Plan uitgevoerd, het werk goed gedaan. Oranje-captain Thierry Brinkman was woensdagavond na de uithaal tegen Wales (8-1) uiteraard content met de overwinning in het laatste pouleduel en het bereiken van de halve finales van het EK in Mönchengladbach. Maar in het achterhoofd dreunde de nederlaag tegen Duitsland van twee dagen eerder nog steeds na.
‘Wat was het eigenlijk? 7-1, 8-1?’, zegt Brinkman aan de rand van het veld, terwijl hij zich omdraait naar het scorebord. Daar staat de uitslag overigens niet meer. ‘Vandaag was het op orde, zullen we maar zeggen. We zeiden het net ook tegen elkaar in het kringetje: waar ga je het over hebben na zo’n overwinning op Wales? Dat hoeft niet over de goals te gaan. Het begint met het schoonhouden van de cirkel. Dat is de basis. Van daaruit komen we vanzelf aan hockeyen toe. Die modus hoort bij toernooihockey. Dat wordt cruciaal tegen België.’
Die manier van denken komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Het is een direct gevolg – nog steeds – van de wedstrijd tegen Duitsland, die Oranje maandag met 3-0 verloor. ‘Absoluut. Daar ontbrak die modus. Zeker in de opening van de wedstrijd. Die paar verdedigende momenten, waaruit de goals vielen. Daar worden wedstrijd op beslist. Vooral op internationaal niveau, in knock-outs. Daar zullen we straks in de halve finale mega, mega scherp op moeten zijn.’ Even verlaat Brinkman de serieuze toon. ‘Maar er mag ondertussen ook nog gelachen worden, hoor.’
Met elkaar de eerste minuten terugkijken
Titelhouder Nederland verliet maandag met de staart tussen de benen het SparkassenPark. Bij terugkomst in het hotel in Venlo werd er nog een hoop gepraat over de nederlaag tegen de gastheren. ‘Uiteraard. Doen we altijd. Het enige verschil is dat we nu met z’n alleen de eerste vijf, zes minuten helemaal hebben teruggekeken. Dat doen we normaal nooit. We constateerden dat we pas na een minuut of acht gingen hockeyen en verdedigen zoals we dat moeten doen. Dat is wat je minimaal moet leveren om überhaupt mee te doen in de wedstrijd. Een goede wake-upcall, dat is het.’
Het klinkt bijna Oranje-onwaardig, een aanlooptrip van acht minuten. ‘Uiteindelijk waren die eerste zes minuten ondermaats. Daar moeten we van leren. Je hebt in een toernooi weinig tijd. Het moet direct beter. Ik schrok niet meer van wat ik zag, toen ik de beelden nogmaals bekeek. Ik wist dondersgoed hoe we ervoor stonden.’
De gematigde toon na afloop
Tijdens de interviews na afloop van de wedstrijd tegen Duitsland waren ze maandag over het algemeen nog vrij positief gestemd bij Oranje. Ja, iedereen wist dat die eerste minuten – waarin Duitsland twee keer scoorde – niet goed waren. Maar daarna schakelde praktisch elke geïnterviewde rap door richting een gevoel van tevredenheid over de rest van de wedstrijd.
‘Ik ben het daar op zich wel mee eens’, zegt Brinkman. Hij houdt even in. ‘Maar ik vind het ook typisch Nederlands om dit te zeggen tijdens een toernooi. We hebben heel goed gespeeld. Maar wat heb je daar op een toernooi aan? Uiteindelijk gaat om het resultaat. De eindstreep. Of je daar met een overwinning staat. Het stond wel 3-0 en dat was gewoon ondermaats.’
De herinnering was dus nog vers, zo vlak na die monsterzege op Wales. ‘De les uit de poulefase komt wel uit die wedstrijd tegen Duitsland. Dus zo gek is dat nog niet’, vindt Brinkman. Hoe die les dan luidt in een zin? ‘Verdedigend extreem scherp zijn en je zaken vanaf de eerste seconden op orde hebben.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.