Het Nederlands elftal beschikt tijdens het komende wereldkampioenschap in India (13 – 29 januari) over één ervaren strafcornerspecialist, in plaats van twee. Anders dan op de Olympische Spelen in Tokio, toen Mink van der Weerden nog naast hem stond op de kop van de cirkel, zijn alle ogen nu volledig gericht op strafcornerkanon Jip Janssen. ‘Dit is waar ik jarenlang voor heb getraind.’
In het clubhuis van Rotterdam – anderhalve week geleden, vlak voor vertrek naar India – begint de 25-jarige Janssen op zijn vingers te tellen. ‘Behalve ik zijn er natuurlijk nog méér internationals bij Oranje die kunnen slepen. Teun Beins kan het ook. Tijmen Reyenga. Seve van Ass natuurlijk. Terrance Pieters. En met Jasper Brinkman hebben we ook een reserve bij ons die het erg goed kan’, somt Janssen bagatelliserend op.
Toch lonkt dit WK voor de 73-voudig international een andere rol in Oranje dan hij gewend is. Dat geeft Janssen zelf ook toe. Dit wordt zijn eerste wereldkampioenschap. Voor het WK van 2018 werd hij niet geselecteerd. Daarna, op de EK’s van 2019 en 2021 en de Olympische Spelen in Tokio, sleepte hij de strafcorners van het Nederlands elftal samen met Mink van der Weerden. Na het afscheid van Van der Weerden steeg Janssen in de hiërarchie. Doordat Tim Swaen niet is geselecteerd, het strafcornerkanon van landskampioen Bloemendaal, ligt er dit WK meer druk op de schouders van Janssen. Natuurlijk hebben de internationals die hij noemt ook een goede sleep, maar die van hemzelf stijgt daar ver bovenuit.
Of hij daardoor extra druk voelt? ‘Natuurlijk voel ik druk, iedere topsporter voelt druk. Maar daar geniet ik van. Dit is waar ik jarenlang voor heb getraind. Deze rol in het Nederlands team vind ik schitterend’, zegt Janssen. ‘Bij Kampong ben ik gewend dat ik de enige ben die pusht. Dat gaat me goed af. In Oranje is dat voor mij nog relatief nieuw. Maar ik heb er alle vertrouwen in.’
Variëren met de stopper
Het ontbreken van een andere en gelijkwaardige strafcornernemer op de kop van de cirkel heeft voor- en nadelen. Het is lekker voor Janssen dat hij meer ballen mag pushen. Op die manier sleept hij vanzelf meer ritme in zijn corner.
Aan de andere kant verdwijnt natuurlijk wel de onvoorspelbaarheid. Als Janssen binnen de lijnen staat wanneer Nederland een strafcorner mag nemen, weten de uitlopers naar wie ze toe moeten sprinten. In december probeerde Oranje tijdens de Pro League-wedstrijden in Argentinië de tegenstander een aantal keer te verrassen, door de bal naar een andere stopper te spelen dan verwacht. Zodoende probeerde Nederland toch wat ruimte te creëren voor zijn befaamde sleeppush, op zoek naar een gaatje in de verdediging van de tegenstander, die vaak zit dichtgetimmerd.
Zelf zegt Janssen daarover: ‘Als je die onvoorspelbaarheid niet kan creëren met twee verschillende schutters, dan moet je het in je eentje doen. In dat geval moet je meer schuiven. Daar zijn we nu mee bezig. Bij Kampong doe ik dat ook veel. Dat gaat hartstikke goed. En we kunnen ook varianten spelen. Dat hebben we in Argentinië ook gedaan.’
Vroeger was ik alleen maar bezig met de sleep. Nu focus ik me veel meer op het geheel van de corner Jip Janssen
Met zijn vertrouwen zit het op dit moment wel goed. Janssen heeft bij Kampong de beste eerste seizoenshelft van zijn leven achter de rug. Met vijftien doelpunten, waarvan veertien uit een strafcorner, staat hij tweede op de topscorerslijst, achter koploper Jeroen Hertzberger.
Zelf ziet hij nog altijd een stijgende lijn in zijn strafcorner. ‘Vroeger was ik alleen maar bezig met de sleep. Nu focus ik me meer op het geheel van de corner. Hoe lopen de uitlopers? Hoe staat de keeper? Welke variant kunnen we spelen? Daar kijk ik nu meer naar dan dat ik mijn sleep aan het perfectioneren ben. In vergelijking met vroeger herken ik situaties beter en zie ik sneller een oplossing. Dat heeft ook te maken met ervaring. Naarmate je ouder wordt, verrijk je jezelf met meer opties.’
Wellicht mag Janssen komende zaterdag zijn kunsten meteen vertonen, in de openingswedstrijd van Oranje op het WK tegen Maleisië. Zijn sleeppush zal een belangrijk wapen zijn op jacht naar de wereldtitel. Over de kansen van Oranje durft Janssen niet veel te zeggen, behalve dat hij een goed gevoel aan de trip naar Argentinië heeft overgehouden, ondanks dat slechts één van de vier wedstrijden werd gewonnen.
‘Ik denk dat wij allemaal in Argentinië beter konden spelen dan we hebben gedaan. Maar door de trip heen zijn we dat ook gaan doen. Iedere wedstrijd hebben we een stap vooruit gezet. Dat zag je terug in de resultaten. De eerste pot verloren we. Die twee daarna speelden we gelijk en de laatste wonnen we. We moeten kritisch naar onszelf blijven kijken, maar we mogen ook blij zijn met de stijgende lijn die we hebben ingezet. Aan ons de taak om die voort te zetten in India.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.