Geen New York of Londen, maar Amsterdam en Pinoké voor Van Aubel

Belgisch international Florent van Aubel (30) was na zeventien seizoenen Dragons op zoek naar een nieuwe prikkel in een grote stad. Bij Pinoké in Amsterdam vond hij de perfecte combinatie van wonen in een wereldstad en hockeyen op hoog niveau. 

De wereld- en olympisch kampioen was samen met de liefde van zijn leven op zoek naar een nieuwe stad. Een grote stad. Zijn vrouw en hij woonden al jaren op het platteland, op een uurtje rijden van zijn oude club. Maar het echtpaar wilde wat anders. New York was een kanshebber, net als Londen. Maar beiden steden kenden hetzelfde probleem: geen tophockey. 

En dat was een harde eis van Van Aubel. Want de 264-voudig international wil doorgaan tot en met de Spelen in Parijs. Wereldsteden zijn er genoeg, maar er zijn slechts weinig waar je op hoog niveau kunt hockeyen. Dus bleef er eigenlijk maar een stad over: Amsterdam. 

Mooiste stad van Europa 

‘Ik heb maar met twee clubs gesproken’, licht de Belg zijn keuze toe. ‘Bloemendaal en Pinoké. Het was duidelijk dat het een van die twee clubs zou worden. Maar bij Pinoké was het gevoel goed. Het ging snel. Het hoefde niet moeilijk te zijn, ik had geen zin om spelletjes te spelen. Ik hoop dat de Belgen het niet lezen, maar ik woon nu in de mooiste stad van Europa.’

Florent van Aubel. Foto: Bart Scheulderman

En zo trokken De Steekneuzen begin mei een international van wereldklasse aan. En van die klasse liet Van Aubel af en toe al een schim zien tijdens het duel afgelopen zondag met Den Bosch. Met een wonderschone backhand – een assist van Sebastien Dockier – en een prachtig versierde strafcorner – afgerond door Alexander Hendrickx – drukte hij zijn stempel op de 4-3 overwinning. Maar vooral de combinaties tussen Hendrickx, Dockier en hemzelf waren genieten. Het Belgische drietal speelt al jaren samen en dat was te zien. ‘Het is geweldig om met ze te hockeyen. Nu ook op clubniveau. De pass van Dockier bij mijn doelpunt was heerlijk. En natuurlijk vier je het halen van een strafcorner als een doelpunt. Alex pusht zo hard, dat het eigenlijk een zekerheid is.’

Het Belgische duo Hendrickx-Dockier was belangrijk voor de overstap van hun teamgenoot. Ze werden vermoeid met vragen van de nieuwkomer. ‘Ja, ik heb ze echt alles gevraagd. Ik wilde weten hoe het was in Nederland. Of het te combineren viel met het Belgisch team. Wat de verschillen zijn en wat de manier van spelen was. Die dingen. Alle antwoorden bevielen me.’

Nog niet direct genoeg 

Inmiddels is hij al behoorlijk gewend in de hoofdstad. Woont hij met zijn vrouw in een appartement in het centrum en is het een kwartiertje fietsen naar het Amsterdamse Bos. Aan de Nederlandse cultuur moet hij zich soms nog wat aanpassen. Want naar eigen zeggen is hij nog niet direct genoeg. ‘Dat rechtstreekse, dat is echt het grootste verschil tussen België en Nederland. Maar ik pas me snel aan.’

Als er gevraagd wordt naar zijn eerste ervaring bij de Steekneuzen, moet hij lachen. ‘Je gelooft het niet’, begint hij. ‘Ik heb ze voor het eerst zien spelen tijdens de halve finale tegen Amsterdam in het Wagener Stadion. De wedstrijd met shoot-outs en hordes fans op het veld. Ik wist niet wat me overkwam. Maar ik vond het prachtig.’

Maar het publiek verwacht ook wat van hem. Zijn eerste doelpunt op het eigen complex smaakt voor iedere Steekneus naar meer. ‘Ik wil me ook laten zien. Ik ben een professional. Ik voel wel de druk dat ik moet presteren, maar als je een olympische finale hebt gespeeld, moet me dit ook lukken. En heel eerlijk: hier doe ik het voor.’

Jannis van Hattum, Florent van Aubel en Texas Bukkens. Foto: Bart Scheulderman

Play-offs

Maar waarom dan niet de keuze voor landskampioen Bloemendaal? ‘Ach, daar gaat het me niet om. Deze keuze is gebaseerd op mijn gevoel.’ Van Aubel had zich geen betere start bij Pinoké kunnen wensen. Twee wedstrijden gespeeld, zes punten en twee doelpunten. ‘Dit is een beh(g)in waar je enkel van droomt’, een zin waarin voor het eerst zijn Gentse accent verschijnt. Zijn teamgenoten corrigeren hem maar wat graag. ‘Het is een prachtteam. Vooral als je beseft dat er maar zo weinig internationals spelen. De groep heeft veel sterke clubjongens. En jongens die eraan zitten te komen. En met die groep gaan we dit seizoen weer de play-offs halen.’


Wat vind jij? Praat mee...