De Venlo Girls: een club waar de vrijheid altijd voelbaar was

De naam is episch. De geschiedenis vrij kort. De locatie bijzonder. Welkom in de wereld van de Venlo Girls, een verdwenen club die slechts dertig jaar bestond, maar onvergetelijk was voor oud-speelster Loes Leurs-Seelen.

‘Wanneer ik hier voor het laatst was?’, mijmert Loes Leurs hardop. Ze staat op de plek waar vroeger haar club zat, de Venlo Girls. ‘Nou, gisteren. Toen ben ik hier al even gaan kijken’, klinkt het bijna triomfantelijk.

Bij Leurs ‘zeg alsjeblieft gewoon Loes, zo heet ik toch’ is de lach nooit ver weg. Vlak daarvoor heeft de 73-jarige oud-international haar Fordje in de berm van de doorgaande, glooiende weg geparkeerd. De weg van Venlo naar Herungen, in Duitsland. We zijn slechts achthonderd meter van de grens. Een bus met een Duits nummerbord rijdt voorbij. Lijn 29, naar Neukirchen.

‘Hier was de ingang naar de club’, wijst Leurs naar de struiken aan de rand van de N-weg. De bosjes grenzen aan tuinen. ‘In een van die tuinen zal ons veld hebben gelegen’, denkt Leurs hardop. ‘Toch wel jammer dat er nergens iets te zien is. Geen bordje, geen paaltje. Dat was toch aardig geweest.’

Loes Leurs op de plek waar ooit haar cluppie zat. Foto: David van Haren

Een meisje van twaalf

In gedachten is Leurs weer even een meisje van twaalf. Een meisje dat vlak na de Tweede Wereldoorlog geboren werd en veel op straat voetbalde. Onder meer met haar broer Jan, die het eerste van Ajax haalde én nog altijd de snelste Eredivisie-hattrick aller tijden op z’n naam heeft staan. De oorlog en de periode daarna bezorgden het gezin waarin ze opgroeide veel littekens. Die pijn verdween op de Herungerberg. ‘Hier was ik vrij’, zegt Leurs.

Als ze haar ogen dichtdoet, ruikt ze de geur van gemaaid gras en vers gekalkte lijnen. ‘Op het veld was mijn hoofd helemaal leeg. Ontspanning. Geen gedoe. Dacht ik alleen aan hockey.’ Even houdt ze in. ‘…Dat is prachtig toch, dat de sport je zoiets kan geven? De club bracht mij warmte en geborgenheid. Het gevoel van ergens bij horen. Dat had ik nodig. Zeg nou zelf: welk kind heeft dat niet nodig?’

Het oude, volledig uit hout opgetrokken clubhuis van de Venlo Girls. Foto: privé-archief Loes Leurs

Venlo Girls was veel meer dan alleen een sportclub. Voor Leurs, waarschijnlijk ook voor vele anderen. ‘Dit is de plek waar ik mijn goede vriendin Mieke heb leren kennen. We zijn 62 jaar bevriend. Twee-en-zestig jaar! Da’s toch uniek? En ook met haar vader had ik een speciale band. Meneer Kleuskens. ‘De Kleus’, zo noemden we ‘m. Hij was als een tweede vader voor mij. Hij kwam kijken toen ik in Leverkusen mijn eerste toernooi in het Nederlands elftal haalde. Leverkusen! Dat was toen ver, hoor!’

Beter dan voetballen op straat

Eén keer speelde Leurs, toen nog onder haar meisjesnaam Seelen, namens ‘de Girls’ in Oranje. Daarna vertrok ze naar VHC, de grootste club uit de stad, dat een beter damesteam had. ‘Maar toen ik begon was dat niet zo’, vertelt Leurs. ‘Toen was het heel logisch dat je als jong meisje voor de Venlo Girls koos. ‘Een nichtje van mijn stiefmoeder vroeg aan mijn ouders of ik mocht hockeyen. Dat vonden ze goed. Beter dan voetballen op straat. Dat was niets voor een meisje, vonden ze. Hockey was de meest voor de hand liggende teamsport. Verder was er niet veel keus. Ik vond het meteen keileuk.’

Normaal kom je op je twaalfde in de C-jeugd terecht. Maar dat was aan het eind van de jaren vijftig anders, zegt Leurs. ‘Er waren geen speciale jeugdelftallen. Dus je zat meteen bij echte dames in het team. Hoe oud? Nou, oud. Als meisje van die leeftijd vind je alles oud. Hier, een teamfoto van die tijd. Dan zie je wel dat de leeftijden flink uiteenlopen.’

Leurs (achterste rij, tweede van rechts) tijdens haar beginjaren bij de Venlo Girls in dat team met het grote leeftijdsverschil. Foto: privé-archief Loes Leurs

Ze zet een paar passen richting de bomen en stapt daardoor terug in de tijd. ‘Hier waren de hokjes voor het omkleden. Het liep hier wat af. Verderop kon je je fiets neerzetten. Daarna kwam je al snel bij het veld. Dat lag tegen het houten clubhuis aan.’

