcelona niet gesignaleerd. Voor wie het spel niet kent: hier in het kort de regels. Let op:  de regels kunnen verschillen per team. Ga je naar een andere hockeyclub of zit je bij een Oranje-selectie, zorg er dan voor dat je precies weet volgens welke regels er wordt gespeeld. Bij de een mag je bij vier plaatjes (‘vuile was’) nieuwe kaarten pakken, bij de ander niet. Dat maakt nog al een verschil.

Bluf belangrijker dan goede kaarten

Goede kaarten zijn bij elke variant van toepen handig, maar niet noodzakelijk. Veel belangrijker: goed kunnen bluffen. Bijvoorbeeld met drie zevens en een koning keihard toep roepen in de hoop dat de rest zich van schrik terugtrekt en jij wint.

Toepen kan overal. De lobby van het hotel is een gewilde locatie, maar ook tussen de trainingen door aan de rand van het veld wordt deze dagen geregeld een kaartje gelegd. En af en toe, zo fluisteren de spelers ons toe, wordt de laatste ronde van een potje in de kleedkamer –buiten het zicht van de trainer – nog afgespeeld.

Zet (top)hockeyers tegen elkaar in een spel en het gaat er hard aan toe. Bij toepen is dat niet anders. Net als bij een echte wedstrijd zitten bij de meeste toep-potjes toeschouwers. Toeschouwers (lees: spelers die niet kunnen, willen of mogen meedoen) zijn er vooral om (ongezouten) commentaar te leveren.

(Lijf)straffen voor de verliezer

Vooral de verliezer moet het dan ontgelden. Werd vroeger vaak om geld gespeeld, de teams van nu spelen om (lijf)straffen. Die spreek je voor het potje af. Dat kunnen eenvoudige straffen zijn van het halen van een rondje drinken tot het zingen van een liedje. Maar er zijn kaartpotjes waarbij de inzet hoger is. Bij Almere moest deze week de verliezer in zijn onderbroek door het hele hotel rennen. Valt nog mee. Het veranderen van je naam op Facebook (in naam naar keuze van de winnaars, herstellen kan pas weer na een paar maanden) is al pittiger. Net als het moeten incasseren van een klets met een natte handdoek op je blote kont.
Maar je kunt van een verliespotje ook nog langer last hebben: bijvoorbeeld als je geheel over gedeeltelijk je haar moet afscheren of een figuurtje in je haar moet laten scheren. Van Joep de Mol, speler van Oranje Zwart, is bekend dat zijn rossige haardos na het WKU21 in India, met een tondeuse was gemillimeterd na een potje Toepen. Maar ook Rein van Lennep van Schaerweijde bekent deze middag dat de tondeuse hem ongewild een opgeschoren kapsel bezorgde. Hij strijkt door zijn haar. ‘Het is gelukkig weer aangegroeid.’
Maar zijn coupe kan na een verloren potje Toepen zo weer anders zijn.


Wat vind jij? Praat mee...