Fysiotherapeut Backelandt: ‘Mijn kamer is het Holland House’

In de rubriek Entourage stellen we steeds iemand die deel uitmaakt van de begeleiding van de Oranje hockeyers aan je voor. Ook bieden we je waar mogelijk een kijkje achter de schermen aan. Fysiotherapeut Franc Backelandt van de Oranje Dames had zoveel te vertellen dat we hem nógmaals aan het woord laten over zijn vak.

Franc_Backelandt_gameready

Backelandt bereidt zich voor op de wedstrijd. Foto: OranjeHockey

Hoe ben jij in deze functie terecht gekomen?

‘Ik ben na de Olympische Spelen van 2012 gevraagd. De KNHB zocht een fysio-manueel therapeut met affiniteit met hockey in het zuiden van het land en ik kom uit Tilburg. Zo ben ik er eigenlijk ingerold. Ik heb nooit een jeugdteam gedraaid, wel hockey in Tilburg, maar had nooit met nationale jeugdteams gewerkt.’

‘Deze meiden bedrijven écht topsport. Ze gaan door tot op de rand van de chaos.’

Hoe ziet een ‘normale’ werkdag van jou en je collega’s er uit?

‘In de ochtend beoordelen we de status van de meiden die uit bed komen die ergens last van hebben, of de dag ervoor ergens last van kregen. Op een toernooi- of wedstrijddag zelf wordt er eigenlijk niet behandeld. Dan kijken we eerst hoe het lijf reageert, tenzij er écht een beuk is uitgedeeld. Na de beoordeling in de ochtend behandelen we als dat nodig is. Dat kan een mobilisatie, een bepaalde trainingsvorm of een massage zijn. Daarna gaan we de training in met de mensen die alles mee kunnen doen. Zij die dat niet kunnen krijgen een alternatief programma. Ik bepaal daar samen met een collega een schema voor. Dat gaat dan naar de inspanningsfysioloog die mee op trip is. Die bepaalt eigenlijk het aantal minuten dat ze kunnen maken in een training. Wat wij willen, als ze bijvoorbeeld niet kunnen rennen met de training, is dat ze gaan fietsen. Maar dan willen we wel dat ze hetzelfde aantal inspanningsminuten halen met dat fietsen om te zorgen dat ze wel in die sneltrein blijven waar we in bezig zijn. Na die training komen ze terug in het hotel. Dan gaan ze eten en rusten. Dan blijft er voor ons vaak nog een stukje over voor de mensen die gezien en behandeld moeten worden. Ook het tapen van mensen voor de training, de volgende ochtend, doen we hier.’

Is werken met deze speelsters voor jou anders dan met andere sporters?

‘Zeker. Het et grote verschil met ‘reguliere’ sporters en deze groep is dat het hier om professionals gaat. Deze meiden bedrijven écht topsport. Die gaan door tot op de rand van de chaos. Dat vergt heel veel discipline en wilskracht.’

‘Ik ben gelukkig niet degene die de selectie hoefde te bepalen.’

‘Als je als fysio bij een vereniging bezig bent bij een eerstelijns-team, dan denk je al met topsport bezig te zijn. Maar als je dan hier aan de slag gaat, dan merk je dat er toch nog een heel groot verschil zit. Ik vind het verder altijd heel bewonderenswaardig hoe deze meiden voor hun sport doen. Als je ziet hoe hard en hoe veel ze moeten trainen en wat ze ervoor terugkrijgen, dat is helemaal niet zo veel, vergeleken met bijvoorbeeld topvoetballers. Het zijn keiharde doorbijters.’

Vertel eens wat over je werkruimte, de behandelkamer?

‘Als we op toernooi zijn, dan richten we een fysiokamer in, ons ‘Holland House’. Daar staat een koffiezetapparaat, daar staan spullen met onder andere cool packs. Daar komen die meiden binnen lopen, komen ze even babbelen, vertellen hoe het gaat, er liggen er ondertussen een paar op de bank, een ander komt voor een ijszakje. Het is zo’n beetje de verzamelruimte waar ze in- en uitlopen en waar ze wat gezelligheid kunnen vinden. Er moet in de behandelkamer vertrouwen zijn in ons als fysio’s. De spelers moeten alles kunnen zeggen en ze moeten weten dat die informatie hier binnenskamers blijft. Wij als fysiotherapeuten moeten uit die informatie filteren wat belangrijk is voor een coach, een staf of een team. Dat is geen exacte wetenschap, en Ik geef helaas ook niet altijd leuke boodschappen door wat dat betreft. Ik ben gelukkig niet degene die de selectie hoeft te bepalen.’

franc_backelandt_rio

Het uitzicht vanaf het balkon van het ‘Holland House’ in Rio. Foto: Conny van Bentum (via twitter)

Jullie gebruiken tijdens de trainingen ook gps-transponders. De speelsters dragen die op de rug. Deze apparaatjes registreren hoeveel en hoe er bewogen wordt op het veld. Kun je daar iets meer over vertellen?

‘Bij heel veel landen bestaat dat systeem al jaren. In Nederland zijn we ook eindelijk zover dat we iets hebben, iets dat ook behoorlijk betrouwbaar is. ‘Ik weet daar verder niet genoeg van, maar inspanningsfysioloog Rick Cost, is degene die dat allemaal uitgezocht heeft. Want dat moet allemaal zo nauwkeurig mogelijk werken. Vroeger als ik op trip was dan moest ik zelf nog wel eens hartslagen uitlezen en doorsturen. Het is dan wel leuk om te zien met dit systeem wat voor resultaten daar uit komen en dat je gegevens aan elkaar kunt koppelen. Dat is voor ons heel interessant.’

gps_units

De GPS-units waarmee de Oranje speelsters uitgerust worden. Foto: OranjeHockey.

‘Mijn vak is natuurlijk heel veel kijken en voelen. Als ik soms op het veld sta, dan zie ik bijvoorbeeld een speelster lopen waarvan ik denk: tsjonge, die is moe, die oogt niet fris. Dan kunnen wij met dit GPS-systeem naderhand bekijken of dat terug te zien is. Of er bijvoorbeeld een opbouw van vermoeidheid te zien is. En 9 van de 10 keer komen die dingen ook weer overeen. Dit soort zaken zijn voor de wetenschap fantastisch. Daar kun je een heel mooi plan op schrijven. Aan de andere kant: ik kan vanuit mijn vakgebied wel heel veel dingen van tevoren verzinnen, maar uiteindelijk heb je met mensen te maken. De invulling van dat plan gebeurt uiteindelijk in dat lijf.’

Als eerste op de hoogte? Download de OranjeHockey app. Dichtbij Oranje.


Wat vind jij? Praat mee...