Timo Achterberg speelt al 32 jaar in de Reserve Hoofdklasse

Of het een record is weten we niet, maar het zou zomaar kunnen. De 49-jarige Timo Achterberg van GHBS uit Groningen (Heren 4) speelt naar eigen zeggen maar liefst 32 jaar in de Reserve Hoofdklasse.

Zijn medespeler Jorrit Terra is vol lof over hem. Hij zegt, eerst serieus: ‘Timo is verrassend fit voor zijn leeftijd en staat als laatste man als rots in de branding zich te bezweten tegen bijvoorbeeld jongens van 18 à 20 jaar.’ Dan plagend: ‘Wat opvallend is, is dat ie niet kan flatsen. Eigenlijk ziet het er natuurlijk niet uit, een verdediger die steeds die bal slaat.’

Zelf zegt Achterberg daarover: ‘Dat is 1 van de dingen die ik heb zien veranderen in al die jaren. De oude garde kan dat niet, flatsen. Daarnaast heb ik het spel sneller zien worden, zijn de spelregels veranderd en de kunstgrasvelden geïntroduceerd.’

SONY DSC

Reserve Óvergangsklasse

Achterberg groeide op in Assen en begon met hockeyen bij HV Assen. In het 1e jaar van zijn studie stapte hij over naar GHBS. Daar belandde hij al snel in de Reserve Hoofdklasse, om er 32 jaar later nog steeds in te spelen. Alhoewel… 2 jaren verdienen een uitleg.

Het 1e jaar was rond 1987, het jaar dat Achterberg in dienst moest. ‘Toen ben ik terug naar HVA gegaan. Dat kwam omdat ik daar in de Reserve Hoofdklasse kon blijven spelen, zonder dat ik regelmatig hoefde te trainen. Dat kon in Groningen niet.’

Het 2e jaar moet rond 1999/2000 zijn geweest, de enige keer dat Achterberg níet in de Reserve Hoofdklasse heeft gespeeld. ‘We zijn dat jaar teruggezet van Heren 2 naar Heren 5. De club wilde iets anders met hun Heren 2-team, want wij begonnen tóen al redelijk op leeftijd te raken. Heren 5 speelde echter in de Reserve Overgangsklasse. We werden meteen kampioen. Hartstikke leuk natuurlijk, maar ik moet zeggen dat het wel érg makkelijk ging. We wonnen de meeste wedstrijden met grote cijfers.’

SONY DSC

Geen mid-mid meer

Sindsdien speelt Achterberg onafgebroken in de Reserve Hoofdklasse. Ook tegen de jonge, fitte studententeams. Al is hij geen mid-mid meer. ‘Ik ben nu laatste man. Dat houd ik makkelijker vol. Zo lang mijn spieren het toelaten, wil ik alles geven. Ik prijs me gelukkig dat ik niet te vaak geblesseerd ben. Dat ik nog kan hockeyen zonder dat ik last heb van m’n knieën of m’n enkels.’

Heren 1 heeft hij nooit gehaald. ‘Ja, als invaller wel, maar niet structureel. Dat is waarschijnlijk de reden dat ik zo lang in de Reserve Hoofdklasse speel. Ik geloof ook niet dat ik Heren 1 geambieerd heb. Ik vond het wel prima. Anders had ik nóg meer op m’n tenen moeten lopen.’


Wat vind jij? Praat mee...