Youngstars: 10 brandende vragen aan Lucas Corstens

In deze rubriek geven we talenten van Nederlands Onder 18 en Onder 16 een plek in de schijnwerpers. Wie zijn ze, wat is hun drijfveer en hoe zien zij de toekomst? Deze week Lucas Corstens (15), middenvelder bij Schaerweijde JO16-1.  

Wie is jouw grote voorbeeld?
‘Jorrit Croon. Hij is een van de weinige spelers op het hoogste niveau die veel 3D-skills gebruikt in zijn wedstrijden. Hij zet zijn acties en trucjes functioneel in en dat vind ik enorm knap. Er zijn denk ik niet veel hockeyers die dat op die manier kunnen. De trucjes die hij doet neem ik niet van hem over. Ik blijf bij mijn eigen spel, maar wat hij doet is wel een inspiratie voor mij.’

Wat is voor jou het verschil tussen Nederlands O16 en jouw eigen team bij je club?
‘Dat je bij je club met mensen uit je eigen omgeving hockeyt. Je kent ze allemaal goed en speelt vaak voor een langere periode samen. Ik ben begonnen met hockey bij Maarssen, maar ik merkte dat het niveau daar wat lager lag. Ik wilde meer. Ik zag toen de NK-finale in de zaal van Schaerweijde en dat trok mij enorm aan. Ik ben selectie gaan doen en daardoor speel ik sinds de C’tjes bij Schaerweijde. Bij Nederlands O16 vind ik het bijzonder dat je met de beste mensen van allemaal verschillende clubs samen in een team speelt. Het niveau is hoog en je motiveert elkaar.’

Heb je rituelen voor een wedstrijd?
‘Nee, totaal niet. Ik heb er niks op tegen hoor, maar het is heel persoonlijk wat voor iemand werkt. Als je er beter door speelt, dan vind ik dat je dat zeker moet blijven doen. Ik hoor wel vaak dat jongens om mij heen eerst hun linker scheenbeschermer aandoen en dan rechts. Ik ben daar echt niet mee bezig in de kleedkamer. Ik wil gewoon hockeyen en denk aan de wedstrijd die ik moet gaan spelen.’

Wat is een typische Lucas-actie?
‘Vaak maak ik gebruik van mijn versnelling. Ik merk dat sterk aannemen, opendraaien en dan versnellen veel tegenstanders verrast. Het is simpel en effectief. Ik probeer mijn actie vaak gelijk naar voren te maken. Er moet natuurlijk wel ruimte liggen, maar als ik ruimtes herken, probeer ik daar altijd in te hockeyen’.

Beste/mooiste hockey-ervaring?
‘Mijn mooiste ervaring was vorig jaar toen we landskampioen werden met jongens B1. De dag van de wedstrijd werd ik wakker met best veel spanning, maar ik had er veel zin in. We hebben alles gedaan zoals wij een normale competitiewedstrijd ook ingaan. Ik merkte je wel dat er meer belangstelling was dan bij normale wedstrijden. Dat maakte het nog leuker om te spelen. We wonnen uiteindelijk met 4-1 van Victoria. Toen het laatste fluitsignaal ging voelde ik me enorm blij. Het was gelukt. Het was extra speciaal omdat we dat jaar een megahecht team hadden.’

Heb je al eens een interland gepeeld? Hoe voelde dat voor jou?
‘Ik heb een wedstrijd gespeeld tegen België afgelopen herfstvakantie. Dat was in Antwerpen. Het was een hele gave wedstrijd. Het is bijzonder om erbij te zijn. Met al die gasten hetzelfde tenue aantrekken, met een oranje leeuw op je borst. Je gaat een soort bubbel in. Je slaapt in een hotel en staat samen op om te gaan trainen. Je speelt tegen de beste jongens van een ander land. Dat is supertof. Ik vond het vooral heel vet om een keer meegemaakt te hebben. Het smaakt voor mij zeker naar meer.’

Moet je veel laten voor het hockey?
‘Voor mijn gevoel valt het nu nog wel mee. Ik moet vooral plannen en vrienden op vrijdag afzeggen, omdat ik op zaterdagen wedstrijden heb. Verjaardagen sla ik dan over of ga ik al heel vroeg naar huis. Ik zie mijn vrienden wel op zaterdag na het hockey. Ik merk vooral dat ik mijn vrije dagen net iets anders invul. Ik let op mijn eten en ik denk na over wat activiteiten voor mijn lichaam kunnen betekenen. Zo doe ik bijvoorbeeld tijdens een potje voetbal met vrienden rustiger aan voor mijn lijf, dat moet gewoon heel blijven. Ik wil geen belangrijke wedstrijd missen door een blessure.’

Als je niet zou mogen hockeyen welke sport zou je beoefenen?
‘Dan zou ik voetballen. Vroeger zat ik ook op allebei, maar op een gegeven moment moest ik kiezen en vond ik hockey leuker. Voetballen kan eigenlijk altijd en overal. Op een veldje, op straat en tijdens gymlessen. Voor hockey heb je echt een veld nodig, dus dat is moeilijker om in je vrije tijd te doen. Daarnaast gaat hockey lekker snel, wat het zo leuk maakt.’

Wat zou je volgend jaar graag verbeterd willen hebben?
‘Mijn sleeppush. Ik neem ze al in de wedstrijden, maar ik scoor er nog te weinig uit. Ik ga veel oefenen naast de training en op de sleeptraining bij Nederlands JO16. Ik ga kijken hoe het harder kan en op welke punten ik mijn corner kan verbeteren. Ik ga er gewoon veel tijd in stoppen, dan gaat het vanzelf beter.’

Waar blink jij nou echt in uit?
‘Ik ben behendig en ik heb een goede backhand. Ik sta als middenvelder niet altijd op de positie om een backhand te gebruiken, maar ik beheers ‘m wel goed. Verder heb ik een goede controle in balbezit.’


Wat vind jij? Praat mee...