Deadlinedag in aantocht: vijf redenen om niet op te zeggen

Nog een paar dagen en dan is het 1 mei. Een dag waarnaar veel clubs gespannen toeleven. Op veel verenigingen is het deadlinedag voor opzeggingen. Er zijn genoeg redenen te bedenken waarom je niet je lidmaatschap moet beëindigen. We zetten er vijf voor je op een rijtje.

1) Wees zuinig op je mooiste dag van de week
Zaterdag (of zondag) is de mooiste dag van de week. Ze zongen het al in de voetbalfilm All Stars. Hét moment om naar uit te kijken. Waar je alles om je heen vergeet. Opgaat in het spel. Zeventig minuten lang alles geeft. Waar veteranen als kleine jongens staan te juichen als een onbedoelde cornervariant er toch inrolt. De dag waarop je met je teamgenoten geniet van de eerste, tweede en derde helft. Hockey heeft een centrale plek in je agenda. Beslaat minstens een dagdeel, misschien wel meer. Dat wil je toch niet missen? Waar leef je dán naar toe? Weg is dat adrenaline-moment. Die ‘me-time’ met je team. Wat is het alternatief? Vaker naar de schoonfamilie? Wandelen? Bootcampen? Wees zuinig op je mooiste dag van de week.

2) Denk om de stok achter de deur
Je hockeytraining (en de wedstrijd) is een stok achter de deur om te bewegen. Op vaste tijden, de bekende locatie en dezelfde gezichten. Het brengt je ritme en regelmaat. Wanneer je opzegt, zet je ook een streep door dit ritueel. Natuurlijk, dat biedt flexibiliteit en dat kan een voordeel zijn. Wellicht ben je gedisciplineerd genoeg om geregeld zelf te sporten. Hardlopen, fietsen, name it. Bij mooi weer is dat nog niet zo’n issue. Maar wat straks, als de dagen korter worden? Kan je het dan ook opbrengen om jezelf aan een training te onderwerpen, zonder dat een teamgenoot je achter de vodden zit? Of ben je dan op je oude trainingstijd Netflix aan het uitspelen?

Een voorzichtig begin van de derde helft bij het duel van de jong heren-teams van Myra en Rood-Wit. Foto: Koen Suyk

3) Het gras is niet groener bij de buren
We horen ‘m vaak als reden om op te zeggen: de lokroep van andere clubs. Gevaarlijk en verleidelijk. Het klassieke verhaal van een speler die is uitgekeken bij de vereniging waar-ie al een tijdje speelt. De positieve, maar ook de mindere kanten heel goed kent. En als dat laatste gevoel overheerst, dan is een overstapje snel gemaakt, zeker in gebieden waar de hockeydichtheid groot is. Maar bij die nieuwe club is echt niet alles mooier, fijner en leuker. De teamindeling die tegenvalt, de trainer die vaak afzegt, de rottijd waarop je moet trainen. De TD’s die stiekem toch een beetje tegenvallen. Linksom of rechtsom draait een ‘transfer’ geregeld uit op een teleurstelling. Verwachtingen die toch niet uitkomen en je uiteindelijk doen verlangen naar hoe het was. Shit, had je eind april toch maar niet dat mailtje gestuurd.

4) De onmisbare inside jokes 
Hockey draait natuurlijk niet alleen maar om de momenten dat je op het veld staat. Wat missen gestopte spelers het meest? Inderdaad, de momentjes buiten de lijnen. De mooie gesprekken en rituelen in de kleedkamer. De inside jokes, het eenheidsgevoel. Welke rol je ook vervult in een team, je bent een deel van het geheel. Een schakeltje in de ketting. Je hoort erbij. Los van die bal en stick is die sociale factor – zeker in niet-prestatieteams – van groot belang. Onbetaalbaar en onmisbaar. Toch?

Een vol clubhuis bij Schaerweijde. Foto: Koen Suyk

5) Laat je team en club niet in de steek
Last but not least. Het inspelen op schuldgevoel. Want wat gebeurt er met jouw team als je opzegt? Ben je speler nummer zeventien, achttien of negentien? Dan valt de schade wellicht wel mee. Maar wat als jouw ploegje slechts twaalf of dertien man heeft? En je mogelijk ook anderen meeneemt in jouw vertrekplannen? Dan ben jij degene die jouw teampje uit elkaar laat knallen. De bomlegger, waardoor de rest met de gebakken peren zit en er misschien geen team meer overblijft. Dat wil je toch niet op je geweten hebben? 


Wat vind jij? Praat mee...