Samantha Charlton hoopt in Nieuw-Zeeland op Tasmania Bubble

Het coronavirus heeft wereldwijd ook grote invloed op het hockey. In Nederland wordt begin september de competitie hervat. Maar hoe zit dat in andere delen van de wereld? Vandaag Samantha Charlton. Bij de oud-speelster van Pinoké is het in haar thuisland bijna alweer back to normal. ‘Zolang we ons land niet willen verlaten.’

Een paar dagen keek Samantha Charlton met een jaloerse blik op het Instagram-account van OranjeHockey. Daar zag ze eind april de speelsters van Oranje alweer trainen, terwijl zij in Nieuw-Zeeland in een complete lockdown zat vanwege het coronavirus. ‘Ik dacht: ik wil ook weer hockeyen’, reageert de 251-voudig international telefonisch vanuit Auckland. ‘Wij mochten in de periode alleen naar buiten als het echt noodzakelijk was. De lockdown was strenger dan bij jullie.’

Het Nieuw-Zeelandse beleid wierp al snel haar vruchten af. Want al snel daarna mochten ook de Nieuw-Zeelandse speelsters weer het veld op. Slechts twee weken duurde de distance training. Sindsdien is het, inmiddels alweer een week acht, level 1 en is het hockey in Nieuw-Zeeland back to normal, vertelt Charlton. ‘Ik ben er best trots op hoe onze regering de coronacrisis tot nu toe heeft aangepakt. Natuurlijk zijn er altijd critici, maar het virus is hier een heel eind onder controle. Er zijn in de regio slechts een paar coronagevallen, maar die worden snel geïsoleerd. Eigenlijk merken we er in het land en zeker bij het hockey verder nog weinig van.’

Black Sticks

Charlton hockeyde vorig seizoen een jaar bij Pinoké, maar keerde daarna verplicht terug naar haar geboorteland om zich voor te bereiden op de Olympische Spelen van Tokio. De Black Sticks volgen in voorbereiding op grote toernooien namelijk traditiegetrouw in Auckland een centraal trainingsprogramma.

Die aanpak zou nu, door het uittel van de Olympische spelen, weer gelden, maar is door de coronacrisis tijdelijk aangepast. Charlton: ‘Alle internationals spelen we normaal geen clubcompetitie maar wonen en trainen verplicht in Auckland. Dat heeft de bond nu losgelaten. Met de meiden die hier in de buurt wonen, trainen we wel samen in wat we de Auckland-bubble noemen. Andere meiden die elders vandaan komen, kunnen bij hun clubs trainen en spelen. Dat bevalt ze eigenlijk best goed. Ze spelen daardoor wel wedstrijden, hebben veel plezier bij hun eigen club en ook tijd om bijvoorbeeld meer mogelijkheden om te werken en hun studie af te maken. Door de lange afstanden en het gebrek aan een sterke competitie is dit model op de langere termijn niet houdbaar, denk ik. Het niveauverschil tussen de clubs en het nationale team is daarvoor te groot. Waarschijnlijk gaan we vanaf november weer gezamenlijk in Auckland trainen.’

Samantha Charlton in actie voor Pinoké. Foto: Willem Vernes

Olympische Spelen

Ook Nieuw-Zeeland bereidt zich voor op de naar 2021 verplaatste Olympische Spelen in Tokio. Charlton heeft volledig begrip voor de beslissing om de Spelen dit jaar niet door te laten gaan, maar moest toch even slikken toen ze die beslissing te horen kreeg. ‘We hebben ons, zeker in de eerste drie maanden van het jaar, volledig gefocust op Tokio. We hebben alles aan de kant gezet. Toen ik hoorde dat het niet doorging, dacht ik toch: ‘oh nee, nu moeten we ons weer een heel jaar voorbereiden, staat alles weer een jaar in het teken van Tokio. Dat werkte ontmoedigend.’

‘Wat niet helpt, is dat we we nog steeds niet honderd procent zeker weten of de Spelen wel doorgaan. Daar mag je niet aan denken en je moet met de instelling aan de slag dat ze doorgaan, maar toch…’

Om naast het vele trainen toch wedstrijdritme op te kunnen doen, is in Nieuw-Zeeland een binnenlandse competitie opgezet. De internationals zijn verdeeld over vier clubteams en zij spelen deze maanden twee keer een toernooi. Charlton: ‘Het is fijn om af en toe wedstrijden te spelen. Als je na een periode van niet-hockeyen weer kunt trainen, is dat lekker. Maar uiteindelijk hockey je natuurlijk voor de wedstrijden.’

Tasmania Bubble

De verdediger heeft geen idee wanneer ze met het nationale team weer een interland kan spelen. Het land verlaten of teams uitnodigen op het eiland aan de andere kant van de wereld, is momenteel namelijk geen optie. ‘Iedereen die in Nieuw-Zeeland aankomt, moet twee weken in quarantaine. Dat mag niet thuis, maar moet in een hotel. De kosten zijn drieduizend dollar en die moet je zelf betalen. Dat werkt geweldig om het virus buiten ons land te houden, maar zorgt er wel voor dat we het land eigenlijk niet uit kunnen.’

Ik ben er best trots op hoe onze regering de coronacrisis tot nu toe heeft aangepakt. Samantha Charlton

De Nieuw-Zeelandse heeft haar hoop gevestigd op de realisatie van een zogenoemde Tasmania Bubble met Australië. Dat zou betekenen dat er, zonder quarantaine, vrij kan worden gereisd tussen de twee landen. ‘We zouden dan tegen Australië kunnen oefenen en mogelijk dat we dan voor de start van de Pro League nog de Oceanië Cup kunnen spelen. Helaas is het aantal besmettingen in Australië de laatste tijd weer gegroeid, waardoor het sterk de vraag is of en wanneer dat gaat lukken. Tot die tijd blijven we trainen en kunnen we hier wedstrijden spelen. Daar moeten we het voorlopig mee doen.’


1 Reactie

  1. Gs123

    Toch anders wanneer je op een eiland zit ipv grenzend aan andere landen qua Corona-beleid. Goed gedaan!


Wat vind jij? Praat mee...