OVK winterstop: Venlo houdt zich kranig staande

Trainer-coach Ralf Thijssen kan tot dusver met tevredenheid terugblikken op het seizoen 2015-2016. Met de dames van Venlo promoveerde hij naar de Overgangsklasse en halverwege dit zware seizoen is de club onverwacht ver verwijderd van degradatiezorgen. Santé! Daar kon op gedronken worden in het diepe zuiden.

Tijdens de eerste weken van het seizoen bestempelde Hockey.nl de prestatie van Venlo geregeld als ‘de verrassing van de week’, maar deze status is de Limburgers ontgroeid. De ploeg gaat de 2e seizoenshelft in op een keurige 7e plaats, nog voor grootmachten als Klein Zwitserland, HGC en enkele vaste klanten in de Overgangsklasse; Schaerweijde en Rood-Wit.

Oef, poule B

De 38-jarige trainer-coach schrok overigens wel na bekendmaking van de poule-indeling deze zomer. ‘Oef, dacht ik, had ons een plekje gegeven in de andere Overgangsklasse. In onze poule is sprake van een evenwichtige krachtsverdeling. Iedereen kan van iedereen winnen. Met andere woorden: we zouden relatief veel punten moeten halen om niet rechtstreeks te degraderen. Dat stemde mij eerlijk gezegd niet direct optimistisch .’

Dat klinkt logisch vanuit een positie als promovendus, maar zijn selectie paste zich wonderwel aan in de subtop van het dameshockey. Na  duidelijke nederlagen en geen enkel gescoord doelpunt in de eerste 3 wedstrijden begon het stilletjes aan te lopen.

Nieuwe energie

Thijssen werd ook positief verrast door zijn spelersgroep. Van enkele ervaren krachten had hij niet direct  verwacht, dat zij nog flinke sprongen in hun ontwikkeling zouden doormaken. Het gebeurde wel. De entree in de Overgangsklasse maakte nieuwe energie los.

‘Ik merkte dat de speelsters gemiddeld fitter aan de eerste training begonnen dan het seizoen er voor. Ze waren zich ervan bewust dat er meer moest gebeuren. Dat stimuleerde mij ook. Het is een wonderlijk proces dat ik persoonlijk doormaak met de dames. 3,5 jaar geleden stapte ik in op een moment dat het team  een zwaar seizoen in de onderste regionen van de eerste klasse achter de rug had. Ik startte volgens mij met 7 speelsters en moest veel rondbellen om de selectie aan te vullen. Kijk waar we nu staan.’

3 clubs

De prestatie van Venlo verdient een extra compliment, want Limburg is geen hockeyprovincie bij uitstek. ‘Het heeft denk ik met onze cultuur te maken. Limburgers vormen een trots volk, zijn honkvast en op hockeygebied bespeur ik relatief weinig ambitie. Daarbij is het hockeylandschap in en rond Venlo erg versnipperd met 3 clubs op hele korte afstand van elkaar; Blerick, Tegelen en Venlo zelf. Er zijn al diverse pogingen ondernomen te praten over samenwerking of een fusie, maar tot nu toe is dit tot mijn grote spijt niet gelukt. Breng je de 3 clubs samen, dan creëer je een vereniging met bijna 2000 leden. De afstand tussen de clubs in Venlo en Tegelen fiets je binnen 10 minuten.’

Leerzaam luxeprobleem

Tegen deze achtergrond was het begin vorig seizoen best opmerkelijk dat 4 speelsters met ambitie van Tegelen de overstap maakten naar Venlo. Het droeg eraan bij dat de ploeg een stap hogerop kon maken. ‘Ik beschik nu over een ploeg met 17 speelsters die het niveau aankunnen. Tot dusver heb ik geen noodgedwongen gebruik hoeven maken van jeugdspeelsters, want we blijven gevrijwaard van schorsingen en blessures. Het betekent wel dat ik elke week één meisje moet teleurstellen. Een voor alle betrokkenen nieuw en leerzaam luxeprobleem..’

Veel talent

Aan de andere kant: voor Venlo zou het ook goed zijn om talentvolle jeugdspeelsters  te laten ruiken aan het grote werk. ‘We moeten het bij Venlo toch van onze eigen jeugdopleiding hebben. Gelukkig hebben we een brede groep. Mochten er na dit seizoen enkele speelsters stoppen, dan is het op te vangen. In onze A- en B-jeugd spelen een aantal meiden met veel talent. Jammer genoeg hebben ze net niet de Super-A en Super-B gehaald, dan hadden ze namelijk ook in hun eigen team grotere stappen kunnen maken in hun ontwikkeling.’

Venlo staat er, kortom, betrekkelijk florissant voor, stelt Thijssen.

‘Fysiek kunnen we nog stappen maken. Daar zijn we in de winterstop hard mee bezig. We hebben specialisten die ons hierbij terzijde staan. Een deel van de groep speelt in de zaal, de andere helft zit in de sportschool. En eenmaal per week trainen we met de hele selectie op het veld. Daar komt dan trouwens zelden bal en stick aan te pas.’

Blijvertje?

Tenslotte, is Limburg een blijvertje in de Overgangsklasse? Thijssen: ‘Dat weet je natuurlijk nooit, maar de vooruitzichten zijn op dit moment goed. Al zal samenwerking binnen de regio daarvoor cruciaal zijn. Een heel goed initiatief in dat kader is de hockeyklas van het Valuascollege, waarin jeugdspelers in staat worden gesteld om onder schooltijd hockeytraining te volgen. Dat helpt. We hebben een brede technische staf met veel knowhow en de faciliteiten zijn goed. Het bestuur van de club ziet heel goed in dat we nu een kans hebben om ons op dit niveau te handhaven. Dat laatste is mooi om te zien, zeker vergeleken met ruim 3 jaar geleden.’


Wat vind jij? Praat mee...