De vrouwen van Helmond mogen zichzelf topsporter noemen

Zodra zondagmiddag in Sportcentrum Valkenhuizen in Arnhem de opmerking luidt dat ze zichzelf topsporter mag noemen, verschijnt op het gezicht van Jolijn Driessen een glimlach van oor tot oor. In de zaal spelen de vrouwen van Helmond in de Hoofdklasse, maar op het veld komen ze op een heel ander niveau uit: de Overgangsklasse A.

‘Heel eerlijk? Ik voel me helemaal geen topsporter’, lacht de vrolijke Driessen, die er wel de humor van kan inzien. ‘Maar ik vind het natuurlijk wel leuk om zo genoemd te worden, haha. Voor zolang het duurt dan. Niet langer dan een paar zaalwedstrijden.’

Dan lacht ze weer. ‘Topsporter… Ja, dat klinkt goed, hè.’

Helmond-speelster Jolijn Driessen. Foto: Willem Vernes

 

Onderling moeten we er ook wel om lachen. Dat wij met ons Brabants accentje tegen die grote Randstad-teams spelen.


Voor de handige spelverdeler is het pas haar eerste seizoen bij Helmond. Afgelopen zomer maakte ze de overstap van Weert, dat nog een treetje lager speelt, in de Eerste Klasse. Mede vanwege haar liefde voor zaalhockey trainde ze voor het begin van het seizoen mee met HTC Schwarz-Weiss Neuss in Duitsland. Maar uiteindelijk koos ze toch voor Helmond, onder meer vanwege het avontuur in de Hoofdklasse Zaal.

Waar ze op het veld speelt tegen clubs als Beuningen, Alecto en Zwolle, heeft ze in de zaal nu al wedstrijden achter de rug tegen Oranje-Rood, Pinoké en HDM. Clubs met internationals, potentials en andere bekende speelsters in de selectie. Alle wedstrijden werden tot dusver verloren, ook die tegen Ring Pass Delft, de concurrent die op het veld ook in de Overgangsklasse uitkomt.

‘Dat ik in de Hoofdklasse speel, vind ik superleuk. Heel gaaf dat ik dit mag meemaken. Het is echt een droom’, glundert Driessen, en je ziet dat ze het meent. ‘Onderling moeten we er ook wel om lachen. Dat wij met ons Brabants accentje tegen die grote Randstad-teams spelen. Grappig, toch? Wij zijn natuurlijk de underdog. Soms gaan we er met grote cijfers af, maar we leren hier van. En deze ervaring nemen we mee naar het veld. Wat dat betreft hebben we nu een voorsprong ten opzichte van de andere teams uit onze competitie, want zij zitten nu verplicht thuis.’

Jolijn Driessen aan de bal tegen Oranje-Rood. Foto: Willem Vernes

Niet meer trainen om 7 uur ’s ochtends

Nu de Hoofdklasse Zaal officieel als topsport is aangemerkt, mogen de vrouwen van Helmond blijven trainen, ook na vijf uur ‘s avonds. Tot vorige week moesten zij, in tegenstelling tot hun tegenstanders in de zaal die op het veld ook in de Hoofdklasse uitkomen, een gaatje in hun agenda vinden tussen vijf uur ’s ochtends en vijf uur ’s avonds.

Nog niet één keer trainden ze daarom met de hele zaalselectie. ‘We hebben nog weinig trainingsuren gemaakt. Een paar keer begonnen we heel vroeg, om een uur of zeven al. Maar lang niet iedereen kon daarbij aanwezig zijn. De ene helft van ons team werkt en de ander helft studeert’, zegt Driessen.

‘Toen vorige week de knoop werd doorgehakt dat wij ook na vijf uur mogen trainen, waren we heel blij. Die ochtendtrainingen zijn voor ons nu wel verleden tijd. Eindelijk kunnen we nu eens écht gaan trainen, met de hele selectie bij elkaar. Laten we hopen dat het tot onze eerste overwinning leidt.’


Wat vind jij? Praat mee...