Brinkman kijkt zijn ogen uit in India: ‘Voel me net een BN’er’

Door zijn lens doet hij verslag van het WK. Met foto’s doet hij zijn verhaal. Jasper Brinkman (26), een van de reserves van Oranje. Hij neemt hij ons mee door de straten van India, de stadions en het hockeygekke volk. Want als je voor de eerste keer in India bent, kijk je je ogen uit. 

Maar hij is niet de enige international die voor het eerst in India is. Oranje reist niet alleen af met dertien WK-debutanten, maar ook met zes spelers die sowieso nog nooit in het gigantische Aziatische land zijn geweest. Samen met Teun Beins, Tjep Hoedemakers, Koen Bijen, Tijmen Reyenga en Derck de Vilder is Jasper Brinkman een echt India-groentje. 

Steijn van Heijningen, Jip Janssen, Floris Wortelboer, Maurits Visser en Terrance Pieters speelden in 2016 in Lucknow het WK onder 21 jaar. Justen Blok deed dat nog in 2021 in Bhubaneswar en Dennis Warmerdam in 2013 in New Dehli. De rest stond vier jaar geleden op het zilveren WK. 

‘Ik kijk mijn ogen echt uit’, vertelt Brinkman. De reservespeler besloot één ding absoluut in zijn koffer te doen: zijn camera. Een aanschaf van een korte tijd geleden. Om zijn hobby eens echt uit te oefenen. Foto’s maken. Dankzij tutorials op YouTube maakt de verdediger van Bloemendaal nu de mooiste platen. 

Foto: Jasper Brinkman

‘Voelde me echt een BN’er’

‘Het is makkelijker om via mijn foto’s te vertellen hoe het hier is’, zegt Brinkman. Hij is nu een volle week met Oranje in India en valt hij weer van verbazing in verbazing. ‘De aankomst was bijzonder. We werden ontvangen door handenvol fotografen. Allemaal pers die op ons aan het wachten was. Dat zijn we niet gewend. Zoveel mensen die ons team willen volgen. De rit van het vliegveld naar het hotel ging onder politiebegeleiding. Mensen staan op de route naar ons te zwaaien. Ik voelde me echt een BN’er.’

Aan de hand van zijn foto’s probeert hij zijn vrienden in Nederland uit te leggen hoe het er aantoe gaat. Maar dat valt niet mee. ‘Je moet het eigenlijk gewoon een keer meemaken. Ik kende de verhalen dat er koeien op straat lopen. Dat is dus gewoon echt waar.’

Er wordt in Bhubaneswar en Rourkela met man en macht gewerkt aan het mondiale toernooi. ‘Er zijn zoveel mensen in de weer voor dit evenement. Er worden banners opgehangen, er zijn muurschilderingen, vrouwen die continu stof op de grond weg aan het vegen zijn. Iedereen hier heeft een eigen rol om het zo mooi mogelijk te maken. Het leeft enorm. Dat is natuurlijk typisch India. Elke positie is hier zes keer bezet. Bij iedere deur staat iemand om ‘m voor je open te houden.’ 

De trip van Bhubaneswar naar Rourkela. Foto: Jasper Brinkman

Het onbekende Rourkela 

Vlak na de jaarwisseling vertrok Oranje naar Bhubaneswar. Daar bleven ze een aantal dagen, tot er afgelopen dinsdag – op de 26ste verjaardag van Brinkman – werd doorgereisd naar Rourkela. De plek waar de ploeg van Jeroen Delmée zijn eerste twee poule-wedstrijden speelt. Zaterdag tegen Maleisie en maandag tegen Nieuw-Zeeland. Allebei overigens om 10.30 uur Nederlandse tijd.

Rourkela is een plek die nog geen enkele international kende. Sterker nog, waar grote vraagtekens bij waren. Zo was het stadion twee maanden geleden nog een grote bouwval. Maar Brinkman weet inmiddels beter. ‘Het is bijna af. En het is prachtig. Er is een compleet nieuw vliegveld gebouwd. Dat ligt op 200 meter van ons hotel en het stadion. Dat is gigantisch. Twee ringen aan publiek met steile tribunes. Vanuit ons hotel kun je de lampen zien. Het is gewoon een modern voetbalstadion. Dit stadion vind ik stiekem nog mooier dan die in Bhubaneswar.’

Hoewel Brinkman van ieder moment geniet, is er ook een keerzijde. Hij is net als Warmerdam aangewezen als reserve en zal dus in principe geen wedstrijden spelen. ‘Ik ben klaar als het moet gebeuren. Dat ik dit allemaal mee mag maken, vind ik heel cool. Maar natuurlijk, als je zo’n stadion ziet, wil je maar een ding: spelen.’

 


Wat vind jij? Praat mee...