Wereldspeelster van het Jaar Yibbi Jansen (24) leek al sinds haar hoofdklassedebuut op vijftienjarige leeftijd voorbestemd voor de wereldtop. Maar om daar daadwerkelijk te komen, had nogal wat voeten in de aarde. Een terugblik op de ongebruikelijke route die de strafcornerspecialiste aflegde.
Het was een beslissing die naadloos paste bij de rest van haar kronkelige carrièrepad. In het seizoen 2020/2021 behoorde Yibbi Jansen tot de trainingsgroep van Oranje die zich voorbereidde op de Olympische Spelen van Tokio. Maar nog voordat bondscoach Alyson Annan haar selectie bekendmaakte, was het Jansen zelf die al een stap terugdeed. Ze stelde zich niet meer beschikbaar om voor Oranje uit te komen op de Olympische Spelen van Tokio. Vanuit het niets.
‘Ik had door dat de kans heel klein was dat ik de selectie ging halen’, legde Jansen haar keuze afgelopen zomer uit in het tv-programma EenVandaag. ‘Ik was niet mijn beste zelf. Ik haalde geen voldoening meer uit het spel.’
Opvallende en tegendraadse beslissingen liepen lange tijd als een rode draad door haar carrière. Haar voorganger Xan de Waard, die vorig jaar werd uitgeroepen tot beste speelster van de wereld, brak op het WK van 2014 in Den Haag door in Oranje, als achttienjarige. Later maakte ze de overstap van middenmoter Kampong naar topclub SCHC. Een route die haaks staat op de ongebruikelijke weg die Jansen aflegde naar de top.
Als zestienjarige van Den Bosch naar Oranje-Rood
Als vijftienjarig talent debuteerde Jansen al voor topclub Den Bosch en draaide ze haar eerste volledige seizoen mee, waarin ze direct de landstitel veroverde. Ze had voor de veilige route kunnen kiezen en in lengte van jaren voor de recordkampioen kunnen blijven spelen. Maar in plaats daarvan koos ze voor een ander pad, dat van haar persoonlijke ontwikkeling. Als zestienjarige sprong ze in het diepe en verruilde ze Den Bosch voor middenmoter Oranje-Rood.
Doel: een vaste waarde worden op het middenveld van het Nederlands elftal. Bij Den Bosch speelde ze voornamelijk rechtsachter en had ze op korte termijn weinig uitzicht op meer speelminuten. Op het middenveld van Oranje-Rood was er wél een plek voor haar vrij.
Jansen, toen al gezegend met een sleeppush, wilde bovendien haar strafcorner verbeteren. Bij Den Bosch had ze strafcornerfenomeen Maartje Paumen (235 interlands, 195 doelpunten) voor zich. Welbeschouwd was ze achter routinier Ireen van den Assem en talent Frédérique Matla zelfs vierde keus. Oranje-Rood bood haar de kans om al op jonge leeftijd vlieguren te maken op de kop van de cirkel. Daarnaast werden de Eindhovenaren gecoacht door niemand minder dan Toon Siepman, de beste strafcornertrainer van de wereld.
Bondscoach Alyson Annan bleef haar twijfels hebben
‘Ik wist natuurlijk dat ik veel reacties zou krijgen, ook reacties die niet leuk zouden zijn. Maar ik ben altijd achter mijn keuze blijven staan’, blikte Jansen in haar eerste seizoen bij Oranje-Rood terug op haar ongebruikelijke beslissing. Met twintig doelpunten eindigde ze direct op de tweede plaats in het topscorersklassement (2016/2017). Als zeventienjarige. Jansen klopte hard op de deur van Oranje.
Maar hoe groot haar talent als strafcornerkanon ontegenzeggelijk was, voor het bereiken van de wereldtop moest Jansen tot het diepste gaan. Haar debuut in Oranje liet op zich wachten tot na het EK van 2017 in Amsterdam. Maar ook daarna bleef bondscoach Alyson Annan haar twijfels hebben. Jansen viel achtereenvolgens af voor het WK van 2018 in Londen, het EK van 2019 in Antwerpen én de Olympische Spelen in Tokio van 2020, die kort daarop door de coronapandemie met een jaar werden uitgesteld.
In 2019 stapte ze na drie seizoenen Oranje-Rood over naar topclub SCHC. Maar ook in Bilthoven werd ze nog geen eerste keus op de kop van de cirkel. In de hiërarchie kwam ze onder international Caia van Maasakker te staan. Wel ontwikkelde ze zich als middenvelder.
Ik vind het fijn om te merken dat ik met meer vertrouwen in Oranje sta, veel meer dan toen ik jonger was Yibbi Jansen in dagblad Trouw
Pas na de Olympische Spelen van 2021 was de tijd rijp om de vruchten te plukken van bijna drie jaar lang meetrainen met het Nederlands elftal. ‘Ik heb lang genoeg de tijd gekregen om ervaring op te doen. Nu is het moment aangebroken om definitief door te breken. Het moet nú gebeuren’, concludeerde Jansen destijds zelf.
Voor die missie slaagde ze. Met vlag en wimpel. In 2022 sleepte ze met 26 goals het doelpuntenrecord van SCHC uit de geschiedenisboeken. Onder de vleugels van bondscoach Jamilon Mülders brak ze in de Pro League (2021/2022) en op het WK van 2022 definitief door op het wereldtoneel. Jansen transformeerde in de strafcornerkiller van Oranje die met alle liefde de trekker overhaalt. Inmiddels staat de teller op 82 interlands, waarin ze 71 keer scoorde. Haar negen doelpunten in de acht olympische wedstrijden in Parijs, waaronder de belangrijke gelijkmaker in de finale tegen China (1-1), onderstrepen haar huidige status dubbel en dwars.
‘Ik vind het fijn om te merken dat ik met meer vertrouwen in Oranje sta, veel meer dan toen ik jonger was’, vertelde Jansen in dagblad Trouw over haar laatste stapjes die ze moest zetten voor het bereiken van de top. ‘Ik kom nu veel beter voor de dag. Ik ben ouder en kan mezelf beter mengen in een groep. Het voelt alsof ik nu beter op mijn plaats ben.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.