Matla bewijst dat Hinch in shoot-out-serie te kloppen is

Net als Josine Koning speelde Frédérique Matla zondagmiddag in Londen haar allereerste interland voor Oranje, tegen aartsrivaal Engeland nog wel. Meteen maakte Matla de winnende shoot-out, waarmee ze Nederland een enorme dienst bewees. Eindelijk weten de Oranje Dames nu dat keepster Maddie Hinch tijdens een shoot-out-serie te kloppen is.

Twee keer stond Matla oog in oog met de gevreesde Hinch, die de afgelopen jaren de reden is geweest dat Oranje zowel de finale van het EK 2015 als die van de Olympische Spelen 2016 op shoot-outs verloor. Twee keer klopte Matla haar, ogenschijnlijk koeltjes. De eerste keer met haar backhand, de tweede keer met haar forehand. ‘Dat is hartstikke fijn, want nu blijf ik voor de toekomst onvoorspelbaar’, realiseerde Matla zich, terug in Nederland, via de telefoon. ‘Bij Den Bosch en Oranje heb ik er de laatste tijd vaak op getraind. Die twee wedstrijden dat het met Oranje op shoot-outs mis ging was ik er natuurlijk niet bij, dus kun je misschien zeggen dat ik er nog blanco in stond.’

Pien Sanders, Maartje Krekelaar, Laurien Leurink en Kitty van Male namen ook een shoot-out

Twee andere shoot-out-nemers waren Pien Sanders (19) en Maartje Krekelaar (21), geen ervaren internationals, wel speelsters die symbool staan voor de nieuwe generatie die het drama in Rio de Janeiro niet meemaakte. Laurien Leurink en Kitty van Male maakten het lijstje van vijf compleet. In het hol van de leeuw en voor een paar duizend toeschouwers won Nederland uiteindelijk met 4-3. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat het erop leek dat de ‘winnende’ shoot-out van Engeland ten onrechte werd afgekeurd. Keepster Anne Veenendaal, die net als Josine Koning twee kwarten in het doel stond, keerde vijf van de acht Engelse pogingen.

Frédérique Matla en Alyson Annan vorige week vrijdag tijdens een training in Amsterdam. Foto: Willem Vernes

Een strafcorner pushte Matla zondag niet. Na het afscheid van Maartje Paumen bij Oranje is Caia van Maasakker nu de eerste in lijn. Met Ireen van den Assem en Frédérique Matla, de beoogde opvolgers van Paumen bij Den Bosch, beschikt bondscoach Annan in principe over twee alternatieven. ‘Maar ik heb afgelopen week niet meegetraind in het groepje van de aanvallende corner’, aldus Matla, die tegen Engeland rugnummer vijftien droeg.

Doorgaans is Matla een hangende spits of een aanvallende middenvelder, nu stond ze in de spits opgesteld.

Bij Den Bosch heeft Matla dit jaar een uitstekend seizoen gedraaid. Met name tijdens de play-offs liet ze haar aanvallende kwaliteiten meerdere keren zien. Door de achillespeesblessure van Lieke Hulsen en later ook de kruisbandblessure  van Joosje Burg gaf coach Raoul Ehren haar een aanvallendere rol dan ze gewend was. Die lijn werd zondag bij Oranje doorgetrokken: doorgaans is Matla een hangende spits of een aanvallende middenvelder, tegen Engeland stond ze in de spits opgesteld.

Of dat ook de positie is waarop ze zich in Oranje moet richten, weet ze niet. ‘Het maakt mij ook helemaal niet uit waar ik speel, zeker in Oranje niet. Ik zie het wel. Ik ben nog een jonkie, ik vind alles prima. Natuurlijk was het voor mij even wennen in de spits, bijvoorbeeld in de aanloop van de press. Maar ik vond het leuk. Het was sowieso prachtig om mijn debuut te maken in een vol stadion met vijf- of zesduizend toeschouwers. Mijn ouders en mijn broertje wilden komen kijken, maar konden geen kaartjes meer kopen omdat het al uitverkocht was. Uiteindelijk hebben ze op een andere manier toch kaartjes kunnen regelen. Hartstikke leuk dat ze er bij zijn geweest. Je debuut maak je maar één keer.’

 


Wat vind jij? Praat mee...