Daar zit-ie weer. Nummer 7. Op de bank bij Amsterdam. Wedstrijdshirt, broek en sokken aan. In tenue dus. Zijn stick in de handen. In de aanslag. Want hij gaat zo weer spelen. Hij is weer hockeyer. Dat was Floris Middendorp anderhalf jaar niet geweest. En toch is alles nog niet zoals het moet zijn.
‘Ik ben nog niet helemaal terug, hoor’, tempert Middendorp vrij snel in het gesprek de vreugde. ‘Ik speel nog steeds met pijn. Misschien gaat dat weer over. Misschien gaat het nooit meer weg. Maar het is niet zo erg dat het mij nog tegenhoudt. Ik kan er weer bij zijn. Dat was mijn doel voor dit seizoen.’
Middendorp heeft een bizar lang traject achter zich, waarin hij op zoek ging naar de oorzaak van de rugklachten, die begin 2020 plotseling ontstonden. Hij ging van de ene naar de andere arts. Er werd gedacht aan een hernia, maar waarschijnlijk is er een tussenwervel beschadigd, al is dat nog altijd niet honderd procent zeker. Een blessure waar geen draaiboek voor was en daardoor voor bakken met onzekerheid zorgde.
In maart gaf de twintigjarige aanvaller, die bekend staat om zijn fluwelen techniek, aan dat hij pijnvrij wilde worden. Hij liep destijds bij een alternatieve genezer. ‘Maar dat schoot uiteindelijk ook niet op’, zegt Middendorp nu. ‘We gingen weer op zoek en kwamen uiteindelijk uit bij een orthomanuele therapeut. Een oudere man van in de zeventig, die zich op latere leeftijd heeft verdiept in de geneeskunde. Het klinkt misschien gek, maar hij duwt een groot deel van pijn uit mijn rug. Daardoor kan ik soepeler bewegen. Het zijn maar korte sessies, maar het heeft veel effect. Dat sta ik zelf ook van te kijken. Ik noem ‘m nu mijn wonderdokter. Dankzij hem deed ik zondag weer mee.’
De aanhoudende pijn overschaduwt zijn geluk
Er klinkt een vleugje vreugde door de stem van het grote talent, die zondag zo’n half uur meedeed tijdens de 3-0 zege op Tilburg, de eerste overwinning van Amsterdam van dit seizoen. Zijn hoogtepunt van de afgelopen achttien maanden. Afgelopen weekend was hij niet meer de toeschouwer in spijkerbroek. Die jongen langs de lijn, aan wie zo vaak werd gevraagd wanneer hij weer mee kon doen. Een vraag die hij zelf ook niet kon beantwoorden. Nee, hij hoorde er echt weer bij. Geen wisseltje, maar meteen forse speelminuten.
Maar echt blij? Nee, dat is hij niet. Nog niet. Die aanhoudende pijn overschaduwt zijn geluk. ‘Ik heb wel minder last dan eerst, toen ik niet eens de trap op kon. Maar er is ook nog veel onduidelijk. Die rug blijft gewoon mijn zwakke plek. Nu lijkt mijn lichaam goed te reageren op die extra inspanning. Maar hoe is dat straks, na een paar wedstrijden? Hoe gaat het lopen? Ik weet het nog niet.’
De fladderende technicus speelde zondag, naar eigen zeggen, op save. ‘Ik heb minder acties gemaakt dan normaal’, zegt Middendorp. ‘Maar ik heb een ding tegen mezelf gezegd: je probeert alleen naar voren te passen. Dat past bij mij, zo wil ik graag hockeyen. Ik ben best tevreden, al had ik er ook niet al te hoge verwachtingen van. Ik had pas vier, vijf keer getraind. Ik was niet nerveus ofzo.’ Grijnzend: ‘Maar ik heb ’s ochtends wel drie keer gecheckt of ik mijn wedstrijdshirt bij mij had.’
Van zijn wonderdokter naar het veld en terug
Middendorp leeft nu van week tot week. Van zijn wonderdokter naar het veld en terug. Stelt zijn doelen op de korte termijn. Het WK met Jong Oranje komt er na de eerste seizoenshelft aan, maar dat is nu geen onderwerp. ‘Ik zou niet eens weten wanneer dat is. Maar als ik fit ben, heb ik er vertrouwen in dat ik mee kan doen. Ik moet elke keer zien hoe het met mijn rug gaat. En ik hoop dat ik steeds iets meer kan. Langer en intensiever mag spelen. Progressie blijf maken.’
Hij is terug. En ook weer niet helemaal. Mist nog het onbevangene, juist dat element dat zijn spel vleugels geeft. De wedstrijd met zijn rug heeft-ie nog niet gewonnen. Al staat hij nu wel aan de goede kant van de score.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.