Met een zucht stapte Jasper Brinkman zondagmiddag van het veld. Hij had zojuist met Bloemendaal volstrekt onnodig gelijkgespeeld tegen Oranje-Rood (3-3). Het was alweer het tweede puntenverlies in drie dagen. En dat komt mede door de haperende strafcorner, waarvoor Brinkman mede-verantwoordelijk is.
Vlak voor het interview is Brinkman aan het praten met een paar toeschouwers. Voorzichtig breekt er in dat gesprek een lachje door op het gezicht van de verdediger. ‘Dat was schijn hoor’, geeft de international een paar minuten later toe, terwijl hij zijn scheenbeschermers uittrekt. ‘Want ik sta hier gewoon nog enorm te balen. Dit is kloten, daar is iedereen het wel over eens. De afloop van vandaag past wel in het spelbeeld van de afgelopen weken. De ballen vliegen er te makkelijk bij ons in. En aan de andere kant gaat-ie er juist te moeilijk in.’
De late gelijkmaker van Oranje-Rood paste naadloos in dat plaatje. De 3-3 van Sam Lane, zeventig seconden voor tijd uit de enige corner van de Brabanders. Bloemendaal stelde daar liefst negen corners tegenover, waarvan er maar eentje raak ging. ‘Het is heel zuur. Het grootste deel van de wedstrijd speelden we goed. Maar het gaat natuurlijk om het voorkomen van zo’n laatste corner. Dat lukte ons niet en dat werd keihard afgestraft. Pijnlijk.’
Negentien corners, twee rebound-goals
Bloemendaal deed zichzelf vrijdag al tekort tegen Pinoké, toen er met 2-1 werd verloren. Ook daarin was de vice-kampioen beter en ook in die wedstrijd werden de kansen niet optimaal benut. ‘Toen waren we goed. Maar ik denk dat we vandaag nog minder hebben weggegeven. Hoe vaak zijn zij nou echt gevaarlijk geworden in onze cirkel? Ze hebben echt niet meer dan drie goede kansen gekregen. Die rake tip-in van Jelle Galema was niet een echte kans. Alleen een bal die verkeerd viel.’
Zijn coach Rick Mathijssen valt hem bij. ’Het gaat om wat we doen in de cirkels. Daarbuiten spelen we heel goed. Halen we een hoger niveau dan de afgelopen twee jaar. Kijk alleen al naar de corners. Bij Pinoké kregen we er vier tegen, tegen OR maar eentje. Zij scoorden wel. Wij krijgen veel meer kansen, maar maken ze niet. Dat is een feit dat heel simpel is. En ook heel frustrerend.’
Om precies te zijn, kreeg Bloemendaal negentien corners in het afgelopen weekend. Het leverde maar twee goals op, uit rebounds. Brinkman pusht al jaren van de kop van de cirkel, maar zijn positie is dit seizoen wel veranderd. Eerste cornerman Tim Swaen stopte namelijk bij de recordkampioen, waardoor Brinkman samen met Teun Beins de meeste corners voor zijn rekening mag nemen. Met de Spanjaard Marc Miralles heeft Mathijssen zelfs nog een derde troef op zak.
De andere druk op Brinkman
Brinkman: ’Het loopt daarin nog niet zoals we willen. Dat lijkt me duidelijk. Ook dat is misschien wel illustratief, met de corner zijn we ook nog aan het zoeken. Het klinkt cliché, maar het gaat om details. In hardheid, richting, het complete plaatje. Het moet beter, dat mag ik mezelf ook aanrekenen. Maar ik moet me niet van de wijs laten brengen.’
Mathijssen, vol ongeloof: ‘We speelden een prachtige variant, die terugging naar Jasper. Op een unieke manier ging-ie er niet in, omdat Pirmin Blaak (de keeper van Oranje-Rood, red.) toevallig op z’n kont lag en ‘m pakte. Later viste hij nog een bal van Miralles uit de kruising, ook uit een cornersituatie.’
‘De druk is anders dan voorheen’, merkt Brinkman. ‘Er wordt meer van mij verwacht. Het voelt soms alsof men van buitenaf denkt dat ze direct wel even binnenvliegen. Zo makkelijk is het niet. Of Teun ‘m neemt of ik, hangt af van de wedstrijd, de tegenstander en hoe we zelf in vorm zijn.’
‘We willen een onvoorspelbare corner hebben’, stelt Mathijssen. ‘En die hebben we. Daar ben ik dus heel blij mee. We hebben drie jongens die goed kunnen gooien. Marc wisselt vaker door, maar heeft geen mindere corner van Jasper en Teun. Daarnaast hebben we nog varianten. Ik denk niet dat we daarin veel moeten veranderen. We hebben vertrouwen in de gasten die er staan.’
‘Harder naar elkaar zijn’
De afgelopen vier jaren stond Bloemendaal synoniem voor prijzen pakken. Niet zo gek, omdat De Mussen in die periode drie kampioensschalen en drie EHL-bokalen de lucht in tilden. Topwedstrijden winnen behoorde tot het standaardrepertoire van de geslepen topploeg.
Maar dit seizoen wil het nog niet vlotten in die toppers. Naast de twee nederlagen van dit weekend ging Bloemendaal al eerder in het seizoen onderuit tegen Rotterdam (competitie) en Kampong (EHL). ‘De eerste paar maanden moesten we goed op elkaar ingespeeld raken’, constateert Brinkman. ‘Maar dat is nu inmiddels wel gelukt. Misschien klinkt het raar na zo’n wedstrijd, maar we worden elke keer beter. Alleen moeten we ook in een topper daar gebruik van maken. Dan moet je niet verliezen. Daarin moeten we harder naar elkaar zijn. We kunnen niet blijven zeggen: jongens het komt wel. Daarvoor hebben we een te goed team.’
Uiteindelijk gaat het niet om woorden, maar daden, beseft ook Brinkman. ‘Het is zo na afloop allemaal heel makkelijk om te zeggen waaraan we moeten werken. Maar doen, dat is weer wat anders. Laat ik zelf het goede voorbeeld maar geven en gaan zorgen dat de corner weer beter loopt.’
Mathijssen, nog namokkend: ‘Als we vandaag zeven goals maken, kan niemand daar iets van zeggen.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.