Vooruitblik 2018 Marloes Keetels: ‘Alles draait om het WK’

In deze vroege dagen van januari blikken we vooruit op het hockeyjaar 2018 met prominente namen uit de hockeywereld. Vandaag Marloes Keetels (24), die als aanvoerder van de Oranje Dames in 2017 een topjaar beleefde met het winnen van het EK en de HWL Final. Eerder dat jaar won ze met haar club Den Bosch ook al de landstitel en de EHCC.

Waar kijk je komend hockeyjaar het meest naar uit?

‘Alles draait om het WK in Londen, daar hebben we met het team heel veel zin in. Elke keer als we bijvoorbeeld shuttles rennen, dan doen we dat bewust met het WK in het achterhoofd. Dan weten we waarvoor we het doen.’

Wie wordt er landskampioen zaalhockey?

‘Ik heb de afgelopen weken bewust genoten van een hockeyloze periode en heb me niet genoeg verdiept in het zaalhockey om favorieten aan te kunnen wijzen. Ik heb niet zoveel op met zaalhockey, mede omdat ik zelf een hoge hockeyster ben. Dan is laag zitten al erg lastig.’

Welke club degradeert rechtstreeks uit de Hoofdklasse?

‘Bij de mannen verwacht ik niet dat hdm het nog redt. Bij de vrouwen zal de spanning tussen Groningen, Huizen en Nijmegen flink toenemen. Uiteindelijk denk ik dat Groningen zal degraderen, mede omdat zij nog lastige uitduels moeten spelen bij hun directe concurrenten.’

Wie wordt er topscorer van de Hoofdklasse?

‘Ik zeg Mirco Pruyser. Knap hoe hij de topscorerslijst aanvoert terwijl hij niet eens direct bij de strafcorner betrokken is. Mink van der Weerden zal zijn grote concurrent zijn, maar het is natuurlijk de vraag hoe snel hij weer de oude is na zijn blessure. Bij de dames staan Maxime Kerstholt, Charlotte Vega en Ginella Zerbo er ook goed voor met louter velddoelpunten, maar toch verwacht ik dat Caia van Maasakker er dit seizoen de meeste maakt.’

Wie speelt de finale van de play-offs en wie wordt er landskampioen?

‘Bij de mannen verwacht ik een finale tussen Kampong en Amsterdam. In onze competitie denk ik dat we weer met Amsterdam gaan uitmaken wie er kampioen wordt. Met ons als uiteindelijke winnaar uiteraard. We zijn al een hele poos ongeslagen (sinds 15 november 2015, red.) en willen dat zo lang mogelijk zo houden. We willen alles winnen en blijven gretig. Die mentaliteit ontwikkel je bij Den Bosch al in de jeugd.’

Wie wint de Champions Trophy?

‘Moeilijk te zeggen, aangezien het deelnemersveld bij de mannen nog niet compleet is. Ik verwacht sowieso een finaleplaats voor de Oranje Heren, zeker na hun teleurstellende zevende plaats tijdens de HWL in India. Die willen wat rechtzetten. Wij spelen de Champions Trophy pas in november, dat is nog erg ver weg. We zullen er met een sterke selectie naar toe gaan, maar het is niet per definitie een toernooi om te pieken. Eerder eentje om te leren.’

Wie speelt de finale van het WK en wie wordt er wereldkampioen?

‘Voor ons hoop ik op een finale tegen gastland Engeland. Je merkt nu al dat het toernooi erg leeft in Londen en ik verwacht dat de Engelsen door hun thuisvoordeel sterk voor de dag zullen komen, ook al is het team sinds de Spelen in Rio flink verjongd. Als we winnen dan prolongeren we onze wereldtitel. Ik ben blij dat ik die triomf in 2014 in Den Haag heb mogen meemaken, dat was een unieke ervaring.

Bij de mannen zou India-Nederland een droomfinale zijn. Maar ik verwacht ook veel van Duitsland. De veerkracht die dat land tijdens de Spelen in Rio toonde, heeft indruk op me gemaakt. En ik ben een fan van Florian Fuchs, een prachtige hockeyer. Ik ben ook benieuwd of de Belgen weer kunnen imponeren. Het zal in India ook belangrijk worden wie er het fitste team heeft. Ziek worden, zoals in november een flink aantal spelers overkwam, is funest.’

Wat is je persoonlijke ambitie dit jaar?

‘Ik wil deze zomer in Londen met een zelfverzekerd team wereldkampioen worden en laten zien dat we weer verder gegroeid zijn met Oranje. Het winnen van de HWL in Auckland was mooi, maar het gaat om pieken op het juiste moment. Dat moet in Londen gebeuren. Op persoonlijk vlak wil ik dit studiejaar mijn bachelor bedrijfskunde halen. Het gaat nog om drie vakken, dus het einde is in zicht.’

Welke regels worden er veranderd of moeten veranderd worden?

‘Net als vele andere hockeyers zou ik het fijn vinden om terug te gaan naar twee keer 35 minuten in plaats van vier kwarten. Op het veld voelen die twee extra pauzes soms als een hinderlijke onderbreking van de wedstrijd. Bovendien beperkt het je tactische plannen als team, aangezien de tegenstander na 17,5 minuut weer overleg kan plegen en zich even kan herpakken.

Verder is er veel discussie over het opwaarderen van velddoelpunten ten opzichte van doelpunten uit een strafcorner. Ik vind dat niet nodig. Kijk naar de topscorerslijsten in de Hoofdklasse. Daar staan bovenin nog genoeg spelers en speelsters die louter velddoelpunten maken. Als we de goals uit strafcorners willen aanpakken, zouden clubs ook beter kunnen gaan trainen op het verdedigen en voorkomen van de corner.

Ik heb het met ploeggenoten regelmatig over de vijfmeterregel: verdedigers die in de cirkel staan mogen bij een vrije bal van de tegenstander binnen de vijf meter afstand blijven, maar totdat de bal door een tweede speler is geraakt of de bal vijf meter heeft afgelegd niet buiten de cirkel komen. Als een verdediger in de ogen van de scheidsrechter te vroeg op de aanvaller afgaat, krijgt hij meteen een strafcorner tegen, een zware straf. Het vervelende is dat je als verdediger gewoon niet altijd weet wanneer je mag ingrijpen. Een oplossing zou kunnen zijn dat de scheidsrechter ‘bal vrij!’ roept om aan te geven wanneer een verdediger op de speler in balbezit mag afgaan.’