Hugo van Reeken wil binnen acht jaar van Gooische naar de Spelen

‘In 2032 wil ik eerste keeper voor Nederland op de Olympische Spelen in Brisbane zijn.’ Was getekend: Hugo van Reeken. De 24-jarige goalie is niet bang om ambitieus te zijn, ook al speelt hij op dit moment bij Gooische in de kelder van de Promotieklasse. ‘Ik geloof erin dat als je een droom hebt, die werkelijkheid wordt als je er alles voor doet en laat wat nodig is.’

Volgens zijn coach Dider Meijer is Van Reekens Oranje-ambitie niet eens zo gek. ‘Hugo is een van de grootste goaltalenten van Nederland. Hij heeft een vergelijkbare bouw aan die van Jaap Stockmann en Martijn Drijver. Lang en atletisch, wat als keeper heel goed van pas komt. Zijn reflexen zijn waanzinnig. Ik weet zeker dat hij minstens de potentie heeft om door te groeien naar een Hoofdklasse-ploeg.’

Van Reeken begon met hockeyen bij Pinoké. Hij maakte deel uit van de lichting die negen jaar geleden landskampioen zaalhockey werd in de B1. Ook aan het vaandelteam mocht hij twee jaar ruiken, als tweede keeper achter Hidde Brink. Zicht op de nummer één-positie had de Amsterdammer voorlopig niet. Na een belronde naar alle promotieklasseteams was hij welkom bij Qui Vive om wél als eerste keus onder de lat te staan.

‘Het was geweldig om die verantwoordelijkheid tijdens de wedstrijden te krijgen. Qui Vive is een familieclub met niet de beste spelers, maar er werd wel keihard gewerkt. Met keeperstrainingen erbij stond ik zeven keer per week op het veld.’

Wennen aan een andere clubcultuur

Na een Covid-seizoen en directe degradatie het jaar erop zocht Van Reeken contact met Meijer. De keeper en de coach kenden elkaar nog van hun tijd bij Pinoké. Gooische was net naar de Promotieklasse gepromoveerd en Van Reeken wilde dolgraag op minimaal dat niveau actief blijven. Meijer wachtte hem met open armen op.

Hugo van Reeken stapte vorig seizoen over naar Gooische. Eigen foto

De competitie en coach waren bekend terrein voor Van Reeken, maar dat gold niet voor de clubcultuur. ‘Vorig seizoen trainden we bij Gooische twee keer per week. Dat was al veel minder dan ik gewend was. Ik compenseerde het met drie extra keeperstrainingen om mezelf scherp te houden. Eigenlijk een beetje teveel van het goede, maar ik vond dat er wel wat harder gewerkt mocht worden. Bij Gooische staat plezier hoog in het vaandel. De spelers zijn in feite een groep vrienden, veel zijn al aan het werk. Ze willen absoluut winnen en zijn individueel heel goede hockeyers. Meerdere van hen hebben Hoofdklasse gespeeld. Maar ze vinden het minstens zo leuk om met hun maten op het veld te staan. Aan die mindset moest ik wennen.’

Van Reeken liet het er niet bij zitten. Koffietjes, teamuitjes en één-op-één-gesprekken na trainingen en wedstrijden moesten hem dichterbij zijn teamgenoten brengen. ‘Het heeft mij een jaar gekost voordat die connectie er echt was. Maar het is gelukt. Ik weet nu hoe zij in elkaar zitten en andersom. De coaching op het veld is ook anders. Heel direct. Duidelijk communiceren kan, omdat je van elkaar weet dat je de beste intenties hebt. Dat je niet iets zegt om iemand af te zeiken.’

Inspiratie van ‘held’ Laurens Goedegebuure

Met Van Reeken in het doel handhaafde Gooische zich afgelopen seizoen rechtstreeks, al was het ternauwernood. Ook dit seizoen hebben de Bussummers moeite om op gang te komen. Met negen punten uit elf wedstrijden staat de ploeg voorlopig op de elfde plek van de ranglijst. In de zaal boekte Gooische onlangs het eerste grote succes van het jaar, door tijdens de nacompetitie te promoveren naar het hoogste niveau.

Gooische is uitzinnig van vreugde na het binnenhalen van de promotie naar de Hoofdklasse Zaal. Foto: Jan Kruijdenberg

‘Vorig jaar hadden we één doelpunt te weinig voor promotie. Dat was terror. Dit seizoen wilden we er daardoor nóg meer voor gaan. Lol staat in de zaal nog meer voorop dan op het veld. Sommige spelers liepen niet eens warm voor een wedstrijd. Maar op de momenten dat het moest, stonden ze er wél. Op de finaledag voelden we aan alles dat we het gingen flikken. Vooraf hadden we Bob Marley aangezet, daardoor gingen we heel relaxed de wedstrijden in.’

Van Reeken had zelf een flink aandeel in het succes. Onder meer tijdens de allesbeslissende laatste wedstrijd tegen Laren verrichtte hij meerdere katachtige reddingen, juist in de zinderende slotminuten. ‘Mijn grote zaalhockeyvoorbeeld is Laurens Goedegebuure. Hij keepte tijdens het WK Zaal in 2015 en pakte onder andere een strafcorner in de laatste minuut van de finale. Ik heb al vaak naar YouTube-filmpjes van hem gekeken. Super inspirerend. Via een teamgenoot kreeg ik zijn telefoonnummer. Per app had hij mij allemaal tips gegeven. Bijvoorbeeld dat ik moet blijven staan bij een corner tegen. Dat heeft mij enorm geholpen. Ik heb de video’s van die zaaldag daarvan al honderd keer teruggekeken.’

Alle keepersfilmpjes van YouTube afgetikt

Met een indoorltitel op zak is Gooische intussen aan de voorbereiding op de tweede seizoenshelft begonnen. Van Reeken: ‘Je merkt dat de zaaljongens er nu al scherper in staan dan hiervoor. We willen het nu ook op het veld fixen. We hebben nu gezien dat als we ergens echt voor gaan, we het ook kunnen.’

Aan Van Reekens inzet zal het in ieder geval niet liggen. ‘Ik let op mijn voeding, eet amper suiker, doe krachttraining in de gym en ga ook op vrijdag op tijd naar bed. Alle keepersfilmpjes op YouTube heb ik gezien. Vooral die van mijn andere voorbeeld, David Harte. Net als Laurens is hij een koele kikker in het doel. Hij beweegt weinig, maar doet wel precies wat nodig is om de bal uit het goal te houden. Zo wil ik ook keepen.’

Hugo van Reeken haalt zijn inspiratie uit David Harte en Laurens Goedegebuure. Foto: Jorge Schafraad

Nog even terug naar de ambitie om over acht jaar de eerste keeper van Oranje te worden. Het is een droom waar Van Reeken vol overtuiging in gelooft. Er kwamen immers onlangs ook andere wensen van hem uit. ‘Voorafgaand aan de finaledag in de zaal visualiseerde ik dat we naar de Hoofdklasse gingen, dat ik de laatste bal pakte en dat er een artikel met mij op hockey.nl zou komen. Dat is allemaal uitgekomen. Ik wil uiterlijk over drie jaar in de Hoofdklasse spelen. En dus in 2032 eerste keeper voor Nederland op de Olympische Spelen in Brisbane zijn. Ik ga er alles aan doen om ook die droom werkelijkheid te laten worden.’


Wat vind jij? Praat mee...