Waarom de topscorer van het WK-21 nu ontbreekt bij Jong Oranje

Jong Oranje staat aan de vooravond van het EK in Gent. De grote afwezige in de selectie van bondscoach Dave Smolenaars is Jip Dicke (20). De topscorer van het WK-21 moest een stapje terug doen, omdat ze op was na een bomvol hockeyjaar.

Jong, frivool en speels. Dat zijn de woorden waar je Jip Dicke op het hockeyveld mee omschrijft. Verliefd op de bal. Als een kind in de speeltuin. Met een neusje voor de goal. Op het WK onder 21 jaar in Potchefstroom, waar ze zich maanden op had voorbereid, was Dicke met dertien goals de beste schutter van het toernooi. Ging alles voor de wind.

Maar toen ze half april terugkwam uit Zuid-Afrika, ging het mis.

‘Ik stond te kutten’

‘Het ging supergoed, dus ik verwachtte bij terugkomst veel van mezelf’, blikt Dicke terug. ‘Dat werkte niet. Ik sliep slecht. Had het gevoel dat tijd met vrienden moest inhalen. Ik gaf alles en iedereen de schuld dat het niet liep, behalve mijzelf. Terwijl het juist aan mij lag. Ik stond te kutten.’

Haar spel leed er dus onder. Bij HDM ging het niet meer vanzelf. ‘HDM is geen Jong Oranje. En de tegenstanders in de Hoofdklasse geen Zimbabwe. Ik heb na het WK niet meer gescoord voor mijn club. Scoren zit altijd in mijn achterhoofd. Ik legde mezelf zoveel druk op. En dan ben ik juist op mijn slechtst.’

Jip Dicke tijdens het WK-21 in Zuid-Afrika. Foto: WorldSportPics

Je kan het haar amper kwalijk nemen. Ze stelde zichzelf als doel om minstens een keer te scoren op het WK. Dat ze er zoveel meer zou maken, had ze nooit verwacht. Het viel op, ook bij de rest van de Hoofdklasse. ‘Na het WK kreeg ik veel berichtjes. Vroegen mijn teamgenoten bij Jong Oranje of ik niet bij hen wilde gaan spelen. Daar ben ik gevoelig voor. Ik heb getwijfeld om te gaan. Ook dat hielp me niet.’

‘Het WK was fantastisch. Alles was mooi en leuk. Ik zat in een complete roes. Maar toen ik terugkwam en alles meteen weer door ging, was het veel. Ik was op. Het is niet dat ik geen zin meer had, maar kon er moeilijk energie voor maken.’

Een zomer zonder hockey

Direct na de play-offs, waarin Dicke ook niet kon brengen wat ze wilde, begonnen de trainingen met Jong Oranje alweer. Al snel bleek dat ze het niet kon opbrengen om zich weer op te laden voor zoveelste piekmoment in het seizoen. Na overleg met de staf hakte ze de knoop door. Het werd een zomer zonder hockey. ‘Ik heb er goed over nagedacht. Ik wil ergens vol voor gaan, of niet. Niet half. Dat is ook niet fair ten opzichte van mijn teamgenoten. Zij gaan er helemaal voor. Zo hoort het ook.’

Jip Dicke. Foto: Bart Scheulderman

Ze heeft in de spiegel gekeken. Veel nagedacht en is goed tot rust gekomen. Het hockeygekke meisje komt weer langzaam terug, bij HDM. Want ook daar wil ze nog vol voor gaan. De plek waar ze als klein kind ooit begon. ‘Hier loop ik met blote voeten door het clubhuis. Ken ik iedereen. Dit is mijn tweede huis’, zo omschrijft ze haar clubliefde. Daar waar ze voor haar gevoel iets goed te maken heeft. ‘Ik heb te weinig geleverd. Ik wil dingen rechtzetten. Me eerst bij HDM bewijzen. En als ik daar goed genoeg ben, hoop ik dat ik weer uitgenodigd word bij Jong Oranje.’

Gekke hockeymeisje komt langzaam weer terug

Ze is weer happy, omdat ze een keertje niet voor hockey koos. Maar bijvoorbeeld op vakantie ging naar Frankrijk. Naar het huis van haar opa en oma. Deed even helemaal niks. Dat deed haar goed. Donderdagmiddag stond ze voor het eerst weer even te pielen op het veld. Hoog te houden, backhands te oefenen. Als vanouds.

En het EK-21? Daar is ze bij. Als supporter. Want dat hockeygekke meisje was misschien eventjes zoek, maar komt langzaamaan weer helemaal terug.

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door hockey.nl (@hockeynl)


1 Reactie

  1. robdux

    Ik vraag mij wel eens af hoeveel afstemming er is tussen bondscoaches en clubcoaches over intensiteit trainingen, belasting, afgestemde programma’s? In mijn optiek zijn de bondscoaches verantwoordelijk voor deze communicatie. Zij krijgen tenslotte de spelers van de clubs “te leen”. Spelers waar verenigingen veel tijd in stoppen en bondscoaches daardoor successen kunnen behalen. Dit is typisch een geval: “opgebrand”! En als men niet uitkijkt, zullen dit soort talenten uiteindelijk gewoon stoppen. Er is namelijk zoveel meer dan dat kleine wereldje hockey.


Wat vind jij? Praat mee...