Het Italië van Justus: geen geld, amper spelers, wel passie

De Nederlandse bondscoach Robert Justus speelt dinsdag (14.45 uur) op het EK in Mönchengladbach met Italië – de nummer zeventien van de wereldranglijst – tegen het Nederlands elftal. Hij maakt zich geen illusies. ‘Als wij dit toernooi geen laatste worden, hebben we het goed gedaan.’

Uit een piepkleine vijver van slechts twintig speelsters, inclusief twee keepers, moest Justus deze zomer zijn EK-selectie samenstellen. Meer keus was er niet. De Italiaanse bond heeft nog geen vijfduizend leden, van wie het overgrote merendeel ook nog eens mannen en jongens zijn. Van de achttien geselecteerde internationals zijn er slechts zes geboren in Italië. De rest – Argentijnen met een Italiaans paspoort – is toevallig aan komen waaien.

Justus lacht er in het spelershotel in Mönchengladbach om, maar ergens frustreert het ‘m ook. In vergelijking met de toplanden stelde de voorbereiding op het EK ook al weinig voor. Sinds het begin van 2023 heeft hij zijn ploeg een schamele 23 dagen bij elkaar gehad. Oranje was alleen in januari al twaalf dagen met elkaar op trainingsstage.

De nationale selectie van Italië is in het spelershotel aangeschoven voor een lunch. Foto: Willem Vernes

Ik dacht: er is vast wel een Nederlands bedrijf dat ons wil sponsoren. Maar het is me niet gelukt er één te vinden. Robert Justus

Vanaf mei tot en met juli, belangrijke maanden om richting het EK te kneden en te schaven, zag Justus zijn speelsters twaalf weken achter elkaar niet. Daarna volgden twee teamtrips, naar Barcelona en Dublin. Allebei van slechts vijf dagen. In Barcelona zou Italië drie oefenwedstrijden tegen Zuid-Afrika spelen, maar dat land kreeg de financiering niet rond en zegde op het laatste moment af.

Na opnieuw een onderbreking – van twee weken – hervatte Italië de voorbereiding pas vier dagen voor het begin van het EK, bij aankomst in het hotel in Mönchengladbach. De ploeg heeft slechts een handvol wedstrijden in de benen. Elzemiek Zandee (11 interlands, 2 goals), op het laatste moment afgevallen bij Oranje, speelde deze zomer meer interlands dan Italië.

‘Wij worden niet gesponsord. Dus ben ik zelf maandenlang bezig geweest een sponsor te vinden. Ik dacht: we spelen tegen Nederland, dat komt live op de NOS. Daar kijken zeker 300.000 mensen naar. Er is vast wel een Nederlands bedrijf dat ons wil sponsoren. Maar het is me niet gelukt er één te vinden. Daardoor is er geen geld. En hebben we dus een beperkt trainingsprogramma’, vertelt Justus over de marginale voorbereiding. Zaterdag liep hij met zijn ploeg meteen tegen een zeperd aan, in de openingswedstrijd tegen België (6-0 verlies). Zondag tegen Spanje bleef de schade beperkt (2-0).

Robert Justus klapt gefrustreerd in zijn handen nadat Spanje zondagavond op 1-0 voorsprong is gekomen. Foto: Willem Vernes

Justus hockeyde en woonde in Italië, hij houdt echt van het land

Er zijn genoeg Nederlandse coaches die een bondscoachschap ambiëren voor hun eigen cv. In feite maakt ze het niet uit bij welk land ze aan het roer staan. Justus – oud-coach van onder meer Pinoké Dames 1 en Dragons Dames 1 – vindt het bondscoachschap natuurlijk ook een eervolle baan. Maar hij heeft niet zomaar een land uitgekozen. Van Italië houdt hij echt.

Toen zijn voorganger vertrok, ging de Italiaanse bond bewust op zoek naar een ‘Europese’ coach. In plaats van in Italië wilden ze voortaan in België gaan trainen, omdat enkele internationals al in de Belgische competitie speelden. Justus werkte op dat moment als coach van Dragons in België. Bovendien spreekt hij Italiaans. Van 2005 tot en met 2008 heeft hij in Italië gehockeyd en gecoacht. Zodoende kwam hij in beeld en tekende hij in maart 2022 zijn contract. Glimlachend: ‘Ik heb altijd gezegd: als ik ooit terugga naar Italië, dan is het als bondscoach. Nou, dat is gelukt.’

Robert Justus laat op zijn telefoon een video zien van zingende Italiaanse speelsters in de bus. Foto: Willem Vernes

Ik heb er drie jaar gewoond. Ik ga er naartoe op vakantie. Wat dat betreft is het echt mijn land geworden. Robert Justus

Justus hockeyde één seizoen net buiten Milaan, voor de club ‘Cernusco’. Samen met teamgenoot Olivier Rutgers woonde hij in een appartementje. Na dat jaar stopte Justus met hockeyen en werd hij bij dezelfde club coach. In twee seizoenen won hij met zijn ploeg de Coppa Italia en de Europa Cup III.

Wat hij zo mooi vindt aan Italië? Het is een vraag waarvan zijn ogen opleven. ‘Ik heb er drie jaar gewoond. Ik ga er naartoe op vakantie. Wat dat betreft is het echt mijn land geworden. De passie, de emotie. Dat vind ik schitterend. Het eten en drinken. Het familiegevoel dat er is. Deze groep is mega hecht. Echt fantastisch. Ze werken zich helemaal kapot voor elkaar. Ik heb vaak genoeg met teams gewerkt waarin altijd wel wat is, maar in deze groep heb ik nog nooit gezeik gehad.’

Hij grijpt naar zijn telefoon en laat een video zien. Het zijn beelden van zondagavond. De spelersbus, die net is aangekomen bij het stadion voor de wedstrijd tegen Spanje, schudt heen en weer. Binnenin zingen en dansen de speelsters van Italië op volle toeren. ‘De videoman van Schotland was toevallig met ons meegereden. Hij had nog nooit zo’n luidruchtige busrit gemaakt’, lacht Justus.

‘Van Nederland gaan we niet winnen, nee’

In zekere zin kun je zeggen dat Justus in Italië een soort ontwikkelingswerk verricht. Maar dat klopt eigenlijk niet. Hij is namelijk niet aan het bouwen. Hij zou graag maar bezig willen zijn met de lange termijn, in plaats van vooral met de korte termijn. Die uitdaging is nu al groot genoeg.

‘Om aan iets structureels te kunnen bouwen, moet er eerst een hoop veranderen. De basis is nu te dun. Voetbal, basketbal en volleybal zijn in Italië de populaire sporten, hockey niet. Het verloop van de selectie is ook veel te groot. Ik ben blij met onze Argentijnen, maar na elk seizoen is het afwachten of ze niet terug naar Argentinië gaan. In dat geval draaien ze niet meer mee in ons programma. Elk jaar beginnen we dus opnieuw met bouwen.’

Door de twee nederlagen is Italië veroordeeld tot het spelen van de degradatiepoule. ‘Als wij geen laatste worden, dan hebben we het goed gedaan. Uit het feit dat wij het Spanje moeilijker hebben gemaakt dan zij vooraf hadden gedacht, halen we al veel energie. Voor ons is het goed om tegen dit soort tegenstanders te spelen. Maar van Nederland gaan we niet winnen, nee.’


Wat vind jij? Praat mee...