De 5 typische zaalhockeyers

Het zaalhockeyseizoen gaat weer van start. Grote kans dat jouw team bestaat uit deze vijf types: de verstokte veldhockeyer, de know-it-all, de enige echte, the switch en de trukendoos. Wie is wie? 

De verstokte veldhockeyer

Ai, een liftje. Automatisme. In elk team zit er wel één: een verstokte veldhockeyer die maar niet aan de zaalregels kan wennen. Scheidsen twijfelen vaak. Want eigenlijk flatst hij gewoon, al doet hij zijn best het zoveel mogelijk op een push te laten lijken. En dan dat continue laag zitten: de verstokte veldhockeyer krijgt het maar niet onder de knie. Rent de longen uit zijn lijf, maar voegt – hoe pijnlijk ook – maar bar weinig toe aan de wedstrijd. Dit type raakt hoe langer het zaalseizoen vordert hoe meer gefrustreerd. Is zo blij als een kind als hij weer het veld op mag.

De know-it-all

Dit type weet letterlijk álle regels. Handig om te hebben in je team, want hoewel zaalhockey een jaarlijks terugkerend fenomeen is, krijgen de meesten het voor elkaar om de zaalregels per direct te vergeten als ze weer het veld op mogen. Behalve dus de know-it-all. Die weet gelukkig nog dat er nu wél een lange corner is, en legt zuchtend aan iedere teamgenoot opnieuw uit waar die dan genomen moet worden (op de middenlijn). Vaak is de know-it-all ook de tactische held van het team. Misschien niet de meest briljante hockeyer van het stel, maar hij doorziet het spel als geen ander. Niet zo’n type in je team? Dan ben je bij voorbaat hopeloos verloren.

De enige echte

Je hebt er altijd eentje bij zitten: de échte zaalhockeyer. Op het veld kan hij prima mee, in de zaal is hij de ster. Hij kán het gewoon. Zijn stick plat op de grond én dan ook nog tegelijk hard rennen. Feilloos weten hoe de bal terugkomt van de balk. Het spel van de tegenstander lezen en dwarsbomen. De enige echte groeit per wedstrijd. Is het op het veld niet gewend om de leiding te nemen, maar doet dat in de zaal steeds vaker wel. Gelukkig maar.

The switch

Op het veld is hij een stugge verdediger, in de zaal opeens een virtuoze mid-mid of zelfs spits. Hoe het komt weet hij zelf ook niet, maar de zaal haalt gewoon heel andere kwaliteiten in hem naar boven dan het veld. Het klinkt als iets wat weinig voorkomt, maar gek genoeg heb je er altijd wel eentje in je team rondlopen.

De trukendoos

Op het veld is hij natuurlijk ook al van de trucjes, maar daar valt het niet zo op. Want hij legt het af in sprints om de bal of heeft niet genoeg kracht in zijn slag. In de zaal is dat onbelangrijk. Nergens komt de trukendoos pur sang zo goed uit de verf als in de zaal. In zijn element in de kleine ruimte danst hij om alles en iedereen heen. Schijnbeweging hier, snelle draai daar. Hoe meer tegenstanders het bos in, hoe beter. Krijgt het publiek op de banken.


Wat vind jij? Praat mee...