Sinds de Spelen is de Matla-mania groter dan ooit

Ze is een attractie geworden. Een magneet voor jonge kinderen – vooral meiden – die een foto of een handtekening willen van Frédérique Matla. In de Matla-mania houdt het hockeyidool haar hoofd koel en scoort ze aan de lopende band. Toch gaat ook niet alles bij de Bossche spits helemaal vanzelf.

Na de moeizame 2-1 zege op Amsterdam zit de klus er voor Matla nog niet op. Eerst nog een interviewtje bij de NOS. Als ze zich omdraait en naar de dug-out wil lopen – waar haar spullen nog staan – staan er binnen mum van tijd tientallen kinderen om haar heen. Die willen maar een ding: een tastbaar aandenken van de ontmoeting met de beste spits van het land.

Stift na stift krijgt Matla in haar linkerhand gedrukt. Sticks, blaadjes, ballen en zelfs een telefoonhoesje worden voorzien van de krabbel van de topscorer van de Olympische Spelen. Een foto hier, een aai over de bol daar. Geen kind dat met lege handen het hoofdveld van het Wagener verlaat, nota bene de thuishaven van rivaal Amsterdam.

Matla tijdens een strafcorner. Tegen Amsterdam pushte ze er een op de lat. Foto: Bart Scheulderman

 

‘Het is niet normaal meer tegenwoordig’, lacht Matla verwonderd, op het veld waar geen teamgenoot of tegenstander te bekennen is. ‘Kijk eens, iedereen is van het veld. En ik sta er nog steeds. Die aandacht na de Spelen had ik vooraf wel onderschat. Mooi toch? Ik doe altijd mijn best om iedereen aandacht te geven.’ Lachend: ‘Al is het wel fijn als je na de wedstrijd even een jasje aan kan doen.’

Vier keer bolle kant

In de moeizame 2-1 zege op Amsterdam ging het bij Matla soms verre van vanzelf. Ze is zelf de eerste om dat te erkennen. ‘Ik heb best wat mindere momenten gehad vandaag. Volgens mij heb ik vier keer een bal met mijn bolle kant geslagen. Dan ben ik net niet scherp. Maar ik heb geleerd dat ik niet zeventig minuten lang, elke seconde goed hoef te zijn. Ik moet de teugels niet te veel laten vieren, daar ik ben zelf kritisch op. Al weet ik ook dat een gemist balletje niets zegt over de rest van de wedstrijd. Ik moet niet te lang blijven balen, vijf minuten later komt er weer een kans.’

Ze zegt het geroutineerd. Door de wol geverfd. En is toch pas 24 jaar. Maar dat haar woorden kloppen, bleek wel in de wedstrijd. Nadat ze voor rust een corner op de lat sleepte, was het vlak na de pauze wel kassa voor Matla. Ze opende in het derde kwart de score door een stuiterbal binnen te schieten. Nummer achttien (!) van haar seizoen.

Nog nooit scoorde Matla, die toch al even meedraait in de Hoofdklasse, zoveel treffers in haar eerste negen duels. ‘Ik sta zelf eigenlijk nooit stil bij die cijfers. Ben er niet mee bezig, maar het wordt me onmogelijk gemaakt ze te missen. Ik zie ook de berichten wel voorbijkomen over mijn statistieken. Net begonnen ze op tv er ook over. Achttien uit negen, oké…En ik hoorde dat ik voor de dertiende keer op rij gescoord had voor Den Bosch, ofzo? Ik vind het wel bijzonder. Als ik lekker in mijn vel zit, komen die goals vanzelf. Het is geen doel op zich.’

Matla in duel met Kira Horn, de Duitse verdediger van Amsterdam. Foto: Bart Scheulderman

 

Ook ik dacht, toen ik terug was van vakantie: waar doe ik het voor? Frédérique Matla

Ze lijkt haar supervorm van de zomer schier moeiteloos voort te zetten. Acht maakte ze er op het EK, negen in Tokio. Waar menigeen een terugval, vormdip of mentale issues heeft na zo’n periode, lijken de prestaties van Matla alleen maar in een rechte, vloeiende lijn naar boven te lopen. ‘Zo lijkt het’, zegt ze met nadruk. ‘Maar ook ik dacht, toen ik terug was van vakantie: waar doe ik het voor? Natuurlijk wil ik naar de Spelen van Parijs. Naar het WK. Landskampioen worden. Maar alles stond in het teken van afgelopen zomer. We hebben alles gepakt wat we pakken konden. Alles gewonnen.’

Dus kwam een paar maanden terug ook bij haar die ene, onvermijdelijke vraag.

Wat nu?

‘Waar haal ik de motivatie en energie vandaan? Het plezier in het hockey heb ik weer vrij snel gevonden. Ik train nog niet maximaal, dat komt ook omdat ik voor de play-offs wat last had van een blessure. Die dubbeltrainingen sla ik nog even over. Drie keer per week trainen bevalt mij prima. Ik moet in deze periode zorgen dat ik fit blijf en neem iets meer tijd voor andere dingen. Ga bijvoorbeeld een keer naar de dierentuin. Hockey staat absoluut op één, met alle liefde. Het is mijn leven. Mijn werk. Mijn hobby. Maar de nummers twee, drie en vier in mijn leven staan dichterbij dan de nummer één dan voor de zomer. Vanaf januari wordt het weer een heel ander verhaal.’

Ze snapt zelf dondersgoed dat niet doelpuntenexplosie verre vanzelfsprekend is na zo’n piekmoment. ‘Ik had het ook begrepen als het nu minder was gegaan. Dat had ik ook prima gevonden, denk ik. Ik wil gewoon plezier maken, dat is mijn doel vanaf de eerste wedstrijd van het seizoen. De lat daar (wijst ver boven zich) leggen, dat werkt nu niet.’ Lachend: ‘Ja, ik word ook wat volwassener.’ ‘Ik speel nu niet mijn beste spel, maar daar heeft niemand het over.’

Haar jonge fans al helemaal niet. Die hebben er sinds de zomer een echt hockeyvoorbeeld bij.

Dollend met teamgenoot Pleun van der Plas. Foto: Bart Scheulderman


Wat vind jij? Praat mee...