Toernooitopscorer Boris Burkhardt: ‘Scoren is de reden dat ik op hockey zit’

Boris Burkhardt werd zondagavond met Jong Oranje Heren Europees kampioen. Persoonlijk viel de speler ook in de prijzen: met elf goals werd hij topscorer van het toernooi. Zeven daarvan maakte hij in het pouleduel tegen Portugal. In de halve finale tegen Duitsland maakte hij de beslissende en in de finale scoorde hij ook. Niet in de laatste plaats maakte hij de beslissende shoot-out waardoor JOH België in de finale versloeg. 

Elf goals in vijf wedstrijden, dat is een prachtig moyenne. Voor Burkhardt is het echter niet nieuw. Wie de hoogste jeugdcompetities enkele jaren geleden volgde, zag zijn naam elke week wel een paar keer opduiken bij de doelpuntenmakers van hdm. Gevraagd naar wat scoren voor hem betekent is de kersverse Europees kampioen helder. ‘Scoren is waarvoor ik hockey.’

In de jeugd werd hij in eerste instantie nog achterin opgesteld. ‘Gelukkig mocht ik toen telkens een linie naar voren. Ik wilde scoren, anders vond ik het niet leuk. Ik begon op rechtsachter en kwam uiteindelijk in de spits terecht. Toen wist ik opeens waarom ik op hockey zat. Om te scoren.’

Andere spelers krijgen misschien een kick van een man opvreten. Burkhardt niet. Ongelukkig wordt hij ervan, niet scoren. Zoals het een echte spits betaamt probeert hij vanuit elke plek in de cirkel een bal op het doel te krijgen. Ook vanuit schijnbaar onmogelijke hoeken. ‘Juist, vanuit die hoeken schiet ik’, verklaart hij. ‘Dat zijn namelijk ook de hoeken dat de keeper geen schot verwacht. Ik heb geleerd dat je op een gegeven moment makkelijker goals maakt vanaf die plekken. Bij Amsterdam zeggen Billy (Bakker, red.) en Mirco (Pruyser, red.) ook altijd tegen me: “Je hebt een goed schot, doe maar. Dan houd je druk op de keeper”.’

Burkhardt met een sleeppush (c) Worldsportpics/Frank Uijlenbroek

Strafcorner

Zes van zijn elf toernooigoals maakte Burkhardt uit de strafcorner. Voor iemand die leeft van doelpunten maken is de combinatie van spits zijn en corners slepen een ideale. ‘Wat dat betreft heb ik geluk dat ik allebei ben. Het vertekent soms ook. Dan maak je twee strafcornergoals en een velddoelpuntje en dan lijkt het alsof je een ziek veel scorende spits bent.’

Burkhardt staat aan de vooravond van zijn tweede seizoen bij Amsterdam. Vorig jaar kwam hij tot vijf doelpunten. Met het vertrek van Robert Tigges schuift hij een plekje op in de strafcornerhiërarchie van de hoofdstedelingen. ‘Justin (Reid-Ross, red.) is nog altijd de cornerman bij Amsterdam. Ik hoop dat ik dit seizoen nummer 2 ben en meer corners mag gaan pushen,’ vertelt de spits, hopend op meer goaltjes. ‘Justins corner is nu vijf keer zo goed als die van mij. Ik moet nog wel echt beter worden. In de jeugd was het voldoende om met een schijntje linksonder te pushen, maar dit is een ander niveau. Wie weet word ik ooit eerste cornerman bij Amsterdam. Dat is in ieder geval mijn doel.’

 


Wat vind jij? Praat mee...