Van hier tot Tokio (1): met een droge mond spugen in een buisje

De verslaggevers Marco van Nugteren en Eelko Wester zijn samen met fotograaf Koen Suyk in Tokio om verslag te doen van het olympisch hockeytoernooi. Via een column berichten ze over zaken die opvallen buiten de lijnen. Vandaag deel 1: de aankomst.

Als we nadat ons vliegtuig is geland al een uur rustig op onze genummerde klapstoeltjes in een gang van Narita Airport zitten, komen er plots zes in blauwe poncho’s gestoken Japanse dames op ons afgerend. Handschoenen aan en mondkapje op. Heel even kijken we elkaar verschrikt aan. Wat hebben we verkeerd gedaan? Is er toch iemand besmet met corona en wordt de boel ontruimd? De dames zien onze verontruste blikken en putten zich direct uit in verontschuldigingen: ‘Sorry, sorry.’ Er is niks aan de hand, ze willen alleen even onze papieren en apps controleren, die we verplicht hebben moeten downloaden.

Het wordt een ritueel dat zich nog vaak zal herhalen op deze nu al memorabele dag bij aankomst in het land waar vrijdag de Olympische Spelen beginnen en zaterdag het olympische hockeytoernooi start. Dat herhalen zit hem in vier dingen: het wachten, de controle, de vriendelijkheid en het rennen. Om met dat laatste te beginnen: als de tientallen medewerkers van het organisatiecomité zich op de luchthaven verplaatsen, gebeurt dat bijna altijd in gestrekte draf. Zelfs als de volgende plek zich drie meter verderop bevindt.

De tijdwinst die hiermee wordt geboekt, is niet alleen verwaarloosbaar maar heeft ook geen enkele invloed op de tergend langzame procedures die de buitenlandse bezoekers bij binnenkomst moeten ondergaan. Japan is vanwege corona al meer dan een jaar hermetisch afgesloten voor buitenlanders. Voor olympiagangers maken ze een uitzondering, maar niet voordat we administratief binnenstebuiten zijn gekeerd en uitgebreid zijn getest.

Veldbedje

Dat is volkomen logisch en geeft me ook wel een veiliger gevoel. Hoewel volledig gevaccineerd, zit die deltavariant me toch niet lekker. Dat de Nederlandse skateboarder Candy Jacobs ondanks vaccinaties en strenge regels haar olympische droom ziet vervliegen, helpt het gemoed niet. En hoewel we met twee negatieve testen naar Japan zijn afgereisd, heb ik toch wat schrik voor de test op de luchthaven. Een positieve uitslag bekent niet alleen een vroegtijdig einde van mijn eerste Spelen, maar de verplichte quarantaine op de luchthaven boezemt me angst in. Ik krijg het beeld van een dagenlange eenzame opsluiting op een ieniemienie kamer, op een veel te klein veldbedje maar niet van mijn netvlies.

Probeer na anderhalf uur niet eten en drinken eens te spugen

Het afnemen van die test is niet alleen een tijdrovende bezigheid, het is ook nog een hele opgave. In Japan krijg je namelijk geen stokje in neus, maar vindt controle plaats via speeksel. Om de uitslag betrouwbaar te laten zijn, mag je een half uur van tevoren niet eten en drinken. Om dat te controleren, moeten we op de genummerde klapstoeltjes zitten. En dat halve uur wordt anderhalf uur. Better safe than sorry, zullen we maar zeggen.

Spugen

Een probleem: probeer na anderhalf uur niet eten en drinken eens te spugen. Inderdaad, dat gaat niet echt lekker. (Pas op nu wordt het wat onsmakelijk) Met veel pijn en moeite tuf ik in een buisje. Hoopvol kijk ik naar het resultaat. Ik ben in de verste verte nog niet in de buurt van het streepje. Pas na een poging of tien knikt de dame die mijn buis in ontvangst neemt tevreden. Mijn collega Marco is minder bedreven in de kunst van het spugen met een droge mond. Na een groot aantal pogingen, staart hij nog steeds in een nagenoeg leeg buisje. Een vroegtijdig einde aan zijn Spelen wordt hem bespaard: bij hoge uitzondering krijgt hij toch een neustest.

We blijken uiteindelijk alle drie negatief getest. Ook fotograaf Koen, met zijn negende Spelen veruit de meest geroutineerde olympiaganger in onze equipe. Hij heeft overigens een niet werkende app en zit daardoor urenlang alleen op een soort Japans strafbankje. Alleen het schrijven van strafregels blijft hem bespaard.

Het is al rond het middaguur als hij zich bij ons aansluit. We hebben dan nog het idee dat we aan het einde van de middag nog wel het oefenduel van de Nederlandse hockeyers tegen Australië kunnen bezoeken. Rond 08.30 uur zijn we geland, dan moet – alle angstverhalen vooraf ten spijt – 17.00 uur in het Oi Hockeystadium toch wel te doen zijn?

Vertraging

Al snel blijkt dat ijdele hoop. Het is tegen 16.00 uur als we met onze koffer de ontvangsthal van Narita binnenlopen. De bus om ons te vervoeren wordt ons eerst tien minuten later beloofd, maar blijkt pas na driekwartier te komen. De Japanse medewerkers blijven vriendelijk, halen nog een flesje water, en putten zich uit in excuses. Zij kunnen er ook niets aan doen.

Marco van Nugteren en Eelko Wester voor het hotel. Foto: Koen Suyk

Wij blijken niet de enige te zijn die wat hinder ondervinden van het nog niet bepaald soepel lopende transportsysteem. In het hockeystadion wachten de Australiërs woensdagmiddag vergeefs op de ploeg van coach Max Caldas. Hun bus komt niet opdagen, waardoor het oefenduel niet doorgaat en Oranje uren later besluit om te trainen.

Je moet jezelf aanpassen, laat Caldas later aan Nu.nl weten. Het is een les die wij op dag 1 ook leren. Al is het wel even slikken als we aan het begin van de avond de deur van onze slechts 13 vierkante meter bemeten kamer van het Toyoko-inn Kamata Higashi-Guchi open doen. Na dertig uur zonder slaap en een pizza via Uber Eats, ploffen we in onze bedden. Die liggen vast heel wat beter dan een veldbedje op de luchthaven.


2 Reacties

  1. luchtisblauwgrasisgroen

    Het is helaas wel een Spelen zonder ziel op deze manier, sporters worden elke dag getest en hebben buiten hun team om geen sociale contacten met andere sporters. Uiteindelijk zal goud worden gewonnen door de teams die niet alleen het beste hockey spelen, maar ook 1. niet besmet raken en 2. mentaal met deze situatie om kunnen gaan. Zou zomaar voor een verassing kunnen zorgen, is te hopen dat besmettingen voor geen een team roet in het eten gooien.

  2. francakh

    Mijn kinderen werden op deze wijze elke week op school getest, beetje water mocht wel. Hoop wel dat het soepeler gaat lopen want dit klinkt bijna on-Japans.


Wat vind jij? Praat mee...