HBS wil strenger naar zichzelf zijn om het tij te keren

Met de tweede seizoenshelft in zicht, breken voor de vrouwen van HBS cruciale weken aan. De Bloemendaalse ploeg staat met acht punten op de elfde plek van de Promotieklasse-ranglijst. Een plaats die aan het einde van het seizoen directe degradatie met zich meebrengt. Kunnen de dames van HBS de dans nog ontspringen?

Toe aan de winterstop. Dat was het team van Jeroen Tuininga na de eerste elf wedstrijden. ‘Na een voorbereidingsperiode van zes weken in de zomer speelden we elf weken op rij elke zondag een wedstrijd’, vertelt de coach. ‘Zeventien weken hockeyen hakten erin, zowel fysiek als mentaal. Win je veel, dan is dat geen probleem. Maar als je week na week verliest, dan is het een veel zwaardere opgave om steeds maar weer in de file te staan om op de club te komen.’

De zwakke serie

HBS begon allerminst slecht aan de competitie. Met een gelijkspel tegen titelfavoriet Tilburg (0-0), winst op MOP (3-2) en een nipt verlies tegen nummer twee Leonidas (1-0) kon de ploeg prima thuiskomen. Maar halverwege oktober ging het mis. Zes wedstrijden op rij werd er verloren.

De speelsters van HBS juichen hier, maar hadden daar in hun laatste zes wedstrijden minder reden toe. Foto: HBS dames 1

Tuininga: ‘Ik kan niet zo goed verklaren waarom we onze draai niet meer konden vinden. In die tijd viel wel onze meest ervaren speelster, Lisa Bok, uit met een hamstringblessure. Zij is met haar dertig jaar de oudste van het team, speelt al sinds haar vijftiende in Dames 1 en is als centrale verdedigster bepalend in het veld met enorm veel vuur in haar lijf. Dat we haar de rest van het eerste seizoenshelft moesten missen, was een flinke aderlating.’

Gebrek aan scorend vermogen

‘Daarnaast’, vervolgt Tuininga, ‘hebben we nog maar tien doelpunten gemaakt. Daarin zijn we niet uniek. Je ziet bij veel damesploegen dat scoren niet vanzelf gaat. Een kwestie van te weinig schotkracht ten opzichte van de kwaliteiten van keeper en verdedigers, denk ik. Bovendien lijkt het alsof de spitsen vaak niet durven liggen voor de goal. Als we ons hierin ontwikkelen, kunnen we nog wel eens het verschil maken. Zo zat Demi Hilterman – nu in de Hoofdklasse eerste corner bij Bloemendaal – tot een paar jaar geleden bij ons. Met haar in de ploeg promoveerden we naar de Promotieklasse. Maar wie veel scoort, verkast. Zo gaat het nu eenmaal.’

Zoals zoveel teams uit de Promotieklasse zag ook HBS het zaalseizoen in rook opgaan door de Covid-maatregelen. ‘Een stuk of acht speelsters zou de zaal in gaan. Die hebben uiteindelijk maar één wedstrijdronde gespeeld. Verder hebben we elkaar in december en januari losgelaten. Die radiostilte was prima. Iedereen kon z’n eigen ding doen. Met familie zijn, focussen op werk en scripties afmaken.’

‘Zeker niet kansloos’

Eind januari pakten de speelsters hun stick weer op. Een voorbereidende trip naar Spanje blies Tuininga af, maar in Nederland plande de coach wel een aantal oefenpotjes tegen teams uit de regio in. ‘In de winter heb ik iedereen een uitgebreide evaluatie laten invullen. Daaruit volgde dat het plezier niet verdwenen was, maar dat de serie verliespotten evenmin motiveerde. De wens van de groep was om deze situatie te willen omkeren. Juist omdat we niet steeds zijn weggespeeld (HBS verloor drie van de zes keer met één goal verschil, red.), zijn we zeker niet kansloos. Maar we zijn ook reëel: we beschikken niet over de beste selectie.’

Sanne van der Meijs (Tilburg) in duel met Nicole Oud (HBS). Op 6 maart treffen de ploegen elkaar opnieuw. Foto: Joris Verwijst/Orange Pictures

Onderin lijkt de strijd om handhaving vooralsnog te gaan tussen Laren (tien punten), Were Di, Nijmegen (ieder negen punten) en HBS (acht punten). Hekkensluiter De Terriërs lijkt met zes punten achterstand op nummer elf HBS voor een bijna onmogelijk opgave te staan. Maar Tuininga rekent zich verre van rijk. ‘Alle teams willen niets liever dan zich handhaven. Van de twaalf teams, degraderen er twee en mag er één ploeg play-outs spelen. We moeten simpelweg veel wedstrijden winnen van de elf die nog komen. De eerste seizoenshelft hebben we gezien dat dat niet makkelijk is.’

Verrassen

Tuininga ziet in ieder geval routinier Bok terugkeren, zij is weer fit. ‘We moeten er met elkaar vertrouwen in hebben. Elkaar stimuleren om harder te trainen, strenger te zijn in de groep, zowel in als buiten het veld. Teamgenoten durven aan te spreken als het iets te lollig wordt tijdens een training of voor een wedstrijd. Lukt het ons om hierdoor het niveau omhoog te halen, dan kunnen we nog wel eens voor een verrassing zorgen. Elk jaar zie je na de winterstop, zowel boven- als onderin, dat een team ineens in een positieve vibe zit en wedstrijd na wedstrijd weet binnen te slepen. Ik denk dus dat er nog wel een en ander gaat verschuiven op de ranglijst.’


Wat vind jij? Praat mee...