Erben Wennemars over de verschillende wegen naar de top

‘Ik heb vandaag honderd keer het woord doel gehoord, maar heb het met elkaar vooral over de bedoeling’, concludeerde voormalig topschaatser Erben Wennemars toen hij het Nationaal Hockeycongres in Utrecht mocht samenvatten. Hij schetste de hockeywereld een beeld van meerdere wegen die naar de top leiden.

Met allemaal kleine notitieblaadjes in zijn hand begon de explosieve Wennemars aan het einde van de dag zijn betoog, voor een hele zaal vol hockeybestuurders en vrijwilligers. Hij kreeg meteen de lachers op zijn hand door het volgende te constateren: ‘Het grootste probleem is dat jullie in het hockey allemaal te intelligent zijn. Dus dit wordt een heel moeilijk verhaal.’

Daarna stak de tweevoudig wereldkampioen sprint – en twee bronzen medailles op de Olympische Spelen – een mooi verhaal af over wat nou winnen is en wat het belang is van winnen. ‘Ik heb een paar dingen opgeschreven na het bezoeken van alle workshops vandaag. Ik heb het woord diversiteit vaak gehoord. Nou, schaatsen was een blanke sport. Toen kwam er een donkere schaatser. Shani Davies. Dat betekende het einde voor Erben.’

Wennemars mocht toen weer een lachsalvo verwerken, maar werd heel serieus toen hij begon over hoe sporters nou de top halen. De wegen er naartoe zijn volgens hem heel verschillend en de parallel met schaatsen en andere sporten zoals hockey is daarin makkelijk te maken. Je haalt niet allemaal volgens dezelfde route de top, ook in het hockey niet. ‘Je hebt de Sven Kramers en de Ireen Wüsts. Dat zijn de absolute toptalenten in de schaatspiramide. Maar als je kijkt wie er vier jaar geleden in Sotsji op de Olympische Spelen goud wonnen. Dat zijn juist niet de typische talenten. Het waren allemaal sporters die een andere route hadden genomen. Jorien ter Mors (goud 1500 meter en ploegenachtervolging in Sotsji) had nog nooit in Jong Oranje gezeten. Ze vond langebaan schaatsen ook niet leuk. Shorttrack wel. Later kwam ze er achter dat veel meiden toch moeite hadden met een bocht schaatsen. Zij niet.’

Nationaal Hockeycongres 2018, Erben Wennemars geeft zijn visie op deze dag vanuit zijn achtergrond als topschaatser. Foto: Willem Vernes

‘Neem Michel Mulder (goud op de 500 meter in Sotsji). Die heeft nooit in Jong Oranje of een gewest gezeten. Die vond inline skaten namelijk ook heel leuk. Of Jorrit Bergsma (goud op de 10 kilometer in Sotsji). Die kon niet starten en op clubniveau kon hij niet mee in de jeugd. Maar hij bleef wel doorgaan. Hij reed zo 125 rondjes. Toen hij terugkeerde bij het langebaanschaatsen was 25 rondjes niets voor hem. Het eerste wat ze tegen mij zeiden toen ik bij Jong Oranje kwam, was te stoppen met skeeleren, voetballen en hardlopen, terwijl ik dat heel leuk vond.’

Wennemars vindt dus dat je de dingen moet doen die je echt leuk vindt en niet te snel alleen maar aan prestaties moet denken, zoals hij al schetste met zijn voorbeelden van ‘laatbloeiers’. ‘Maar ga ik hier nou een slap betoog houden dat winnen niet belangrijk is? Nee. Ik ben keihard. Ik heb alles gedaan om te winnen’, vervolgde de voormalig topsprinter, die op een gegeven moment een foto van zijn grootste concurrent Shani Davies op de ijskast plakte, om zichzelf elke dag te motiveren. ‘Ik heb het geluk gehad dat ik uit een gezin kom waar liefde voor de sport centraal staat. We willen in de sport tegenwoordig allemaal winnen, maar op veel te jonge leeftijd. En mijn uitgangspunt is niet het winnen, maar genieten van de strijd. Dan wordt het interessant.’

Winnen is volgens Wennemars het gevolg van een bepaald gedrag en plezier in wat je doet. Natuurlijk is hij trots op zijn wereldtitels en olympische medailles. Maar hij blikt ook vooral terug op hele andere dingen. ‘Ik denk dat een van mijn allergrootste prestaties de tien kilometer was die ik heb geschaatst. Dat wilde ik altijd nog. Ik had gelukkig een coach die dat ondersteunde, terwijl ik sprinter was. Ik heb vandaag wel honderd keer het woord ‘doel’ gehoord tijdens alle presentaties en workshops. Maar heb het met elkaar over de bedoeling er achter. De passie. De liefde voor de sport. De liefde voor de strijd. Dan ontstaat er pas magie.’


1 Reactie

  1. vostammer

    Diversiteit en hockey.....Oei, zullen we onze hoofden gewoon in het zand blijven steken en nog een wit wijntje bestellen? Wel zo gezellig.


Wat vind jij? Praat mee...