Leurs herinnert zich voorzitter ‘De Kleus’ met z’n grasmaaier. ‘Hij zorgde ervoor dat het gras op hockeyhoogte was. Het liefst zo kort mogelijk. Je moest soms goed uitkijken waar je liep. Overal stonden mollenvallen. Met alle leden zorgden we dat de club er goed uitzag. Zo zaten we een paar keer per jaar met z’n allen op de knieën om het onkruid te wieden. En werd het clubhuis door de leden geverfd. Dat was gewoon. Hoorde erbij.’

‘De Kleus’ op z’n grasmaaier. Foto: privé-archief Loes Leurs

De club die in 1937 werd opgericht, veranderde tijdens de oorlog noodgedwongen van naam. ‘Een Engelse naam mocht niet van de Duitsers. Dat was véél te geallieerd. De club heette daarom vijf jaar Hockeyclub Genooi, dat was de wijk waar de club toen lag. In 1944 is het clubhuis gebombardeerd. Daarna kwamen ze op de Herungerberg terecht.’

Je werd zelfs verbeterd als je een woord niet ‘Venloos genoeg’ uitsprak. Loes Leurs

We zitten inmiddels bij Leurs thuis. Aan de muur hangt een kampioensschaal van het WK dat ze met Oranje won in Nieuw-Zeeland. Op tafel een bierglas van de Venlo Girls. ‘Jaha’, lacht Leurs, terwijl ze doet alsof ze een slok neemt. ‘Ook dat konden ze ook goed, de dames.’ Tegenover Leurs zit haar man Hein. Hij was jarenlang keeper van VHC, ook op het hoogste niveau. De vlam sloeg over toen zij zijn legguards vastmaakte.

Een bierglas van de Venlo Girls, gemaakt ter ere van het 25-jarig bestaan. Foto: David van Haren

‘Bij Venlo Girls hockeyde het werkend volk’, vertelt Leurs. ‘We waren minder elitair dan VHC. Iedereen werd bij ons geaccepteerd, los van de afkomst en beroep. En dat was in die tijd best bijzonder.’ Net zo bijzonder als de strikte taalregels. ‘We waren trots op ons dialect. Je werd zelfs verbeterd als je een woord niet ‘Venloos genoeg’ uitsprak. Je ging niet van de glijbaan, maar van de roetsjbaan. Zo zeiden we dat en niet anders.’

‘Truuk’

Hein mengt zich kort in het gesprek: ‘Dat dialect had voordelen, ook bij VHC. Tegenstanders uit andere delen van het land begrepen je niet. We speelden ooit tegen Kampong toen iemand bij ons ‘truuk’ riep. Van het Duitse zurück. Naar achteren dus. Maar Kampong dacht dat iemand een trucje ging doen. Daar moesten wij wel om lachen.’

Leurs: ‘We waren een club waar alleen vrouwen hockeyden. Maar er liepen ook mannen rond, hoor. Ze stonden ook in het veld, maar alleen als scheidsrechter. Ze kwamen kijken of zaten in het bestuur. Ha, we sloten ze niet buiten. Maar zo’n vrouwenclub paste wel in het tijdsbeeld. De scholen waren apart, in de kerk zat in je aparte rijen en de internationale hockeybonden waren ook gescheiden.’

Loes Leurs op de locatie van het oude hoofdveld. Foto: David van Haren

Voor uitwedstrijden gebruikte Dames 1 van Venlo Girls een Volkswagenbusje. ‘Die was bijna perfect voor ons. Bijna, inderdaad. Er konden nét niet genoeg speelsters in. Het busje had zitplaatsen voor acht man, plus de chauffeur. Maar ja…’, vertelt Leurs met een twinkeling in haar ogen. ‘Hockeyen doe je met minstens elf hè. Dus als we politieagenten zagen, moesten er een paar bukken. Dat riepen we dan ook, heel hard. Bukken! Hop, gingen er twee naar beneden. We werden ook wel eens aangehouden. Maar in de stad kenden we de meeste agenten wel. We hebben nooit een boete gekregen.’

De mannen werden toegelaten

In 1967, een jaar nadat Leurs naar VHC vertrok, hielden de Venlo Girls op te bestaan. ‘Dat had een positieve reden hoor’, legt Leurs uit. ‘Er waren veel mannen die ook wilden hockeyen en het leuk vonden om zich aan te sluiten. Het vrouwengedoe raakte ook een beetje uit de tijd. Dus hebben ze maar toegelaten. Venlo Girls verdween niet, maar breidde zich juist uit.’

Het speldje van de fusieclub, Groen-Wit dat nagenoeg hetzelfde logo had als de Venlo Girls. Foto: David van Haren

Het logo is bijna hetzelfde gebleven. ‘Kijk maar.’ Leurs legt beide clubwapens naast elkaar. ‘Alleen de letters zijn anders. VG werd GW. Groen-Wit, genoemd naar de clubkleuren van de Girls. In de jaren negentig is de club opgeheven.’

Voor Leurs was de club toen al een herinnering. Een plek waar zij haar eerste stappen zetten richting de internationale top. En bovenal een plek om vrij te zijn.

Eerder in deze serie

1. Be Fair
2. Te Werve
3. Martinus


1 Reactie

  1. Jantjebart

    Over verdwenen clubs doe ik een suggestie voor de verdwenen club uit Hoogezand IHHC.


Wat vind jij? Praat mee...