Van den Assem: ‘Ik heb niet meteen zo’n wereldcorner als Paumen’

Bij Den Bosch laat de 27-jarige Ireen van den Assem zich als één van de leiders in het centrum van de verdediging regelmatig horen. Bij Oranje moet Van den Assem even zoeken naar haar rol in het team. Naar haar plek in de hiërarchie. Ze speelt in Brussel pas haar eerste interlandtoernooi, maar heeft ervaring genoeg dat ze met de rest van het team kan delen.

‘Tijdens wedstrijden van Oranje coach ik zoveel mogelijk mensen om me heen. Ook voor de wedstrijd spreek ik gerust iemand aan als ik merk dat ze gespannen is. Dan maak ik even een grapje of zo. Aan dat soort dingen merk je dat ik gewend ben om de leidende rol op me te nemen. Alleen behoor ik in Oranje natuurlijk niet tot de leidersgroep’, vertelt Van den Assem op de rustdag in de lobby van het hotel in Brussel waar Oranje verblijft. Het zijn Marloes Keetels, Carlien Dirkse van den Heuvel, Margot van Geffen en de geblesseerde Lidewij Welten en Kelly Jonker die sinds dit jaar tot de leidersgroep behoren.

Ireen van den Assem legt tijdens de training van vrijdag de bal op haar stick. Foto: KNHB/Koen Suyk

 

‘Bij Den Bosch spreek ik me meer uit dan bij Oranje’

Geen speelster van de huidige selectie van de Oranje Dames won meer landstitels dan Van den Assem: zes. Ze behoort tot de oudste speelsters van het team. Alleen Carlien Dirkse van den Heuvel (30), Kitty van Male (29), Caia van Maasakker (28) en Margot van Geffen (27) zijn binnen de huidige achttienkoppige selectie ouder dan zij. De jongere Xan de Waard (21) en Maria Verschoor (23) hebben veel meer interlands dan Van den Assem gespeeld: De Waard 76, Verschoor 69, Van den Assem 10. Slechts drie internationals hebben minder interlands op hun naam staan: Pien Sanders (5), Josine Koning (3) en Frédérique Matla (4).

Van den Assem: ‘Bij Den Bosch heb ik vanwege mijn leeftijd en ervaring een leidende rol. Daar spreek ik me meer uit dan hier, maar dat wordt bij Oranje ook niet van me gevraagd. In het veld ben ik vooral bezig met mijn eigen taak. Aan de ene kant is het fijn om een beetje de kat uit de boom te kijken. Aan de andere kant mag je van mij misschien meer verwachten dan van een jonkie. Ik heb ervaring genoeg met het spelen van finales. Tegelijkertijd wordt er hier door de staf gezegd: ‘Ireen, je hebt er zo lang voor gestreden om in Oranje te staan, geniet er dan ook van nu het zover is.’

‘Tijdens het WK was ik verantwoordelijk voor de line-up-kindjes’

Het zegt misschien ook wel iets over haar status in ‘het nieuwe Oranje’ dat Van den Assem vooral links achterin staat en minder vaak in het centrum, zoals bij Den Bosch. ‘Ik vind het leuk, een nieuwe positie. Ik kan die plek in de as wel opeisen, maar wat kan mij het schelen waar ik word opgesteld? Ik sta in Oranje. In de zaal staan er ook geen mensen in de as, daar sta ik ook aan de zijkant. Ik vind het al bijzonder dat ik dit mag meemaken, zeker na een periode waarin ik dacht dat Oranje voor mij klaar was. Ik weet hoe het is om een kantoorbaan te hebben. Dat maakt het extra speciaal.’

‘Drie jaar geleden bij het WK in Den Haag was ik aan het afstuderen bij Rabobank Nederland in Utrecht. Ik was onder meer verantwoordelijk voor de line-up-kindjes die met de speelsters het veld opliepen. Stond ik daar in de spelerstunnel alle Oranjespeelsters te linken aan een kindje. Nu sta ik er zelf als international. Het is een mooie route geweest.’

View this post on Instagram

🎉

A post shared by Ireen van den Assem (@ireenvdassem) on

Van Maasakker is verder met haar corner dan Van den Assem

Net als in het centrum van de verdediging moet Van den Assem teamgenote Van Maasakker ook voor zich dulden bij de strafcorner. Het is momenteel vooral Van Maasakker die de strafcorners neemt. Zij heeft meer ervaring en is verder met haar corner. Tegen Schotland (4-0) mocht Van den Assem het één keer proberen, maar door slecht aangeven werd het uiteindelijk een flats, die op de keeper belandde. Tijdens de Rabo Super Serie tegen Australië pushte Van den Assem wel een keer raak, tegen de plank. Je zou zeggen dat ze alleen maar beter wordt nu ze weet dat ze volgend seizoen, samen met Frédérique Matla, Maartje Paumen opvolgt als strafcornernemer bij Den Bosch.

‘Ik heb eigenlijk nog nooit níét op de corner getraind. Mijn hele carrière heb ik achter een eerste cornervrouw gestaan. Bij Forward, bij Rotterdam, bij Den Bosch. Natuurlijk heb ik wel eens gedacht: hoe zou het zijn als ik ze allemaal mocht nemen? Tegelijkertijd heb ik nooit alles op alles gezet om er mijn belangrijkste wapen van te maken. Twee jaar geleden heb ik wel een jaar onder Toon Siepman getraind, maar die stopte er vorig seizoen mee omdat hij coach van Oranje-Rood werd.’

Ireen van den Assem, Lauren Stam en Caia van Maasakker trainden vrijdagmiddag op de strafcorner. Foto: KNHB/Koen Suyk

 

‘Ik heb niet de illusie dat ik binnen één seizoen zo’n wereldcorner als Maartje ontwikkel’

‘Ik ben er nu ook nog niet mee bezig dat ik volgend jaar een stuk of tien strafcornergoals moet maken om een waardig opvolger van Maartje te zijn. Ik kan me voorstellen dat we volgend seizoen meer op velddoelpunten spelen dan op corners. Ik heb niet de illusie dat ik binnen één seizoen zo’n wereldcorner als Maartje ontwikkel. Tegelijkertijd heb ik veel zin om ermee aan de slag te gaan en ervaring als cornervrouw op te doen.’

Vooralsnog is het voor haar duidelijk dat Caia van Maasakker de eerste strafcornernemer is. ‘Of ik de corner nou wel of niet neem: ik schik me in mijn rol. Als het moment daar is, ben ik erop gebrand om de corner zo goed mogelijk te nemen. Dát is mijn rol.’


1 Reactie

  1. Topkeepertje

    Ik zou me maar even melden bij Ton Siepman en de corner van Caia is matig ze heeft een paar pogingen nodig om te scoren daarom wordt SCHC ook "nooit" landskampioen .


Wat vind jij? Praat mee...